Diaserie Ver Gezocht

Ver gezocht, Oriëntaties op andere culturen in de beeldende kunst

Centraal Schriftelijk Eindexamen Beeldende Vakken VWO 1990 (gescand en beschikbaar gesteld door: Peter Vermaas Penta College) De diaseries zijn samengesteld door het LOKV evenals de begeleidende tekst.

[Dia 1-10] [Dia 11-20] [Dia 21-30] [Dia 31-40] [Dia 41-50] [Dia 51-56]

90-21.jpg (134952 bytes)

21.   George Hendrik Breitner (Rotterdam 1857 ‑ Aerdenhout 1923) De rode kimono. ca 1893 olieverf/doek, 50 x 76, Amsterdam, Stedelijk Museum,

Ook Breitner werd geboeid door de kleurige patronen van de Japanse kimono. Hij heeft zijn favoriete model verschillende malen uitgebeeld in dit in Europa vooral als ochtendjas gedragen kledingstuk. Het is verrassend om Breitners verwerking van het motief te vergelijken met die van Whistler in het vorige schilderij.

Aanbiedingstekst p. 37 Bronnenbundel afb. op p. 70‑71

90-22.jpg (117137 bytes)

22.   links Ando Hiroshige (Edo (Tokio) 1797 Edo 1858) De bloeiende pruimenboom in de Kameidotuin, ca 1856‑1858 Kleurenhoutsnede, 35 x 22,5

rechts Vincent van Gogh (Zundert 1853 ‑ Auvers s/Oise 1890) De boom, Parijs ca 1886‑1888 olieverf/doek, 55 x 46, Amsterdam, Rijksmuseum Vincent van Gogh

In zijn enthousiasme voor alle nieuwe gezichtspunten, die de Japanse kunstenaars hem boden, schilderde Van Gogh verschillende prenten letterlijk na.

Aanbiedingstekst p. 32 Bronnenbundel p. 75‑79 (vergelijk ook p. 61)

90-23.jpg (106052 bytes)

23. Paul Gauguin (Parijs 1848 Atuona, Marquesas eilanden 1903) Te faaturuma (La boudeuse het mokkende meisje), 1891 olieverf/doek, 91 x 68, Worcester Art Museum

Dit schilderij behoorde tot de zending, die zijn vrouw in het voorjaar van 1892 in Kopenhagen moest exposeren onder hun Tahitiaanse titel. Daarna hing het in het najaar op een tentoonstelling in Parijs, waar de schilder Degas het kocht. Het motief van het op haar elleboog leunende model heeft ook Degas verschillende malen toegepast bij zijn danseressen in rusthouding. Gauguin heeft een nieuw standpunt gekozen. De compositie lijkt geďnspireerd door sommige Japanse prenten. Gauguin bestudeerde net als veel van zijn generatiegenoten de Japanse kunst en ontleende daar bepaalde elementen aan. Dat is bijvoorbeeld ook duidelijk in het 'Stilleven met jonge hondjes (Bronnenbundel p. 80), waar de vormen geen schaduwen hebben en het vlak van de tafel bijna het hele schilderij vult.

Aanbiedingstekst p. 32 Bronnenbundel p. 79‑80

90-24.jpg (133452 bytes)

24.   Paul Gauguin (Parijs 1848 ‑ Atuona, Marquesas eilanden 1903) Twee figuren naast een beeld, 1892‑1893 aquarel, 10,2 x 7,2, Parijs, Louvre, Cabinet des Dessins

Deze aquarelis gemaakt als illustratie voor het boek Ancien Culte Mahorie, dat hij van plan was te schrijven. In deze voor hem uitzonderlijk symmetrische compositie geeft hij een beeld van de godenwereld (de Tiki's) met de bijbehorende ornamenten.

Aanbiedingstekst p. 33‑36 Bronnenbundel p. 83‑84

90-25.jpg (70410 bytes)

25.        Frangois‑Eugčne Rousseau (Parijs 1827 ‑ Parijs 1890) Vaas, ca 1880 gegraveerd kristal in verschillende lagen, h. 18,4, Baltimore, Walters Art Gallery

Rousseau was zelf ook een handelaar in aardewerk en glas. Hij was een van de eersten, die zich door Japan liet inspireren. Hij maakte ontwerpen in glas in de trant van wat de Japanners zelf vooral in lak en glazuur uitvoerden, zoals deze in de stroom golvende karper. De techniek van verschillende lagen gekleurd glas, waarin vervolgens wordt gegraveerd is afkomstig uit China.

