Diaserie Groots en meeslepend (1996)

Pathos en grandeur in de beeldende kunst

Centraal Schriftelijk Eindexamen Beeldende Vakken VWO 1996 (gescand en beschikbaar gesteld door: Peter Vermaas Penta College) De diaseries zijn samengesteld door het LOKV evenals de begeleidende tekst.

[Dia 1-10] [Dia 11-20] [Dia 21-30] [Dia 31-40] [Dia 41-50] [Dia 51-60]

groots-en-meeslepend11.jpg (148995 bytes)

11 Boris Michailovich lofan (Odessa 1891 ‑ Moskou 1976) Vladimir A. Stchuko (Berlijn 1878 ‑ Moskou 1939) Vladimur Georgievlich'Helfreich ( St. Petersburg 1886 ‑ Moskou 1967) Ontwerp voor het Paleis van de sovjets: Perspectief vanuit het oosten, 1932‑1933

Degenen die in eerste instantie het idee opvatten voor dit monumentale paleis stond in feite een vergrote versie voor ogen van het Paleis van de Arbeid dat een kleine tien jaar eerder was verrezen.

Zoals een plaatselijke partijleider het uitdrukte, moest het als volgt worden: 'een betoverend paleis voor arbeiders en boeren dat een symbool zal zijn van onze toe­komstige macht en van de triomf van het communisme hier en in het westen. Het moet vriend en vijand laten zien dat wij, door hen verachte half‑aziaten, deze zon­dige aarde kunnen versieren met grootse bouwwerken waar ook onze grootste vij­anden nog nooit van hebben gedroomd.' Er moesten auditoria komen met daglicht voor resp. 6000 en 15.000 mensen in afzonderlijke gebouwen, het geheel moest monumentaal zijn en in passende mate­rialen worden uitgevoerd Er werd in Moskou een plek uitgekozen, waar al een overwinningsmonument stond, namelijk de kerk van de Verlosser ter herinnering aan de Russische zege op Napoleon. (Deze in 1931 afgebroken kathedraal wordt nu opnieuw opgebouwd als monument voor de overwinning op het sovjetregime en moet in 1997 weer op deze plek staan.)

Het plan doorliep achtereenvolgens verschillende fasen. Aanvankelijk kregen drie avant‑garde architecten opdracht een opzet te maken. Daarna volgde een open internationale prijsvraag, waar ook architecten als Le Corbusier en Gropius aan meededen. De meer klassiek georiënteerde Boris lofan, net terug van een studiereis naar Rome, viel met twee anderen in de prijzen. De tactiek van de jury was om de architecten in groepjes te laten werken aan een verder uitwerking. Zo kreeg lofan twee architecten toegevoegd, die in Moskou werkten aan de bouw van de Leninbibliotheek: Stchuko en Helfreich.

Het idee dat de jury bijzonder aansprak was de toren die kon dienen als voetstuk voor een 75 m hoog beeld van Lenin. Op die manier had men in één klap een monument voor Lenin èn een plek waar massale bijeenkomsten van arbeidersvertegenwoordigers konden worden gehouden. De volgende besloten prijsvraag tussen de aldus gevormde groepen in mei 1933 kreeg uitdrukkelijk opdracht dit element te handhaven. De uitslag van de prijsvraag geeft door de oriëntatie op het verleden de richting aan van de toekomstige sovjetarchitectuur. Deze tekening behoort tot de inzending in de vierde besloten fase in februari 1933. Op de voorgrond gaat een parade over de brug. Op de achtergrond is het neoclassicistische gebouw te zien van het Poesjkinmuseum uit 1898‑1912. De functie van de toren is behalve als baken van herkenning, niet echt duidelijk.

Aanbiedingstekst: p. 29‑31 Bronnenbundel: p. 39‑45

groots-en-meeslepend12.jpg (137546 bytes)

12 Boris Michailovich lofan (Odessa 1891 ‑ Moskou 1976) Vladirnir A. Stchuko (Berlijn 1878 ‑ Moskou 1939) Vladirnur Georgievich Helfreich ( St. Petersburg 1886 ‑ Moskou 1967) Ontwerptekening voor het Paleis van de sovjets, 1935 waterverftekening

Op deze tekening is het basisontwerp van lofan goed te zien. Alle volgende tekeningen zijn nadere uitwerkingen van dit basisontwerp.

Aanbiedingstekst: p. 29‑31 Bronnenbundel: p. 39‑45

groots-en-meeslepend13.jpg (141589 bytes)

13 Boris Michailovich lofan (Odessa 1891 ‑ Moskou 1976) Vladirnir A. Stchuko (Berlijn 1878 ‑ Moskou 1939) Vladirnur Georgievich Helfreich ( St. Petersburg 1886 ‑ Moskou 1967) Nadere uitwerking van het ontwerp voor het Paleis van de sovjets: perspectief vanaf de oostzijde over de rivier de Moskwa

Na de uitslag werden talrijke uitwerkingen gemaakt van lofans winnende ontwerp door het team van de drie architecten. lofan werd benoemd tot hoofdarchitect van het project met Stchuko en Helfreich als assistenten. De plaats waar het monumentale gebouw moest verrijzen lag aan de Moskwa bij de Volkhonkastraat.

Aanbiedingstekst: p. 29‑31 Bronnenbundel: p. 39‑45

groots-en-meeslepend14.jpg (98173 bytes)

14 Boris Michallovich lofan (Odessa 1891 ‑ Moskou 1976) Vladimur Georgievich Helfreich ( St. Petersburg 1886 ‑ Moskou 1967) Model van het sovjetpaleis, 1942‑1943

In 1941 werd de bouw uitgesteld, omdat Rusland in oorlog kwam met Nazi-Duitsland. Toch werkten de twee overgebleven architecten (Tschuko was inmiddels overleden) blijkbaar nog wel verder aan het project.

