zoeken
mail a friend








Hofjes

Hofjes waren instellingen met een eenvoudige vorm van oudedagsvoorziening voor mensen die in behoeftige omstandigheden verkeerden. De hofjes bestonden uit tien tot dertien huisjes gebouwd rond een binnenplaats. In het midden stond de pomp en in de opgedeelde tuintjes werden groenten en bloemen gekweekt met daarnaast een bleekveldje. Het besloten karakter is ontleend aan de begijnhoven, die sinds de middeleeuwen werden opgericht in de meeste steden van Nederland. Begijnhoven waren bestemd voor ongehuwde vrouwen of weduwen die in gemeenschappen woonden en waarvan de levenswijzen overeenkomsten hadden met die van kloosterlingen. Alleen in Amsterdam en Breda bevindt zich nu nog een begijnhof.

 

 

Meer lezen op de site van Open Monumentendag over:

  • Het Hofje van Staats, Haarlem  
  • De Bruntenhof, Utrecht 
  • Het Tevelingshofje, Leiden 
  • Het stichten van hofjes had zijn oorsprong in de 14de eeuw. De stichters waren kapitaalkrachtige particulieren, die uit oogpunt van liefdadigheid, bij testament geld beschikbaar stelden voor de bouw en het beheer. Pas na het overlijden werd met de bouw begonnen, terwijl de bouwlocatie vaak al bekend was. Hofjes zijn een typisch Noord-Nederlands verschijnsel. Overigens treffen we ze ook wel aan in het buitenland, maar dan bijna altijd in plaatsen die nauwe banden hadden met Nederland.

    Voor de hofjes heerste een zeer selectief toelatingsbeleid. In verreweg de meeste gevallen ging uit praktische overwegingen de voorkeur uit naar alleenstaande vrouwen, ongehuwd of weduwe, met een ondergrens van 50 jaar en die in staat waren zelfstandig een huishouden te voeren. Een belangrijke taak was weggelegd voor het college van regenten. De regenten beheerden de financiën, hielden toezicht op de reglementen, stelden de preuven (bijdragen in levensonderhoud van de bewoners) vast en zagen toe op het welzijn van het hofje. De regenten vergaderden in een speciale ruimte, de veelal luxueus ingerichte regentenkamer.

    De bloeitijd van de hofjes lag in de 17de en 18de eeuw. Er ontstaan dan een aantal hofjes zoals in Haarlem en Amsterdam met een monumentaal karakter, anders en ruimer van opzet dan de intieme en eenvoudige complexen uit de eerdere periode. De hoofdingang en de regentenkamer krijgen meer aandacht en de toenemende welvaart is af te lezen aan de rijke decoratie.
    In de 19de en 20ste eeuw maken de hofjes een moeilijke periode doordat de meeste in financiële problemen raken. Het dieptepunt ligt in de jaren vijftig van de 20ste eeuw als gevolg van de hogere levensstandaard en betere sociale voorzieningen.
    Tegenwoordig zijn er nog circa 150 hofjes bewaard gebleven, waarvan de meeste zich in Noord- en Zuid-Holland bevinden. Vanwege de grote cultuurhistorische en stedenbouwkundige waarde zijn de hofjes in de loop der jaren gerestaureerd en zijn de woningen aangepast. Nieuwe woonvormen, zoals huisvesting voor jongeren en studenten hebben gezorgd voor een passende herbestemming.

    Miriam Schneiders

    Lees meer over:  

     


    Instelling:
    Stichting Open Monumentendag