Zoeken naar cultuur in Nederland
 
  Reis door cultuur in Nederland
 
  over cultuurwijs abonneer
 
home
terug
opnieuw zoeken
opnieuw zoeken

De schoonheid van arbeid

Kunstwerken met boeren en arbeiders liggen slecht in de markt. Vincent van Gogh wist dat, maar bleef in zijn Hollandse jaren onvermoeid juist zulke tekeningen maken.

Vincent van Gogh, Een houthakker, Nuenen, zomer 1885, zwart krijt, Van Gogh Museum, Amsterdam

Het uitbeelden van de mens aan het werk heeft in de kunst nooit in hoog aanzien gestaan en als het al gebeurde dan was het vanwege de schilderachtigheid van het tafereel of werd de arbeid verheerlijkt (het stoere lichaam van een steenhouwer) of met emotie beladen (armoede, het verdriet van een vissersweduwe).

Arbeid taboe
De echte arbeid, het harde werken op het land, het sloven van een textielarbeider, het zware vissersleven waren geen onderwerpen die bij kunstenaars en hun afnemers erg geliefd waren. Toen de schilder Millet in 1863 naar de Salon in Parijs een schilderij met een boer met een hakbijl had durven inzenden werd hij zelfs uitgehoond. Zelf vond hij het een schilderij 'vol glorie', maar de critici dachten daar anders over, die vergeleken de boer met 'een moordenaar', 'een idioot', 'een monster'.  
Vincent, een groot bewonderaar van Millet, constateerde twintig jaar later dat de situatie nog niet veel veranderd was. Aan zijn broer Theo schreef hij: 'Geen motieven in de schilderkunst zijn zo moeielijk als die alledaagsche figuren. Er bestaat- voor zover ik weet geen enkele akademie waar men leert een spitter, een zaaier, een vrouw die den pot over 't vuur hangt of een naaister leert tekeningen en schilderen.'

Als het leven zelf
Vincent van Gogh, Een arenleester, Nuenen, zomer 1885, zwart krijt, Rijksmuseum Kröller-Müller, Otterlo
En dat  waren nu net onderwerpen waar Vincent juist wel in geïnteresseerd was. Hij schreef in de brieven aan Theo bladzijden vol over zijn relatie met arbeiders en boeren, over de studies en tekeningen die hij van ze maakte. Dat Theo hem keer op keer duidelijk probeerde te maken dat het moeilijk was kopers voor zulk werk te vinden, deerde hem niet.
Hij hoopte, zo schreef hij, 'dat er altijd wel mensen zouden zijn, ook in de grote stad, die heimwee blijven voelen naar het veld en de boeren.'
Of hij dacht dat hij door zijn tekeningen als illustrator voor tijdschriften ontdekt zou worden en daarmee geld zou kunnen verdienen. 
Vincent had nog een ideaal: als er van zijn tekeningen toch ooit eens series gedrukt zouden worden die de arbeiders zelf in hun huizen zouden hangen. 'Geen resultaat van mijn werk zou mij aangenamer zijn dan dat gewone werklui zulke bladen in hun kamer of werkplaats hingen. Dat er Hollandsche tekeningen gemaakt, gedrukt, verspreid worden, bestemd voor de arbeiderswoningen, boerderijen, in een woord voor ieder werkman.'
Vincent vond dat hij vooral figuren moest tekenen die met iets bezig waren, ook al was  dat moeilijker dan figuren in ruste: 'actie uit te drukken is zeer moeilijk.' 'Maar', schreef hij, 'de waarheid is dat er meer sjouwerij dan rusten in het leven is'.

Boerenschilder
In 1883 was Vincent uit geldgebrek weer bij zijn ouders gaan wonen, in Nuenen. Niet tot wederzijds genoegen. In een brief aan Theo schreef hij dat hij zich voelde als een 'grooten ruigen hond' die mensen met tegenzin in huis nemen. Onderwerpen vond Vincent in Nuenen genoeg: wevers, landarbeiders en boeren. Na een tijdje had hij zelfs het idee dat hij een echte 'boerenschilder' zou kunnen worden. Hij wilde niet alleen kijken en tekenen, maar 'hun doen en laten van binnenuit aanvoelen'. Toch waren voor de boeren en arbeiders die model stonden zijn tekeningen even ongewoon als voor de kunstliefhebbers die ze zouden moeten kopen. Het was niet altijd gemakkelijk zijn modellen ervan te overtuigen dat hij ze wilde tekenen terwijl ze aan het werk waren en niet stijf poserend in hun zondagse pak.

Vincent van Gogh, Een boerin die aardappels rooit, zomer 1885, (opschrift: Arracheuse de pommes de terre), houtskool en zwart krijt, Van Gogh Museum, Amsterdam

Om de verkoopbaarheid van zijn tekeningen te bevorderen voegde Vincent aan de studies van boeren soms een achtergrond toe en gaf hij ze een titel in het Frans. Dan kon Theo ze laten inlijsten en in de kunsthandel in Parijs ter verkoop aanbieden. Veel helpen deed dat niet: boeren en arbeiders bleven vooralsnog een onderwerp waarin kopers nauwelijks geïnteresseerd waren.

Annemarie Vels Heijn



Zie ook..
 
Instelling:
Digitaal Erfgoed Nederland
 
Publicatiedatum:
24 maart 2004