Aanbiedingstekst: p. 29‑31 Bronnenbundel: p. 39‑45

 

groots-en-meeslepend15.jpg (154482 bytes)

15 Boris Michailovich lofan (Odessa 1891 ‑ Moskou 1976) Vladimur Georgievich Helfreich ( St. Petersburg 1886 ‑ Moskou 1967) Ontvangsthal van het paleis van de sovjets, 1946

Kennelijk hebben de architecten na de oorlog de hoop niet opgegeven dat het paleis alsnog zou worden gebouwd. Misschien moet deze tekening gezien worden als onderdeel van een poging het project nieuw leven in te blazen. Qua opvatting wijkt deze tekening niet veel af van de neoclassicistische stijl van de Leninbibliotheek van Tschuko en Helfreich uit 1928.

Aanbiedingstekst: p. 29‑31 Bronnenbundel: p. 39‑45

groots-en-meeslepend16.jpg (121162 bytes)

16 leoh Ming Pei (China 1917, sinds 1954 Amerikaans staatsburger) Piramide van het Louvre, 1988‑1991 Parijs

Met de glazen piramide heeft Pei de entree van het Louvre opgeknapt en uitgebreid met een ondergronds complex. Hoewel hij er de proporties van de grote piramide van Gizeh aan heeft gegeven (met een hoogte van 21,6, een basislijn van 43,2 meter en een hellingshoek van 50,7 graden), wijst Pei elke verbinding met de Egyptische grafmonumenten af. Zijn inspiratie voor de ingreep op de Cour Napoléon heeft hij volgens zijn zeggen bij de tuinman van Louis XIV gevonden: in de uitgewogen geometrische tuinaanleg van Le Nótre. Pei heeft een verfijnde samenhang weten te brengen tussen de bestaande gebouwen en zijn piramide. Zeven bassins omringen deze piramide; de reflectering van zonlicht en gebouwen in glas en water zorgt voor een levendig effect. De granieten bassinranden vormen een uitnodiging aan het publiek erop plaats te nemen.  

Aanbiedingstekst: p. 32‑33 Bronnenbundel: p. 45‑48

groots-en-meeslepend17.jpg (148390 bytes)

17 leoh Ming Pei (China 1917) Trap naar de benedenverdieping in het interieur van de piramide

Aanbiedingstekst: p. 32‑33 Bronnenbundel: p. 45‑48

 
groots-en-meeslepend18.jpg (102349 bytes)

18 Johan Otto von Spreckelsen (1929 ‑ 1987) Paul Andreu (Caudéran 1938) Arche de la Défense, 1984‑1989 Doorzicht (zie ook doorsnede Bronnenbundel p. 50 Parijs

Het oorspronkelijke idee was de historische as van de hoofdstad in la Défense een eindpunt te geven door een hoge toren. Nadat verschillende architecten zonder resultaat waren geraadpleegd, besloot men tot een internationale wedstrijd. Pas in 1983 kwam de Deen Johan Otto von Spreckelsen als winnaar van de 424 deelnemers uit de bus. Zijn 'boog' kreeg van iedereen bijval. Deze kubus van meer dan honderd meter hoog, bekleed met wit marmer, opent zich naar de horizon als 'een venster op de wereld'. Het ontwerp past in de lijn van de geometrisch abstracte vormen van la Défense en plaatst zich zelfverzekerd op de 'as', maar zet zich af tegen de rest door de leegte die hij insluit.

Voor sommigen mag het een 'triomfpoort' zijn, voor anderen een 'open venster op de toekomst', de monumentale waarde van de Arche is onbetwist. Paul Andreu, de architect die het project heeft overgenomen, heeft verklaard dat zelfs voor het in gebruik nemen de Arche al vele ingrijpende veranderingen heeft ondergaan. Voor zijn dood heeft Von Spreckelsen zich er echter van verzekerd dat de uitbreiding van de oppervlakken niet zou leiden tot de verwoesting van de ver­houdingen van het bouwwerk. Soms betoonde hij zich daarbij onhandelbaar jegens ieder die het waagde veranderingen aan te brengen en daarmee de zuiverheid van zijn ontwerp aan te tasten.

Aanbiedingstekst: p. 32‑34 Bronnenbundel: p. 48‑50

groots-en-meeslepend19.jpg (156696 bytes)

19 Johan Otto von Spreckelsen (1929 ‑ 1987) Paull Andreu (Caudéran 1938) Binnenwand van Arche de la Défense

Om de metafoor van de leegte voort te zetten hield Von Spreckelsen in het bijzonder vast aan het benadrukken van het contrast tussen het exterieur en het interieur door op de binnengevels van de kubus een bepaalde stof aan te brengen die niet op de buitengevels aanwezig was. Daarom zijn de binnenwanden in tegenstelling tot de gladde en weerkaatsende buitenwanden bekleed met geanodiseerd aluminium in cassettevorm die aan de bekleding van Romeinse gewelven herinneren.

Aanbiedingstekst: p. 32‑34 Bronnenbundel: p. 48‑50

groots-en-meeslepend20.jpg (180789 bytes)

20 Johan Otto von Spreckelsen (1929 ‑ 1987) Paul Andreu (Caudéran 1938) Panoramalift van Arche de la Défense

 

Aanbiedingstekst: p. 32 ‑ 34 Bronnenbundel: p. 48‑50

 

[Dia 1-10] [Dia 11-20] [Dia 21-30] [Dia 31-40] [Dia 41-50] [Dia 51-60]