 
90-26.jpg (94579 bytes)

26.   Emile Gallé (Nancy 1846 ‑ Nancy 1904) Vaas, ca 1905 melkglas met gekleurde bovenlaag, h. 17, part. coll. Chinees snuiftabakflesje, 18de‑19de eeuw wit glas met gekleurde bovenlaag, h. 7,7, Wenen, Oesterreichisches Museum für angewandte Kunst

Emile Gallé had in Nancy een eigen fabriek waar hij 'Galléglas' maakte. Van 1885‑1888 werkte hij daar samen met een Japanse schilder/botanicus.

 
90-27.jpg (93204 bytes)

27.   Louis Comfort Tiffany (New York 1848 ‑ New York 1933) Vaas, ca 1897

De glasmaker Tiffany werd door Bing ontdekt in Amerika. Allereerst werd zijn interesse gewekt, omdat Tiffany een collectie Oosterse kunst bezat en vervolgens omdat zijn ontwerpen volgens Bing een voorbeeld voor de Europeanen konden zijn. Japanners die ter gelegenheid van de verschillende wereldtentoonstellingen Europa bezochten, noemden de nieuwe, onder andere 1 door hen geďnspireerde stijl, de Art Nouveau, 'de stijl van de verlengde, rondgaande lijn' en hoewel ze deze stijl verrassend vonden, getuigde hij in hun ogen ook een tikje van slechte smaak. Siegfried Bing verzorgde exposities, waar niet alleen Japanse kunst werd getoond maar daarnaast ook Franse ontwerpen van bijvoorbeeld Gallé en Eugéne Rousseau. Hij verkocht hun werk aan particuliere klanten maar ook aan verschillende buitenlandse musea voor toegepaste kunst. Ook had hij nauwe contacten met de Londense firma Liberty & Cie, waar de ontwerpen van Morris en Crane werden verkocht.

Aanbiedingstekst p. 36 Bronnenbundel p. 64‑65, 72‑74

90-28.jpg (146019 bytes)

28.       Détail van een stuk Japans textiel, gereproduceerd in 'Le Japon Artistique van juni 1888

De uitstekende reproducties in dit door Bing uitgebrachte blad waren een bron van informatie voor zowel kunstenaars als wetenschappelijke belangstellenden.

Aanbiedingstechniek p. 36 Bronnenbundel p. 64‑65

90-29.jpg (87678 bytes)

29.   Paul Gauguin (Parijs 1848 ‑ Atuona, Marquesas eilanden 1903) Hina te Fatou, 1892‑1893 hout, h. 32,7, Toronto, Art Gallery of ontario

Volgens het Polynesische scheppingsverhaal verenigde Hina, de godin van de lucht en de maan, zich met Taaroa, de oppergod van het heelal. Uit deze verbintenis sproot Fatou, de geest die de aarde bezielde. Gauguin heeft de volgende dialoog tussen Hina en Fatou verbeeld:

Hina sprak tot Fatou: Laat de mens herleven of weer opstaan na zijn dood.

Fatou antwoordde: Nee, ik zal hem niet laten herleven. De aarde zal sterven, de planten zullen doodgaan. Zij zullen net zo doodgaan als de mensen, die zich ermee voeden. De grond, die hen voortbrengt, zal sterven. De aarde zal sterven, de aarde zal een einde vinden; zij zal eindigen om niet weer geboren te worden. Hina antwoordde: Doe zoals gij wilt; ik zal wel de maan laten herleven. En wat Hina bezat bleef bestaan. Wat Fatou bezat kwam om en de mens moest sterven.

Aanbiedingstekst p. 33‑36 Bronnenbundel p. 79‑84

90-30.jpg (99577 bytes)

30.   Paul Gauguin (Parijs 1848 ‑ Atuona, Marquesas eilanden 1903) Daar is de Marae, 1892 Olieverf/doek, 68 x 91, Philadelphia, Museum of Art

Een marae is een tempelterrein of een heilige plek. Hier doemt het beeld van een godheid , een Tiki, op. Het hek eromheen is versierd met schedels. Gauguin heeft dit motief waarschijnlijk ontleend aan sieraden van de Marquesas, niet aan een bestaand ritueel. Het schilderij geeft Gauguins interpretatie van de Maori mythologie.

Aanbiedingsteket p.33‑36 Bronnenbundel p. 79‑84

[Dia 1-10] [Dia 11-20] [Dia 21-30] [Dia 31-40] [Dia 41-50] [Dia 51-56]