zoeken
mail a friend








Reproductiegrafiek: de kunst van het namaken

Niet elk kunstwerk dat wij mooi vinden kunnen we ook daadwerkelijk in het echt bekijken. Daarvoor zijn de afstanden te groot en ontbreekt het ons eenvoudigweg aan tijd en geld. Gelukkig bestaan er daarom rijk geïllustreerde kunstboeken met mooie foto's van onze favoriete kunstobjecten.  
Hoe er vóór de uitvinding van de fotografie kennis werd genomen van de (kunst)wereld om ons heen is dan ook moeilijk voor te stellen. Toch waren beroemde kunstwerken ook toen al buiten hun eigen landsgrenzen bekend. Hiervoor werd gebruik gemaakt van reproductiegrafiek. Deze vorm van namaak voorzag om verschillende redenen in een grote behoefte bij verzamelaars en kunstenaars.

Studiekoppen, Antoon van Dyck, Pentekening met zwarte ink, 33,1 x 27,7 cm., Rijksmuseum Amsterdam
 
De Franse prentenmaker Comte De Caylus vervaardigde in 1735 een boek, 'Recueil des testes', waarin hij de studieschetsen van Antoon van Dyck als ets reproduceerde, collectie Rijksmuseum Amsterdam
Pakket prenten, gevonden op Nova Zembla, uit: Bulletin van het Rijksmuseum 28 (1980), foto Rijksmuseum
Aan het eind van de 19de eeuw kocht de Nederlandse regering verschillende objecten aan uit de vondsten die na de bij Nova Zembla gestrande expeditie van Willem Barentz (eind 16de eeuw) in het ijs waren achtergebleven. Onder die objecten bevonden zich ook tal van prenten, waaronder voorstellingen van Hendrick Goltzius.
Hendrick Goltzius, De grote Hercules, 1589, Gravure, 56,2 x 40,5 cm, Rijksmuseum Amsterdam
Verspreiding
Een schilderij is een uniek kunstwerk dat lastig is na te maken. Van de koperplaat waarop een prent is gemaakt kunnen echter vele exemplaren worden afgedrukt. Op die manier boden grafische technieken de mogelijkheid om kunstwerken te vermenigvuldigen en over grote gebieden te verspreiden. Wanneer de afbeelding van een schilderij werd overgebracht in prent, konden veel meer mensen deze bezitten. Dit was aantrekkelijk voor verzamelaars die graag een voorstelling wilden hebben van beroemde schilderijen van grote meesters in verre landen. Maar ook kunstenaars zelf, van wie de afbeeldingen door de prentkunst verspreid raakten over een groot gebied, profiteerden hiervan. Een belangrijk neveneffect was de uitwisseling van beeldtaal en een brede verspreiding van kennis.

In de Nederlanden kwam de prentkunst vooral in de 16de en 17de eeuw tot grote bloei. Kunstenaars uit het Noorden die naar Italië reisden voor hun ontwikkeling, maakten prenten naar het werk van beroemde Italiaanse meesters als Raphael en Michelangelo. Daarnaast bevredigden hun prenten naar klassieke sculpturen de behoefte aan kennis over de oudheid en haar vormentaal die men in die tijd had.
Ook de werken van kunstenaars uit het Noorden werden vermenigvuldigd door middel van grafiek. Deze prenten werden op hun beurt weer naar het buitenland geëxporteerd. Ze maakten in die tijd zelfs onderdeel uit van grote ontdekkingsreizen en handelsexpedities. Zo zijn er op Nova Zembla pakketten met honderden prenten gevonden, waaronder voorstellingen van de Haarlemse kunstenaar Goltzius. Ze werden in 1596 door de gestrande expeditie van Willem Barentz op het eiland achtergelaten. Of de prenten waren bedoeld als handelswaar of gebruikt werden voor culturele uitwisselingen weten we niet.

Originaliteit
Vaak werd de afbeelding van een schilderij door een tekenaar weergegeven in een modeltekening. Vervolgens werd deze tekening door een graveur in de koperplaat overgebracht. De moeilijkheid daarbij was om kleurnuances en licht- en schaduweffecten over te brengen in dit bij uitstek zwart-witte medium. Belangrijk was bovendien dat de graveur de stijl van de maker van het schilderij zo dicht mogelijk kon benaderen. Het zal dan ook duidelijk zijn dat men toen anders dacht over originaliteit dan wij nu doen. Het unieke fysieke object (schilderij) was minder belangrijk dan het creatieve concept dat het weergaf. Vaak is in Latijnse termen op een prent wel aangegeven wie het beeld heeft bedacht (invenit), wie de prent heeft gegraveerd (sculpsit) en wie deze heeft uitgegeven (excudit).

Hendrick Goltzius
Een kunstenaar die onder meer beroemd werd om zijn vermogen de stijl van andere kunstenaars in zijn prenten te imiteren was Hendrick Goltzius (1558-1617). Afkomstig uit Duitsland volgde hij zijn leermeester Coornhert naar Haarlem, waar hij de eerste jaren werkte voor de Antwerpse prentenuitgeverij van Philips Galle. Naast prenten naar eigen ontwerp, graveerde hij naar Italiaanse meesters maar ook naar werk van noordelijke kunstenaars als Bartholomeus Spranger. Spranger schilderde in de maniëristische stijl. Deze stijl was uit Italië overgenomen in het Noorden en werd ook door Goltzius veel gebruikt. Kenmerkend hiervoor zijn langgerekte lichamen met uitgestrekte, vaak vreemd gedraaide halzen en zwaar aangezette spierpartijen. In Goltzius vroege werk komen we deze aspecten vaak tegen. Een goed voorbeeld van deze stijl is een gravure die hij maakte van de klassieke held Hercules.

Hanneke Prins

Meer lezen
In het artikel Een drukkerij rond 1900 is meer te lezen over de opkomst en ontwikkeling van de fotografie in de drukkerij.
Het artikel De prentuitgeverij van Hieronymus Cock gaat over de de eerste belangrijke prentenuitgever van reproductiegrafiek in de Nederlanden.

Literatuur
Otto Hirschmann, Hendrick Goltzius, Meister der Grafik Band VII, Leipzig 1919.
A.J.J. Delen, De grafische kunsten door de eeuwen heen, Antwerpen-Amsterdam 1956.
Goltzius-studies: 'Hendrick Goltzius (1558-1617)', Nederlands Kunsthistorisch Jaarboek, (1991-1992) deel 42-43.
Linda C. Hults, The print in the western world. An introductory history, The University of Wisconsin Press 1996.
Hendrick Goltzius (1558-1617): tekeningen, prenten en schilderijen, Huigen Leeflang, Ger Luijten [red.; bijdragen], Lawrence W. Nichols et al., Zwolle, Waanders Uitgeverij, Amsterdam Rijksmuseum 2003.


Instelling:
Digitaal Erfgoed Nederland

Publicatiedatum:
21 augustus 2003