Zoeken naar cultuur in Nederland
 
  Reis door cultuur in Nederland
 
  over cultuurwijs abonneer
 
home
terug
opnieuw zoeken
opnieuw zoeken

Schuttersgilden

Projectpakket de Gouden Eeuw


Jacques de Gheyn II, Wapenhandelinghe, 1608  Arend Coster, Drinkhoorn van het Amsterdamse Kloveniersgilde, 1547  Rembrandt van Rijn, Nachtwacht, 1642 Govert Flinck, Vier doelheren der Kloveniersdoelen Amsterdam, 1642

Beroepsvereniging voor schutters
Gilden zijn verenigingen van mensen met hetzelfde beroep of doel. Zonder lidmaatschap mocht je je beroep niet uitoefenen. De gilden in de Nederlanden ontstonden in de vroege Middeleeuwen en werden genoemd naar hun beschermheilige. In de 14de eeuw werden schietverenigingen, schutterijen, opgericht. Deze werden vernoemd naar het wapen, de pijl en boog, en de techniek die de leden gebruikten, de Handboogschutterij en Voetboogschutterij. Na 1500, met de komst van de vuurwapens, klovers genaamd, ontstonden Kloveniersgilden. Schutters hielden maaltijden, schietwedstrijden, liepen mee in optochten en werden opgeroepen voor krijgsdienst. 

De functies van een schutterij
De twee belangrijkste functies van een schutterij waren het bewaken van de stad en het bieden van ondersteuning aan het stadsbestuur bij een volksoproer. De toezicht van het bestuur op de schutters was streng, omdat een goed geoefend leger zich misschien tegen de stad zou kunnen keren. In de 17de eeuw waren schutterijen opgedeeld in compagnieën of vendels. Iedere wijk had zijn eigen vendel die werd geleid door twee sergeanten en drie hoofdofficieren, de kapitein, luitenant en de vaandeldrager. De kolonel stond boven de vendels en onderhield de contacten met het stadsbestuur. De gildeleden kwamen samen in de Doelen, hun verenigingsgebouw. Iedere schutter schafte zelf zijn eigen wapenrusting en uniform aan. De leden waren afkomstig uit de burgerij, want alleen welgestelde heren konden dit betalen. Om het jaar kochten zij een nieuw kostuum volgens de laatste mode. 

Schuttersstukken
Vanaf de 16de eeuw lieten veel schutterijen hun leden vereeuwigen op groepsportretten. Van een aantal schutters is goed te zien wat hun functie was, zoals op de Nachtwacht van Rembrandt van Rijn. De kapitein heeft een wandelstok in zijn hand, terwijl hij met de andere hand een bevelend gebaar maakt. De sergeanten dragen hellebaarden en de luitenant een partizaan, een stokwapen met een steel van ongeveer 2,5 meter lang.



Hoofdartikel:
•  De Gouden Eeuw
Zie ook..
 
Instelling:
Rijksmuseum Amsterdam
 
Publicatiedatum:
12 maart 2004