|
CSE tehatex HAVO 2009 |
|
1.- Middeleeuwen
|
|
De meeste geschilderde teksten hadden maar een doel:
verwoorden wat niet in beeld te brengen was. De naam van de afgebeelde
persoon, het jaar van ontstaan, de naam van de kunstenaar. Ook de tekst van een
boodschap of een oproep aan de toeschouwer werden
verwoord. |
 |
1.1.- Signaturen van
kunstenaars komen in de middeleeuwen zelden voor. Waarom zouden ze ook? Schilders
zijn in de middeleeuwen producenten van gebruiksartikelen, aan wier producten
ook nog allerlei andere ambachtslieden te pas kwamen. Soms zelfs verdiende de
timmerman meer aan een altaarstuk dan de schilder.
Als
kunstenaars niet anders zijn dan ambachtslieden, waarom zijn er dan überhaupt
gesigneerde middeleeuwse schilderijen? |
 |
1.2.- In het Rijksmuseum
bevindt zich een schilderij, dat is toegeschreven aan de schilder Jacobello
del Fiore. Het stelt de H. Laurentius voor, die zich van zijn
martelwerktuig, een rooster, biddend opricht tot God. |
 |
1.3.- Een van de toonaangevende voorbeelden van de
Noord-Nederlandse schilderkunst is het portret van Lysbeth van Duvenvoorde uit
ca. 1430 in het Rijksmuseum te Amsterdam.
Het is klein van formaat (32 x20.5 cm) en
geschilderd op perkament, dat vervolgens op paneel is aangebracht. Door het wapen op de
voorkant en een inscriptie op de achterkant weten we dat de geportretteerde
Lysbeth van Duvenvoorde moet zijn, de dochter van heer Dirck, baljuw en
dijkgraaf van het Rijnland. |
 |
1.4.-
Het oudste voorbeeld van
Noord-Nederlandse schilderkunst is de zogenaamde Gedachtenistafel van de Heren
van Montfoort. Het is een beschilderd paneel uit ca. 1380. Links zit Maria met
het kind op een troon. Rechts van haar knielen de heren van Montfoort, gekleed
in gelijkvormige wapenrustingen. Boven ieder figuur een wapenschild, een helm en een kroon. Zij
worden aan Maria gepresenteerd door St Joris, die rechts staat |
|
|