
|
11.
Eugène Delacroix (Charenton 1798 ‑ Parijs 1863)
Haremvrouw
aquarel en potloodschets
Aanbiedingstekst p.
24‑25
Bronnenbundel p. 49‑52
|
 |
12.
Eugéne Delacroix (Charenton 1798 ‑ Parijs 1863)
Vrouwen van Algiers, 1834
olieverf/doek, 180 x 229,
Parijs, Louvre
Aanbiedingstekst p.
24‑25
Bronnenbundel p. 49‑52
|
 |
13.
Samuel Pepys Cockerell (1754 ‑ 1827)
Paviljoen, 1805, Sezincote
Hoewel
hij wel adviseerde bij de bouw van dit paviljoen op het landgoed Sezincote,
schuift Repton in zijn geschriften alle verantwoordelijkheid voor de bouw
naar de broer van de eigenaar, Samuel Pepys Cockerell. Het was Reptons
eerste kennismaking met de hem tot dan toe onbekende 'Hindoe' stijl. Het
paviljoen werd gebouwd in dezelfde periode, waarin hij, in opdracht van de
Prins van Wales, zijn eerste ontwerpen op papier zette voor een verbouwing
van het paviljoen in Brighton.
Aanbiedingstekst p.
25‑27
Bronnenbundel, p. 52‑53
|
 |
14.
John Nash (Londen 1752 ‑ Isle of Wight 1835)
Muziekzaal,
1815‑1823
Royal
Pavilion, Brighton
Aanbiedingstekst p.
25‑27
Bronnenbundel p. 54‑56
|
 |
15.
John Nash (Londen 1752 ‑ Isle of Wight 1835)
Ingang
van het Pavilion, 1815‑1823
Royal Pavilion, Brighton
Aanbiedingstekst p.
25‑27
Bronnenbundel p. 54‑56
|
 |
16.
Alphonse Balat (Gochenée 1818 ‑ Brussel 1895)
Plantenkas
in Laken bij Brussel, ca 1880
De
hele 19de eeuw werden grote kassen gebouwd, waarin wintertuinen werden
aangelegd. De wintertuin van Laken behoort tot het complex van het
Koninklijk Paleis aldaar.
Aanbiedingstekst p.
27‑28
Bronnenbundel p. 56‑59
|
 |
17.
Ir James Kibble
Kibble
Palace,
Glasgow,
Botanic Gardens
Deze
in 1860 gebouwde kas met wintertuin verhuisde in 1873 naar de Botanische
tuin van Glasgow, waar hij voor een groter publiek toegankelijk werd.
Aanbiedingstekst p.
27‑28
Bronnenbundel p. 56‑59
|
 |
18.
Ando Hiroshige (Edo, (Tokio) 1797 ‑ Edo 1858)
Interieur
van een theehuis met uitzicht op zee, 1840 Kleurenhoutsnede, 38,5 x 26,4
Dergelijke
Japanse prenten werden door de impressionisten en Van Gogh diepgaand
bestudeerd.
Aanbiedingstekst
p. 29‑32 Bronnenbundel p. 66‑69, afb.p.75, p. 76‑79
|
 |
19.
James McNeill Whistler (Lowel Mass. 1834 ‑ Chelsea Londen 1903)
Nocturne
in blue en gold, Old Battersea Bridge, 1872‑1873
olieverf/doek,
66,6 x 50,2, Londen, Tate Gallery
Aanbiedingstekst p.
29‑32
Bronnenbundel
p. 69‑72
|
 |
20.
James McNeill Whistler (Lowel Mass. 1834 ‑ Chelsea Londen
1903)
Het gouden kamerscherm, 1864
olie/hout,
50,2 x 68,7, Washington D.C.,
Smithsonian
Institution
In
dit schilderij heeft Whistler een overvloed aan Japanse objecten verwerkt.
Toch heeft hij geen Japans schilderij gemaakt.
Aanbiedingstekst p. 37 |