Zoeken naar cultuur in Nederland
 
  Reis door cultuur in Nederland
 
  over cultuurwijs abonneer
 
home
terug
opnieuw zoeken
opnieuw zoeken

Het ontstaan van de Delftse School

Projectpakket Johannes Vermeer en de Delftse School

Pieter Jansz Saenredam
Interieur van de Sint-Bavokerk te Haarlem
1636
Rijksmuseum, Amsterdam

Architectuurschilders probeerden de zichtbare werkelijkheid zo goed mogelijk weer te geven. Zij experimenteren hiervoor met verschillende perspectiefconstructies en combineerden hun technische vaardigheden met nauwkeurige observaties. De leer van het perspectief is een methode om op een plat vlak voorwerpen zo weer te geven dat ze driedimensionaal lijken. Het werd in de Renaissance ontwikkeld door Italiaanse kunstenaars met behulp van wiskundige berekingen. In de 16de eeuw verschenen er maar liefst 33 verschillende boeken over deze nieuwe uitvinding.

De schilder Pieter Jansz Saenredam ontwikkelde het centraal perspectief. Alle zichtlijnen lopen hierbij naar één punt in het schilderij. Rond 1650 zorgden Gerard Houckgeest en Emanuel de Witte voor vernieuwingen in de architectuurschilderkunst. Zij stonden aan het begin van de Delftse School. Beide schilders bestudeerden de weergave van het daglicht en het perspectief . Voor hun kerkinterieurs gebruikten zij een nieuwe perspectiefconstructie met twee zichtlijnen en twee verdwijnpunten die buiten de voorstelling liggen. Hierdoor krijgen de schilderijen een natuurlijkere uitstraling en krijg je het idee van een schijnbaar toevallig doorkijkje. Op de werken van Houckgeest en De Witte treden mensen meer op de voorgrond dan op de schilderijen van Saenredam. Ze brengen de architectuur tot leven en verhogen het realistische effect.


Hoofdartikel:
•  Johannes Vermeer en de Delftse School
Zie ook..
 
Instelling:
Rijksmuseum Amsterdam
 
Publicatiedatum:
17 maart 2004