Verbouwingen door de jaren heen

Opvullen van een binnenplaats Ca. 1962-1971 Rijksmuseum Amsterdam

Sinds de opening in 1885 is er veel verbouwd aan het museum. In 1906 werd aan het eind van de eregalerij, boven de onderdoorrit, de Nachtwachtzaal gebouwd. Deze ruimte kwam speciaal om de belichting van de Nachtwacht van Rembrandt van Rijn te verbeteren. Het groepsportret heeft hier tot 1922 gehangen. In twee perioden, van 1906 tot 1909 en van 1913 tot 1916, werd een nieuwe vleugel, de huidige Philipsvleugel, aangebouwd voor de collectie 19de-eeuwse kunst. Deze verzameling, met voornamelijk schilderijen uit de Haagse School groeide door een schenking van het echtpaar Drucker-Fräser. Een gedeelte van de Philipsvleugel, het Fragmentengebouw, bestaat uit fragmenten van oude Nederlandse monumenten en gebouwen.

In de jaren zestig en zeventig werden de twee binnenplaatsen gevuld met tentoonstellingsruimten. In 1962 werden in de westelijke binnenplaats drie etages gebouwd met in totaal dertig zalen bestemd voor kunstnijverheid. In de oostelijke binnenplaats kwamen boven elkaar de studieverzameling, een tentoonstellingsruimte en zalen voor de afdeling Nederlandse Geschiedenis. In 1978 werd er onder de onderdoorrit een gang gemaakt, zodat er via het souterrain een verbinding ontstond tussen de linker-en rechteringangshal.