Zoeken naar cultuur in Nederland
 
  Reis door cultuur in Nederland
 
  over cultuurwijs abonneer
 
home
terug
opnieuw zoeken
opnieuw zoeken

Kinderarbeid in de Twentse textielindustrie

Ga je terug in de tijd, naar een kleine 200 jaar geleden, dan had je een goede kans, dat je aan het werk was. Zeker wanneer je in Oost-Nederland woonde, in Twente bijvoorbeeld. Begin 19de eeuw waren veel kinderen van zeven of acht jaar al volop aan het werk, de hele dag. En niemand die dat toen gek vond.

Gijsbert Karel van Hogendorp

Opmerkingen van G.K. van Hogendorp over het arbeidsloon in de gepubliceerde versie van zijn Reisverslag, Collectie Nationaal Archief

Zo schreef in 1819 de staatsman Gijsbert Karel van Hogendorp dat 'wanneer de textielfabrieken in Twente goed draaien, de kinderen niet meer tot last zijn van hun ouders'. Met andere woorden die kinderen droegen hun steentje bij aan het inkomen van het hele gezin. Dat was ook wel nodig, want de lonen waren laag. Zo verdiende een volwassen arbeider zo'n 12 stuivers per dag en een kind iets meer dan de helft van dat bedrag. De prijzen waren natuurlijk ook veel lager. Zo kostte bijvoorbeeld een roggebrood ongeveer zeven cent.
Toch vond zelfs Van Hogendorp onderwijs belangrijk. Het volgen van onderwijs was een manier om vooruit te komen in het leven. Daarom moesten de fabrikanten in zijn ogen, ergens op de lange werkdag, tijd vrijmaken om hun jeugdige werknemers onderwijs te laten volgen. Niet dat zij dat allemaal deden.

Briefhoofd van de Koninklijke Stoomweverij te Nijverdal van G.& H. Salomonson, 1856, Collectie Nationaal Archief

Enquêtes
Rond 1840 begon men de kinderarbeid aan de kaak te stellen. Onze toenmalige koning Willem II kreeg vanuit het buitenland anonieme brochures toegestuurd, waarin schande werd gesproken over wantoestanden rond kinderarbeid in Engelse en Franse fabrieken. Geschrokken lieten koning en ministers in de jaren '40 en '50 van de 19de eeuw een aantal enquêtes houden, zeg maar schriftelijke onderzoeken, naar de situatie in de Nederlandse fabrieken. De eerste decennia leidden al die inspanningen van de regering nog tot weinig of niets.

Kattebelletje over Fabriekskinderen van J.R. Thorbecke. Dit staat er: "Fabriekskinderen, Zoo min mogelijk tussenkomst der wet waar sociale kracht in ontwikkeling alleen helpen kan. Fabriekanten helpen reeds, en doen veel meer dan de wet zou kunnen doen." Collectie Nationaal Archief

Protesten
Toch klonken de protesten tegen arbeid door jonge tot zeer jonge kinderen al maar luider en luider. Schrijvers en dichters gaven blijk van hun boosheid en ook politici trokken zich het lot van de kinderen aan en zelfs een aantal fabrikanten.

Kinderwet van Van Houten
In 1874 kwam als eerste sociale wet, de wet op de kinderarbeid tot stand. Het liberale Tweede Kamerlid Samuel van Houten diende zijn initiatiefwet in: kinderen beneden de 12 jaar mochten niet meer werken in fabrieken. Alleen kwam er geen controle op het naleven van de wet. Je kunt wel raden wat er gebeurde: de wet werd massaal overtreden.

Verordening van de gemeente Ambt Hardenbergh op arbeid door kinderen beneden de twaalf jaar, 1885, Collectie Nationaal Archief

Definitieve regeling
Pas met de arbeidswetten van 1889 kwam er een einde aan de fabrieksarbeid door kinderen beneden de twaalf jaar. Voortaan zaten kinderen gewoon tot hun twaalfde op school!

Cees Jan van Golen



Zie ook..
 
Instelling:
Nationaal Archief
 
Publicatiedatum:
24 maart 2004