zoeken
mail a friend








Het kan Friezen, het kan dooien..

Het jaar is 58 na Christus, de Romeinen bevinden zich al een tijd in de zuidelijke streken van ons land. De Rijn is sinds 47 na Christus formeel de noordgrens van het Romeinse rijk. De Friezen wonen in het vrije Germanië, ten noorden van de rivier. De Romeinse legers verplaatsen zich al enige tijd niet en zo ontstaat het gerucht dat de bevelhebbers actie tegen de vijand tijdelijk verboden zouden hebben. De Friezen grijpen hun kans.

Tacitus
Publius Cornelius Tacitus leefde van ca. 54 - 120 n. Chr. Hij was geschiedschrijver. Dankzij zijn Kronieken (Annales) is het hier beschreven verhaal bekend. Hoewel hij over een gedetailleerde schrijfwijze beschikte, is het raadzaam niet te vergeten dat hij Romeins schrijver was en dus een gekleurde blik bezat.

Het imago van de Friezen
Illustratie: S.G. van Dockum & E.J. van Ginkel, Romeins Nederland, 1993. pag. 23.
De Friezen (Frisii), een Germaans volk, woonden van oudsher in het huidige Noord-Holland, Friesland en Groningen. Ze kregen al vroeg te maken met de Romeinen, die in eerste instantie oprukten tot aan de grenzen van hun grondgebied, maar die na 12 v. Chr. ook het Friese land wilden inlijven. Drusus en Tiberius, adoptiefzoons van keizer Augustus (27 v. Chr. - 14 n. Chr.) sloten een wapenstilstand met de Friezen en spraken af dat ze belasting zouden betalen in de vorm van koeienhuiden. Die konden bijvoorbeeld voor de legertenten worden gebruikt. Ook leverden de Friezen soldaten voor het leger.

In 28 n. Chr. werden de eisen aan de te betalen runderhuiden dusdanig onredelijk, aldus Tacitus, dat de Friezen in opstand kwamen. De belasting-inners werden zonder pardon opgeknoopt en de bedenker van de extra eisen, ene Olennius, vluchtte naar het dichtstbijzijnde fort om het vege lijf te redden. Er gaan verhalen dat dit het fort bij Velsen (Flevum) was, maar helemaal zeker is dit niet. Het is niet onmogelijk, want er zijn inderdaad sporen van hevige gevechten uit deze tijd.
Schedel behorend bij skelet dat in waterput te Velsen werd gevonden. Illustratie uit: Verleden Land, 1981.
En de afloop? Ondanks hulp van toegesnelde Cananefaten leden de Romeinen een gevoelige nederlaag. Over het lot van Olennius is niets bekend. Of wel? In een waterput in Velsen is het skelet van een Romeins militair gevonden, bedolven onder 135 kilo natuursteen. Helaas zonder enig attribuut met een naam erop. Over het imago van de Friezen is meer bekend: ze werden nu gezien als schrikbarende vijanden waar niet mee te sollen viel.

Dertig jaar later
Er is veel veranderd. Vanaf 47 n. Chr. is de Rijn de noordgrens van het Romeinse Rijk en zijn de Friezen niet langer bezet. Generaal Corbulo sluit een wapenstilstand met ze waarin beide partijen afspreken de grens te respecteren.

Tien jaar lang gebeurt dit ook. Dan begint het in 58 n. Chr. toch weer te kriebelen bij de Friezen, misschien wel omdat er door misoogst of wateroverlast honger dreigde. Tacitus vertelt dat aan de overkant van de Rijn braakliggend terrein lag, bestemd voor Romeinse soldaten die er kennelijk al een tijd niets mee deden. De Friezen staken toen onder leiding van hun aanvoerders Verritus en Malorix de rivier over en namen het land in gebruik. De Romeinen dreigden ze aan te vallen als ze niet teruggingen of aan de keizer een ander stuk land vroegen.

Op naar Rome
En zo vertrokken Verritus en Malorix naar Rome, om aan keizer Nero (54 - 68 n. Chr.) een ander stuk land te vragen. Tacitus beschrijft hoe het tweetal, omdat Nero het druk heeft, het theater van Pompeius bezoekt. Ze snapten weinig van de daar opgevoerde spelen, en vroegen andere bezoekers waar belangrijke mensen zaten. Daarbij ontdekten ze mensen in afwijkende kleding tussen de senatoren, en desgevraagd kregen ze het antwoord dat dit trouwe bondgenoten waren van Rome, die uitblonken door moed en vriendschap. Aangezien niemand meer dapperheid en trouw bezat dan de Germanen, aldus de twee, gingen zij doodgemoedereerd ook tussen de senatoren zitten. De Romeinen konden het incident wel waarderen. Nero ook, hij gaf ze beiden het Romeins burgerrecht.

De afloop
Het werd ondanks dit voorval geen happy end. Nero gaf het bevel dat de Friezen het gebied toch moesten ontruimen. Degenen die zich daar niet aan hielden, werden door de cavalerie gedwongen. En wie zich te veel verzette, werd krijgsgevangen gemaakt of gedood. Niet dat de vechtlust van de Germanen daarmee gebroken was! Ze vochten in 69/70 n. Chr. weer mee aan de zijde van de Cananefaten en Batavieren in de Bataafse Opstand.

Monique Ras

 


Hoofdartikel:
Culturen in contact

Instelling:
Digitaal Erfgoed Nederland

Publicatiedatum:
11 januari 2005