Zoeken naar cultuur in Nederland
 
  Reis door cultuur in Nederland
 
  over cultuurwijs abonneer
 
home
terug
opnieuw zoeken
opnieuw zoeken

Armoede

Projectpakket de Gouden Eeuw

Brood vormde het hoofdvoedsel in de Gouden Eeuw
Jan Steen
Bakker Arend Oostwaert en zijn vrouw
Ca. 1658
Rijksmuseum, Amsterdam

Voor de meeste mensen was het leven in de 17de eeuw heel onzeker. Zelfs in de Gouden Eeuw waren niet alle Nederlanders zo rijk als de kooplieden, artsen, professoren of predikanten. De grootste bevolkingsgroep die geregeld armoede leed, vormde de mensen zonder vaste baan, zoals ongeschoolde arbeiders, matrozen en landarbeiders. Ze waren aangewezen op familie, de armenzorg van de stad of de kerk. Drie tot vier procent van de bevolking was helemaal afhankelijk van de bijstand. Dit waren alle mensen die niet konden werken, onder wie invaliden, weeskinderen en bejaarden. 

Brood was het hoofdvoedsel in die tijd en een slechte graanoogst betekende een stijging van de prijs en meer honger. Wie verzwakt was door de honger, liep grote kans om ziek te worden. Het meest gevreesd, was de besmettelijke pest. Geregeld braken epidemieën uit die velen het leven kostte. In 1635 stierf in Leiden ongeveer een kwart van de bevolking aan de pest. Naast epidemieën bedreigden oorlogsgeweld en overstromingen het bestaan. Toch hadden de meesten het minder slecht dan in andere Europese landen, vooral omdat hier meer zorg voor de armen was.


Hoofdartikel:
•  De Gouden Eeuw
Zie ook..
 
Instelling:
Rijksmuseum Amsterdam
 
Publicatiedatum:
12 maart 2004