Flamboyant
Met haar flamboyante versiering is de Grote Kerk een prachtig voorbeeld van Brabantse gotiek op het hoogtepunt van haar bloei. Hoog en rank steekt de met natuursteen beklede kerk boven de daken van Breda uit. Een sprookjesachtig bouwwerk met een 97 meter hoge toren, de hoogste in de wijde omtrek en de mooiste van het land.
De kerk dankt haar aanzien grotendeels aan de graven van Nassau. Engelbrecht I was de eerste. In 1410, kort na zijn huwelijk met Johanna van Polanen, vrouwe van Breda en de Lek, begon de nieuwe heer van Breda met de bouw van de gotische kerk. De nieuwe kerk werd gebouwd in de modieuze stijl van die tijd met als basisvorm een kruisvormige plattegrond: een ruim schip met zijbeuken, transept (dwarsschip), koor, kapellen, een toren en een grafkelder. Alles in steen overwelfd.
In de zestiende eeuw, onder Hendrik III van Nassau, vond de laatste bouwfase plaats: de voltooiing van de toren (1509), de omgang rond het koor en de in Renaissance-stijl opgetrokken Prinsenkapel met grafkelder (1536).
Grafmonumenten
De kerk fungeerde als hofkerk van de heren van Breda en was tot 1829 tevens de plaats waar veel inwoners van Breda hun laatste rustplaats vonden. Voor veel geld, want begraven in de kerk was duurder dan buiten op het kerkhof. Meer dan tweehonderd grafzerken in de blauwstenen vloer zijn er te vinden. Maar de spectaculaire grafmonumenten die de Polanens en Nassaus lieten oprichten vragen heel wat meer aandacht.
Is het exterieur van de kerk al indrukwekkend, het interieur overtreft dit nog. Naast de unieke grafmonumenten zijn er bij restauraties muur- en gewelfschilderingen tevoorschijn gekomen onder dikke lagen kalk. Vanwege de grote cultuurhistorische waarde is er aan de restauratie van dit belangrijke Rijksmonument in 2004 opnieuw een kanjersubsidie toegekend.
Marleen Dominicus-van Soest