Projectpakket 1000 jaar in de kleren
Rijksmuseum Amsterdam
---------------------------------------------------------------------------------------
|
Hoepelrok en mannenpak
Afhangende schouders, een zeer smalle taille en een wijde rok, en op het hoofd een grote luifelhoed: dat was het silhouet van de vrouw gedurende de Romantiek. Rond 1850 wordt de hoepelrok, de crinoline, populair. De meest gebruikte stoffen zijn katoen, wol, zijde, tafzijde en batist in lila, blauw, groen en pasteltinten; vaak met smalle strepen en kleine bloempjes. Voor de man ontstaat het pak dat de komende 150 jaar niet veel zal veranderen: jasje met vest en broek. Voor het jasje en de pantalon worden effen stoffen gebruikt. Het vest heeft felgekleurde ruiten of strepen.
Romantiek
Kenmerkend voor de Romantiek is het met heimwee terugkijken naar het verleden. Er wordt weggedroomd bij historische romans en toneelstukken. Maar tegelijkertijd zijn er vrouwen die met beide benen op de grond staan. Zij protesteren tegen hun ongemakkelijke kleding. George Sand, een Franse schrijfster, was de eerste vrouw die in het openbaar een lange broek droeg. Hiervoor had zij speciaal toestemming moeten vragen.
Industrialisatie
Door de industrialisatie ontstaat werkloosheid. Het contrast tussen arm en rijk wordt groter. Niet het hof bepaalt de mode, maar de burgers die rijk geworden zijn door de industrie geven de toon aan op het gebied van kleding.
Lees verder over 1000 jaar in de kleren: eind 19de eeuw |
------------------------------------------------------------------------- |
Projectpakket 1000 jaar in de kleren
|