Scheepsbouw

Maker onbekend Model van een Oostindiëvaarder Ca. 1740-1750 Rijksmuseum, Amsterdam

De Nederlandse visserij- en koopvaardijvloot groeit in de 16de eeuw explosief. In veertig jaar tijd vervierdubbelt het tonnage naar ruim 230.000 ton en worden de schepen groter en sneller, mede door verbeterde tuigage. Nederland heeft een uitstekende naam op het gebied van de scheepsbouw en scheepsreparatie. Rotterdam, de Zaanstreek en Amsterdam zijn belangrijke scheepsbouwcentra.

De Amsterdamse Verenigde Oostindische Compagnie-werf op Oostenburg met zijn indrukwekkende zeemagazijn wordt in de loop van de 17de eeuw één van de modernste industriecomplexen van de wereld. In hoogtijdagen biedt de werf werk aan zo'n 1500 man. Behalve scheepstimmerlieden zijn dat onder meer mastenmakers, ankersmeden, touwslagers en spijker-en boutmakers. Een groot deel van de bevolking is afhankelijk van de scheepsbouw.