West-Indische Compagnie

Gerrit Schouten Diorama met het gezicht op het plein te Paramaribo 1812 Rijksmuseum, Amsterdam

De in 1621 opgerichte West-Indische Compagnie (WIC) houdt zich in eerste instantie bezig met de kaapvaart bij Zuid-Amerika gericht tegen de Spanjaarden. Bij Cuba onderschept Piet Heyn de Zilvervloot, eilanden worden er bezet, gaan verloren, weer veroverd en gaan opnieuw verloren. Veel inspanning met als uiteindelijk resultaat: bezetting van Suriname en de Antillen.

De concurrentie is letterlijk moordend in die rijke, nieuwe wereld. Niet alleen Spanjaarden en Portugezen, ook Engelsen en Fransen zijn er actief, Een korte stonde heeft Nederland in de persoon van Johan Maurits van Nassau-Siegen het voor het zeggen in een deel van Brazilië. Dan bloeit de transatlantische slavenhandel, omdat Nederlanders de belangrijke Afrikaanse slavenmarkt Sao Jorge da Mina (Elmina) veroveren, waar zij volgens een 17de-eeuwse ooggetuige niets anders doen dan hoereren "onder de ogen, van bijna iedereen", zuipen en vloeken. De verveling in de kleine handelsposten is groot.
Elmina, in het huidige Ghana, is tot 1872 Nederlands bezit gebleven. In Noord-Amerika is Nieuw-Amsterdam op het eiland Manhattan 40 jaar lang de handelspost waar Nederlanders met Indianen kralen en messen ruilen tegen bever- en otterhuiden. Tot de allerlaatste, gedwongen, ruilactie met de Engelsen in 1664: de teruggave van Suriname in ruil voor Nieuw-Amsterdam. De Engelsen hernoemen de plaats New York.

Lees meer over Nederland en de wereld: Ontdekking van Australië
------------------------------------------------------------------------------------  
                                              Themapakket Nederland en de wereld
Zie ook:
^ Voorwerpen vertellen over verre werelden
^ Verhalen van Nederlanders over zee