| 1589 |
De ouders van Rembrandt, Harmen Gerritszoon van Rijn en Neeltgen Willemsdochter van Zuytbrouck, trouwden op 8 oktober in de Pieterskerk te Leiden |
| 1606 |
|
| 1613-1620 |
Hij bezocht de Latijnse School |
| 1620 |
Rembrandt werd op 20 mei aan de universiteit ingeschreven, maar zou er nooit een les volgen |
| 1621-1623 |
Hij was rond deze periode leerling bij de Leidse historieschilder Jacob van Swanenburgh |
| 1624 |
 |
Rembrandt was zes maanden in de leer bij de historieschilder Pieter Lastman in Amsterdam |
|
| 1625 |
Hij vestigde zich als zelfstandig schilder te Leiden, waar hij nauw samenwerkt met zijn vriend en collega Jan Lievens |
| 1628-1631 |
 |
Gerard Dou en Isaac Jouderville werkten als leerlingen bij Rembrandt in zijn atelier |
|
| 1630 |
In april stierf Rembrandts vader |
| 1631 |
Rembrandt maakte kennis met de kunsthandelaar Hendrick Uylenburgh
|
| 1632 |
Rembrandt voerde portretopdrachten uit in Amsterdam en Den Haag
|
| 1634 |
 |
Rembrandt trouwde op 22 juni in Sint-Annaparochie in Friesland met Saskia Uylenburgh (1612-1642). Het echtpaar ging voorlopig bij Saskia's oom, Hendrick Uylenburgh, in Amsterdam wonen. Rembrandt werd in deze stad poorter en lid van het Sint-Lucasgilde |
|
| 1635 |
Rembrandt huurde een eigen huis in de Nieuwe Doelenstraat, waar in december zijn zoon Rombertus wed geboren. Rombertus bleef slechts twee maanden in leven |
| 1637 |
Rembrandt verhuisde naar de 'Suyckerbackerij' aan de Binnen-Amstel |
| 1638 |
In juli werd dochter Cornelia geboren. Zij overleed binnen een maand |
| 1639 |
Rembrandt verhuisde per 1 mei naar de Sint-Anthonisbreestraat. Tegenwoordig was hier museum het Rembrandthuis gevestigd |
| 1640 |
In juli werd nog een dochter genaamd Cornelia geboren. Ook zij bleef maar enkele maanden in leven. Rembrandts moeder stierf in september |
| 1641 |
 |
In september werd zoon Titus geboren |
|
| 1642 |
Saskia Uylenburgh stierf op 14 juni en werd in een eigen graf in de Oude Kerk van Amsterdam begraven.
Geertje Dircks kwam als kinderoppas en huishoudster bij Rembrandt wonen. Er ontstond een verhouding tussen haar en de schilder
|
| 1647 |
Waarschijnlijk deed Hendrickje Stoffels in dit jaar als huishoudster haar intrede in het huis van Rembrandt |
| 1649 |
Omdat Rembrandt zijn belofte om met Geertje Dircks te trouwen, leidden er toe dat Geertje hem aanklaagdde. Van de rechter moest Rembrandt haar jaarlijks een bedrag van tweehonderd gulden betalen |
| 1650 |
Rembrandt liet Geertje Dircks op zijn kosten in een tuchthuis in Gouda opsluiten |
| 1654 |
In oktober werd een buitenechtelijke dochter van Rembrandt, genaamd Cornelia, geboren. De moeder was Hendrickje Stoffels.
Rembrandt werd op 10 december met een hypotheek eigenaar van het huis in de Sint-Anthonisbreestraat.
|
| 1656 |
Rembrandt ging in de zomer failliet |
| 1657-1658 |
Schilderijen, tekeningen, prenten, kunstcollecties, de inboedel en het huis van Rembrandt werden verkocht |
| 1658 |
Rembrandt verhuisde vanwege zijn faillissement naar de Rozengracht in de Jordaan |
| 1660 |
Rembrandt sloot op 15 december een contract met de kunsthandel van zijn zoon Titus en Hendrickje Stoffels |
| 1663 |
Hendrickje Stoffels stierf en werd op 24 juli in een huurgraf in de Amsterdamse Westerkerk begraven |
| 1668 |
Titus van Rijn trouwde op 28 februari met Magdalena van Loo. Hij stierf in hetzelfde jaar en werd op 7 september in de Westerkerk begraven. |
1669
^ |
 |
Op 22 maart werd Rembrandts kleindochter Titia gedoopt. Hij overleed op 4 oktober en werd vier dagen later in een onbekend huurgraf in de Westerkerk begraven. |
|
