Portretten

Rembrandt van Rijn Portret van Maria Trip 1639 Rijksmuseum, Amsterdam

Tussen 1633 en 1664 etste Rembrandt ongeveer twintig portretten. De meeste werden in opdracht van particulieren vervaardigd. In een enkel geval is de aanleiding voor de opdracht bekend. Zo liet de predikant Jan Cornelis Sylvius zich door Rembrandt portretteren bij zijn vertrek uit Amsterdam. De prenten waren bedoeld als herinnering voor zijn Amsterdamse vrienden. Toen hij zestien jaar later overleed, werd de plaat opnieuw afgedrukt.

Veel van de geportretteerden waren vrienden en bekenden van Rembrandt, onder wie de apotheker Abraham Francen. Hij was voogd van Rembrandts dochter Cornelia. Rembrandts vroegste portretten zijn eenvoudig van opzet en techniek. Latere portretten vallen op door hun ingewikkelde compositie en ver doorgevoerde detaillering. Door de etstechniek te combineren met droge naald en burijn bereikte Rembrandt schilderachtige effecten.