Zoeken naar cultuur in Nederland
 
  Reis door cultuur in Nederland
 
  over cultuurwijs abonneer
 

HOOFDARTIKEL
home
terug
zoeken
zoeken

Kleding in de Barok: 1600 - 1625

---------------------------------------------------------------------------------------
Projectpakket 1000 jaar in de kleren
Rijksmuseum Amsterdam
---------------------------------------------------------------------------------------

 Illustraties
Fred Marschall (www.fredmarschall.nl)

Mutsje en hoed
Typisch Hollands is de 'vlieger', een mantel voor de vrouw van zwarte, zware stof. Het 'lijf' of de 'borst' is een los kledingstuk, dat aan de vlieger vastgespeld werd. Het is fraai versierd, soms met pareltjes of edelstenen, en steekt naar voren vanaf de taille. Het haar van de dame werd weggestoken onder een mutsje. Eerst kwam de ondermuts, direct op het - vaak vieze, vette haar, daarboven een siermutsje.
De man draagt het roxkenmet de knielange pofbroek. Op het hoofd draagt hij een hoed van beverhaar: een 'kastoor'. Een hoedband van zilver met edelstenen versiert het hoofddeksel.

De kleermaker
Kleermakers waren in de 17de eeuw speciaal voor mannenkleding. Voor dames- en kinderkleding moest je naar de wollennaaister. Bij de linnennaaister werd linnengoed gemaakt. Ook borduren was een apart vak, door mannen gedaan: borduurwerkers.

De Gouden Eeuw
De 17de eeuw, de eeuw van de Barok, is voor de Republiek der Verenigde Nederlanden de zogenaamde Gouden Eeuw. Er ontstaat een nieuwe groep jonge, rijke kooplieden die zich gaat kleden als de adel: kleurrijke, dure stoffen en veel kant. De ouderen houden echter nog lang vast aan de kleding die tijdens de Spaanse overheersing mode was, het strenge zwarte regentenkostuum.

Lees verder over 1000 jaar in de kleren: 1640 - 1675
-------------------------------------------------------------------------
Projectpakket 1000 jaar in de kleren


Inhoud:
• Onderkleding in de Barok: 1600 - 1625
• Bovenkleding in de Barok: 1600 - 1625
 
Instelling:
Rijksmuseum Amsterdam
 
Publicatiedatum:
19 maart 2004