Zoeken naar cultuur in Nederland
 
  Reis door cultuur in Nederland
 
  over cultuurwijs abonneer
 
home
terug
opnieuw zoeken
opnieuw zoeken

Gewapende confrontatie

----------------------------------------------------------------------------------------
Projectpakket Het Oost-Indisch avontuur
Rijksmuseum Amsterdam

----------------------------------------------------------------------------------------

 

Ter versterking van hun handelspositie voerden de Nederlanders in Azië geregeld oorlog. In de zeventiende eeuw veroverde de VOC havensteden als Colombo en Cochin op de Portugezen. Op Formosa (Taiwan) leed de Compagnie een zware nederlaag tegen de Chinese krijgsheer Coxinga. Op Java veroverden de Nederlanders het sultanaat Jacatra en stichtten er de stad Batavia. Als nieuwe territoriale macht raakte de VOC betrokken in de Javaanse politiek en bij oorlogen in de midden-Javaanse koninkrijken.

De Nederlanders hadden betere wapens maar waren numeriek ver in de minderheid in Azië. De VOC huurde daarom in geval van oorlog duizenden Aziatische soldaten in. Begin negentiende eeuw werden de Nederlanders bijna verdreven uit Indonesië. Slechts met grote moeite werd de Java-oorlog (1825-1830) tegen prins Dipo Negoro gewonnen. Nadien breidde Nederland haar gezag over de archipel gestaag uit. Daarbij werden talloze oorlogen gevoerd, waarvan de Atjeh-oorlog (1873-1912) de zwaarste en bloedigste was. Begin twintigste eeuw was Nederland in heel Indonesië de baas.

Het Nederlands-Indische leger was vooral ingesteld op binnenlandse vijanden. Tegen een aanval van buitenaf bleek het niet opgewassen. In 1942 veroverden de Japanners in korte tijd de gehele archipel. Nederlanders werden door de Japanse bezetter gevangen gezet in kampen. Na de Japanse capitulatie in augustus 1945 verklaarde Indonesië zich onafhankelijk. Nederland stuurde een troepenmacht om het gezag te herstellen. Door twee grootschalige militaire acties kreeg Nederland grote delen van Indonesië onder controle maar het nieuwgevormde Indonesische leger, dat volop guerrillatactieken toepaste, werd niet verslagen. Na de soevereiniteitsoverdracht in 1949 dreigde nogmaals oorlog om Nieuw-Guinea tot Nederland zich ook daar in 1964 terugtrok.




Vuurkracht

Geschutgieterij Henricus Meurs te Amsterdam
Bronzen kanon, 1604
Rijksmuseum, Amsterdam 
 

Kanon van de Oost-Indiëvaarder De Witte Leeuw, in 1613 gezonken bij het eiland Sint Helena in de Atlantische Oceaan na een gevecht met Portugese schepen. Het schip vervoerde een lading Chinees porselein en peper. Koopvaarders van de VOC waren zwaar bewapend, vooral met het oog op Europese concurrenten maar ook om op Aziatische kusten handelsconcessies af te dwingen. ^




Afgehouwen hoofden

Kunstenaar onbekend
De plaats Maron in Baglen, midden-Java
1829
Rijksmuseum, Amsterdam 
 

Spiesen met afgehouwen hoofden (links voor) bij het dorp Maron op midden-Java. Het bijschrift luidt: afgekapte hoofden van muitelingen. De term muitelingen werd door Nederlanders gebezigd voor hun Javaanse tegenstanders in de Java-oorlog (1825-1830). De tekening is een van de weinige illustraties van deze zeer bloedige guerrilla-oorlog. ^




Bloedvlekken en kogelgaten

Kunstenaar onbekend
Atjehse vlag
Rijksmuseum Amsterdam
(Bruikleen Museum Bronbeek, Arnhem)

Atjehse krijgsbanier: op de ene zijde staan islamitische symbolen, op de andere anti-Nederlandse leuzen, zoals "Vernietig de leugenaar, de grootspreker Holland!". De vlag werd door de Nederlandse luitenant Bischoff veroverd bij een aanval op een Atjehse versterking in 1840. Kogelgaten en bloedvlekken, die hier nauwelijks te zien zijn, getuigen van de zware strijd. Bischoff werd in de vlag gewikkeld van het slagveld gedragen en overleed aan zijn verwondingen. ^



Buitgemaakt schild

Kunstenaar onbekend
Atjehs schild
1876
Rijksmuseum, Amsterdam

Houten schild beschilderd met een monsterkop. Het werd door Nederlandse soldaten buitgemaakt bij een Atjehse aanval in 1876 waarbij, blijkens het opschrift, verscheidene doden vielen: "Schild van den Atjeher die in dec. 1876 den 1ste luitenant Regensburg in de benteng Lemboe deed sneuvelen. Atjinees ook dood." ^



Zwarte Hollander

Isaac Israëls
Kees Pop
1882
Rijksmuseum, Amsterdam

Portret van een Afrikaanse Atjeh-veteraan, die stond geregistreerd onder de Hollandse naam Kees Pop. Het Nederlandse koloniale leger nam veel buitenlanders in dienst, waaronder zo'n drieduizend Afrikanen die, vaak onder dwang, werden geworven in Elmina, het Nederlandse centrum van slavenhandel in Ghana, West-Afrika. De Afrikaanse militairen werden in Indonesië wollanda hitam, zwarte Hollander, genoemd. Kees Pop heeft zijn arm in een mitella. Hij draagt een koloniaal militair uniform met onderscheidingen. Pop werd vermoedelijk geportretteerd in het Koloniaal Werfdepot in Harderwijk. Na hun dienstverband konden de Afrikaanse militairen via Nederland terugkeren naar Ghana. ^

^ Terug naar Oost-Indisch avontuur
Instelling: