zoeken
mail a friend








Watertorens

Een watertoren is een gebouw waarmee drink-en sproeiwater onder druk kan worden gedistribueerd. Eenvoudig samengevat werkt dit als volgt: boven in de toren bevindt zich een hoogreservoir. Vanuit de kelder wordt het water opgepompt naar dit reservoir. Hier wordt het drinkwater door een buizennet naar de gebruikers afgevoerd. Het reservoir boven in de watertoren dient dus als hoogdrukinstallatie voor ons waterleidingsysteem.

 
 Verder lezen op de site van Open Monumentendag over:
  • De watertoren in Stad Delden
  • Watertoren, heuveloord, Utrecht 
  • De watertoren in Oost-Souburg
  • De Industriële Revolutie van eind 18de eeuw zorgde voor innovaties op technische gebied. De toepassing van de stoommachine, een doorbraak in de aandrijving van pompinstallaties, en het gebruik van gietijzeren buizen voor de leidingen zorgden voor een eerste impuls om drinkwatervoorzieningen aan te leggen. Zuiveringsinstallaties werden toen nog niet gebruikt. Pas nadat gebleken was dat er een verband bestond tussen verontreinigd drinkwater en cholera kwam men op het idee om filters te plaatsen. Deze ontdekking viel juist in de periode rond 1854 dat in Nederland de eerste drinkwatervoorziening in gebruik genomen werd.
    In ons land werden vanaf het midden van de 19de eeuw 260 watertorens gebouwd. De ontwerpers, veelal ingenieurs, probeerden van iedere watertoren iets bijzonders te maken als herkenningspunt in het landschap. Watertorens kregen een sterk symbolische betekenis als overwinning op de strijd tegen slechte hygiënische omstandigheden, als bolwerk tegen epidemieën.

    Geheel identieke watertorens zijn er in Nederland eigenlijk niet gebouwd. Ofschoon het hooggelegen reservoir wel de vorm dicteerde, speelden de verschillende architectuurstromingen een grote rol bij de totstandkoming. In de tweede helft van de 19de eeuw, waarin de steden zich enorm uitbreidden, zien we een tendens naar een meer expressieve architectuur. Dankzij kunsthistorische studies kon men putten uit een overvloed van stijlen. Neostijlen bleken geliefd. Dit zijn stijlen die kenmerken van een vroegere stijl opnieuw hanteren.
    Voor de watertorens werd in deze tijd vaak gekozen voor de neoromaanse bouwstijl. Deze stijl sloot door zijn sobere karakter beter aan bij de functionele aard van de watertoren. De neogotiek en de neorenaissance werden doorgaans te kostbaar en te bewerkelijk gevonden. Toch zijn ook hier een aantal prachtige voorbeelden van bewaard gebleven, zoals de watertorens in Middelburg (neogotiek) en Stad Delden (neorenaissance).

    Inmiddels functioneren veel van deze watertorens niet meer omdat ze voor drinkwatervoorziening overbodig zijn geworden. Moderne pompsystemen hebben de taak van de torens overgenomen en zijn goedkoper. Afbreken gebeurt de laatste tijd gelukkig nog maar weinig. Van de ruim 170 overgebleven watertorens hebben inmiddels tientallen een nieuwe functie gekregen en deze trend zet zich voort. Voorbeelden van torens met een tweede leven zijn een woontoren in Soest, een draaiend restaurant in Nieuwleusen (Overijssel), een bistro in Boskoop een lokaal radiostation in Den Helder en een expositie- en tentoonstellingsruimte in Oost-Souburg. Veel van deze watertorens hebben een architectonische en stedenbouwkundige waarde, wat in een groot aantal gevallen heeft geleid tot plaatsing op de monumentenlijst.

    Miriam Schneiders

    Lees meer over:  

     


    Instelling:
    Stichting Open Monumentendag