
|
21.
George Hendrik Breitner (Rotterdam 1857 ‑ Aerdenhout 1923)
De rode kimono. ca 1893
olieverf/doek, 50 x 76,
Amsterdam, Stedelijk Museum,
Ook
Breitner werd geboeid door de kleurige patronen
van de Japanse kimono. Hij heeft zijn favoriete model verschillende
malen uitgebeeld in dit in Europa vooral als ochtendjas gedragen
kledingstuk. Het is verrassend om Breitners verwerking van het motief te
vergelijken met die van Whistler in het vorige schilderij.
Aanbiedingstekst p. 37
Bronnenbundel afb. op p.
70‑71
|
 |
22.
links
Ando
Hiroshige (Edo (Tokio) 1797 Edo 1858)
De bloeiende pruimenboom in de
Kameidotuin, ca 1856‑1858
Kleurenhoutsnede, 35 x 22,5
rechts
Vincent van Gogh (Zundert 1853
‑ Auvers s/Oise 1890)
De boom, Parijs ca
1886‑1888
olieverf/doek, 55 x 46,
Amsterdam, Rijksmuseum Vincent van Gogh
In
zijn enthousiasme voor alle nieuwe gezichtspunten, die de Japanse
kunstenaars hem boden, schilderde Van Gogh verschillende prenten
letterlijk na.
Aanbiedingstekst p. 32
Bronnenbundel p. 75‑79
(vergelijk ook p. 61)
|
 |
23. Paul
Gauguin (Parijs 1848 Atuona, Marquesas eilanden 1903)
Te
faaturuma (La boudeuse het mokkende meisje), 1891 olieverf/doek, 91 x 68,
Worcester Art Museum
Dit
schilderij behoorde tot de zending, die zijn vrouw in het voorjaar van
1892 in Kopenhagen moest exposeren onder hun Tahitiaanse titel. Daarna
hing het in het najaar op een tentoonstelling in Parijs, waar de schilder
Degas het kocht. Het motief van het op haar elleboog leunende model heeft
ook Degas verschillende malen toegepast bij zijn danseressen in
rusthouding. Gauguin heeft een nieuw standpunt gekozen. De compositie
lijkt geďnspireerd door sommige Japanse prenten. Gauguin bestudeerde net
als veel van zijn generatiegenoten de Japanse kunst en ontleende daar
bepaalde elementen aan. Dat is bijvoorbeeld ook duidelijk in het
'Stilleven met jonge hondjes (Bronnenbundel p. 80), waar de vormen geen
schaduwen hebben en het vlak van de tafel bijna het hele schilderij vult.
Aanbiedingstekst p. 32
Bronnenbundel p. 79‑80
|
 |
24.
Paul Gauguin (Parijs 1848 ‑ Atuona, Marquesas eilanden 1903)
Twee figuren naast een beeld,
1892‑1893
aquarel,
10,2 x 7,2, Parijs, Louvre, Cabinet des Dessins
Deze
aquarelis gemaakt als illustratie voor het boek Ancien Culte Mahorie, dat
hij van plan was te schrijven. In deze voor hem uitzonderlijk symmetrische
compositie geeft hij een beeld van de godenwereld (de Tiki's) met de
bijbehorende ornamenten.
Aanbiedingstekst p.
33‑36
Bronnenbundel p. 83‑84 |
 |
25.
Frangois‑Eugčne Rousseau (Parijs 1827 ‑ Parijs 1890)
Vaas, ca 1880
gegraveerd kristal in
verschillende lagen, h. 18,4,
Baltimore,
Walters Art Gallery
Rousseau
was zelf ook een handelaar in aardewerk en glas. Hij was een van de
eersten, die zich door Japan liet inspireren. Hij maakte ontwerpen in glas
in de trant van wat de Japanners zelf vooral in lak en glazuur uitvoerden,
zoals deze in de stroom golvende karper. De techniek van verschillende
lagen gekleurd glas, waarin vervolgens wordt gegraveerd is afkomstig uit
China.
|
 |
26.
Emile Gallé (Nancy 1846 ‑ Nancy 1904)
Vaas, ca 1905
melkglas met gekleurde
bovenlaag, h. 17, part. coll.
