Het verhaal gaat als volgt: (de ouders) Jozef en Maria, gaan naar Bethlehem omdat de Romeinse keizer Augustus een volkstelling wilde laten verrichten. Het is er druk; er is dan ook geen plaats in de herberg. Zij moeten gedwongen overnachten in een stalletje. Op die armoedige plek wordt midden in de nacht de zoon van God geboren. Maria legt het kindje op het hooi in een kribbe, een voerbak voor de dieren.
|
Kerstmis, De stal van Bethlehem, Jan Grégoire, 1927, Museum Catharijneconvent, Utrecht
|
Op het schilderij van Jan Grégoire zit het kind op de schoot van Maria. Het verspreidt een helder licht dat op de gezichten van de omstanders valt. Hiermee wil de schilder aangeven dat Jezus de Verlosser en het licht der wereld is.
Tegenwoordig vieren mensen met Kerstmis vooral het feest van het licht. In de donkerste tijd van het jaar branden we kaarsen en doen lampjes in de kerstboom. Dat is een oude gewoonte: de Germanen vierden hun midwinterfeest al met veel licht. Ook de joden kennen hun lichtfeest evenals de Hindoes. Het branden van kaarsen heeft soms een diepere betekenis. Mensen branden een kaarsje ter gedachtenis aan een geliefd persoon, niet alleen in de kerk maar ook in de huiskamer of zelfs op straat. In het christendom is de kaars en vooral de kaarsvlam het symbool van Jezus, het licht der wereld.
Anite Haverkamp