zoeken
mail a friend








Stijfkoppige Friezen bij keizer Nero

Dat er in de Oudheid ook over grote afstanden werd gereisd bewijst wel het door Tacitus overgeleverde verhaal over twee Friezen in het Rome van keizer Nero. Toerisme in de Oudheid?

Tacitus
De geschiedschrijver Publius Cornelius Tacitus leefde van ca. 54 tot 120 na Chr.. Dankzij zijn Kronieken (Annales) is dit verhaal van de Friezen overgeleverd. Hoewel hij over een gedetailleerde schrijfwijze beschikte, is het raadzaam niet te vergeten dat hij een Romeins schrijver was en dus een gekleurde blik bezat.

Op deze kaart is te zien waar de Frisii woonden.

De schrikbarende Friezen
De Friezen (Frisii), een Germaans volk, woonden van oudsher in het huidige Noord-Holland, Friesland en Groningen. Ze kregen al vroeg te maken met de Romeinen, die in eerste instantie oprukten tot aan de grenzen van hun grondgebied, maar die na 12 voor Chr. ook het Friese land wilden inlijven.
Na allerlei strubbelingen over en weer werd het de Romeinen duidelijk dat de Friezen schrikbarende vijanden waren waar niet mee te sollen viel.
Vanaf 47 na Chr. werd een wapenstilstand afgesproken en was de Rijn de noordgrens van het Romeinse Rijk.
Tien jaar lang werd deze onderlinge afspraak gerespecteerd. In 58 na Chr. begon het  toch te kriebelen bij de Friezen, misschien wel omdat er door misoogst of wateroverlast honger dreigde. Tacitus vertelt dat aan de overkant van de Rijn braakliggend terrein lag, bestemd voor Romeinse soldaten die er kennelijk al een tijd niets mee deden. De Friezen staken onder leiding van hun aanvoerders Verritus en Malorix de rivier over en namen het land in gebruik. De Romeinen dreigden ze aan te vallen als ze niet teruggingen. Of ze moesten maar aan keizer Nero (54 - 68 n. Chr.) een ander stuk land vragen. En met deze vraag vertrokken Verritus en Malorix naar Rome.

In Rome
Tacitus beschrijft hoe het tweetal in Rome het theater van Pompeius bezoekt. Ze snapten weinig van de daar opgevoerde spelen, en vroegen andere bezoekers waar belangrijke mensen zaten. Tussen de senatoren ontdekten ze mensen in afwijkende kleding, en desgevraagd kregen ze het antwoord dat dit trouwe bondgenoten waren van Rome, die uitblonken door moed en vriendschap. Aangezien niemand meer dapperheid en trouw bezat dan de Germanen, aldus de twee, gingen zij doodgemoedereerd ook tussen de senatoren zitten. De Romeinen konden het incident wel waarderen. Nero ook, hij gaf ze beiden het Romeins burgerrecht.

Tacitus' geschiedschrijvingen vormen in de loop der eeuwen een bron van inspiratie voor kunstenaars, zoals Otto van Veen. Hij maakte dit doek over de Bataafse opstand. De titel is: Claudius Civilis verslaat de Romeinen, 1613, olieverf op paneel, Rijksmuseum Amsterdam

De afloop
Het werd ondanks dit voorval geen happy end. Nero gaf het bevel dat de Friezen het gebied toch moesten ontruimen. Degenen die zich daar niet aan hielden, werden door de cavalerie gedwongen. En wie zich te veel verzette, werd krijgsgevangen gemaakt of gedood. Niet dat de vechtlust van de Germanen daarmee gebroken was! Ze vochten in 69/70 na Chr. weer mee aan de zijde van de Cananefaten en Batavieren in de Bataafse Opstand.

Monique Ras

 

Tentoonstelling
Romeinen in Friesland in het Fries Museum.

Internet
Kijk hier voor meer artikelen over de Cananefaten en Bataven op Cultuurwijzer.

 

 


Zie ook:
Instelling:
Digitaal Erfgoed Nederland

Publicatiedatum:
15 november 2004