Handelsreizigers in de Oost
Handelsreizigers in de Oost - De Verenigde Oostindische Compagnie: handelsonderneming in Azië
Tegen het einde van de zestiende eeuw werden de Nederlandse expedities naar Azië steeds succesvoller. Om deze expedities te reguleren werd in 1602 de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) opgericht. Het bestuur werd gevormd door de Heren Zeventien: afgevaardigden uit verschillende Nederlandse steden, waarvandaan de eerste expedities georganiseerd werden. De VOC bouwde langzaam, met gebruikmaking van geweld, een imperium op in Azië. Aan het hoofd van dit imperium stond een Gouverneur-Generaal, die gevestigd was in Batavia, de ‘hoofdstad’ van het gebied. Een heel bekende Gouverneur-Generaal was Jan Pieterszoon Coen, die een groot gedeelte van het VOC-imperium in Azië opbouwde. Hij heeft ooit de regels opgesteld waar werknemers van de VOC zich nog 200 jaar aan hebben moeten houden. De Gouverneur-Generaal leidde vaak een leven van rijkdom en macht. Heel anders was het voor de gewone matrozen. Het leven op zee was gevaarlijk; er heersten veel ziekten, zoals vlektyfus en scheurbuik. Veel matrozen bleven ook achter in Azië, om daar voor de VOC te werken. Uiteindelijk keerde een op de drie matrozen niet terug naar Nederland.
De VOC heeft een grote invloed op de Nederlandse samenleving gehad, voornamelijk doordat de opbouw van het VOC-imperium voortvloeide in de kolonisatie van Indië. De VOC zelf speelde geen rol meer in deze kolonisatie: de Compagnie was toen al opgeheven.
Universiteit van Amsterdam Faculteit der Geesteswetenschappen, Geschiedenis (universiteit, faculteit, opleiding)
Aan de slag met dit pakket!
|
|
Forensische Statistiek
Handelsreizigers