Chinees snuiftabakflesje,
18de‑19de eeuw
wit glas met gekleurde
bovenlaag, h. 7,7, Wenen,
Oesterreichisches Museum für
angewandte Kunst
Emile
Gallé had in Nancy een eigen fabriek waar hij 'Galléglas' maakte. Van
1885‑1888 werkte hij daar samen met een Japanse schilder/botanicus.
|
 |
27.
Louis Comfort Tiffany (New York 1848 ‑ New York 1933) Vaas,
ca 1897
De
glasmaker Tiffany werd door Bing ontdekt in Amerika. Allereerst werd zijn
interesse gewekt, omdat Tiffany een collectie Oosterse kunst bezat en
vervolgens omdat zijn ontwerpen volgens Bing een voorbeeld voor de
Europeanen konden zijn. Japanners die ter gelegenheid van de verschillende
wereldtentoonstellingen Europa bezochten, noemden de nieuwe, onder andere 1 door
hen geďnspireerde stijl, de Art Nouveau, 'de stijl van de verlengde,
rondgaande lijn' en hoewel ze deze stijl verrassend vonden, getuigde hij
in hun ogen ook een tikje van slechte smaak. Siegfried Bing verzorgde
exposities, waar niet alleen Japanse kunst werd getoond maar daarnaast ook
Franse ontwerpen van bijvoorbeeld Gallé en Eugéne Rousseau. Hij verkocht
hun werk aan particuliere klanten maar ook aan verschillende buitenlandse
musea voor toegepaste kunst. Ook had hij nauwe contacten met de Londense
firma Liberty & Cie, waar de ontwerpen
van Morris en Crane werden verkocht.
Aanbiedingstekst p. 36
Bronnenbundel p. 64‑65,
72‑74
|
 |
28.
Détail
van een stuk Japans textiel,
gereproduceerd in 'Le Japon
Artistique van juni 1888
De
uitstekende reproducties in dit door Bing uitgebrachte blad waren een bron
van informatie voor zowel kunstenaars als wetenschappelijke
belangstellenden.
Aanbiedingstechniek p. 36
Bronnenbundel
p. 64‑65 |
 |
29.
Paul Gauguin (Parijs 1848 ‑ Atuona, Marquesas eilanden 1903)
Hina te Fatou, 1892‑1893
hout,
h. 32,7,
Toronto,
Art Gallery of ontario
Volgens
het Polynesische scheppingsverhaal verenigde Hina, de godin van de lucht
en de maan, zich met Taaroa, de oppergod van het heelal. Uit deze
verbintenis sproot Fatou, de geest die de aarde bezielde. Gauguin heeft de
volgende dialoog tussen Hina en Fatou verbeeld:
Hina sprak tot Fatou: Laat de
mens herleven of weer opstaan na zijn dood.
Fatou antwoordde: Nee, ik zal
hem niet laten herleven. De aarde zal sterven, de planten zullen doodgaan.
Zij zullen net zo doodgaan als de mensen, die zich ermee voeden. De grond,
die hen voortbrengt, zal sterven. De aarde zal sterven, de aarde zal een
einde vinden; zij zal eindigen om niet weer geboren te worden. Hina
antwoordde: Doe zoals gij wilt; ik zal wel de maan laten herleven. En wat
Hina bezat bleef bestaan. Wat Fatou bezat kwam om en de mens moest
sterven.
Aanbiedingstekst p.
33‑36
Bronnenbundel p. 79‑84
|
 |
30.
Paul Gauguin (Parijs 1848 ‑ Atuona, Marquesas eilanden 1903)
Daar is de Marae, 1892
Olieverf/doek, 68 x 91,
Philadelphia,
Museum of Art
Een
marae is een tempelterrein of een heilige plek. Hier doemt het beeld van
een godheid , een Tiki, op. Het hek eromheen is versierd met schedels.
Gauguin heeft dit motief waarschijnlijk ontleend aan sieraden van de
Marquesas, niet aan een bestaand ritueel. Het schilderij geeft Gauguins
interpretatie van de Maori mythologie.
Aanbiedingsteket p.33‑36
Bronnenbundel p. 79‑84
|