|
51.
Wayne Higby (Verenigde Staten 1943)
Landschapkom, 1984
raku aardewerk, h. 29
Het
thema van Higby's werk is vooral het landschap. Zijn potten beschouwt hij
als dragers van metaforen.
|
|
52.
Robert Winokur (Verenigde Staten)
The
conventional vase, 1983
gedraaid steengoed met
zoutglazuur, h. 43
Aanvankelijk
hield Winokur zich bezig met gebruikskeramiek. Hoewel hij nog wel de
vaasvorm hanteert, gaat het hem nu om vormen, die op zichzelf moeten
worden beschouwd en die niet meer lijken op dingen, die gebruikt moeten
worden of die een relatie met andere kunstvormen bezitten.
|
|
53.
Rei Kawakubo (Tokio 1942)
Wollen sweater, 1982
Meer
dan van alle andere Japanse ontwerpers zijn Kawakubo's kleren
compromisloos en avant‑gardistisch. Haar stoffen hebben over het
algemeen geen dessins. Hieruit blijkt een opvatting, die lijnrecht ingaat
tegen het maar al te vaak in het Westen heersende principe dat mooi en vol
aan elkaar gelijk zijn.
Aanbiedingstekst p.
52‑53
Bronnenbundel p. 120‑122
|
|
54.
Issey Miyake (Hiroshima 1938)
Katoenen
zomerregenjas
Misschien
heeft Miyake wel de meest fantastische ontwerpen gemaakt van de Japanse
Parijzenaars. Hij heeft een zeer origineel gevoel voor textuur en volume:
'Ik vond dat de westerse kleding uit traditie te strak zat. Ik wilde
dingen maken die geestelijk en fysiek vrijheid schonken. Als mensen me
vragen of je het ook aan kunt trekken, vind ik dat prachtig; het betekent
dat het ze interesseert.'
Aanbiedingstekst
p. 52‑53 Bronnenbundel p. 120‑121, 122, 123
|
|
55.
Yohji Yamamoto (Tokio 1943)
Winkelinterieur 'Pour homme'
Kyoto
1986
Niet
alleen de kleren van de Japanners baarden opzien in
‑Parijs,‑ook het‑'lege' interieur van hun boetieks was
radicaal anders dan de traditionele omgeving met de vergulde stoeltjes van
de Parijs^haute‑couture salons.
Aanbiedingstekst p.
51‑53
Bronnenbundel p. 120,
123‑124 (vergelijk ook p. 60 en 105)
|
|
56.
Hans Hollein (Wenen 1934)
Interieur Oostenrijks verkeersbureau, 1976‑1978
Wenen
Deze
Weense architect houdt ervan een latente symboliek in zijn ontwerpen mee
te laten spelen. In dit interieurontwerp voor een reis‑ en
bespreekbureau is die symboliek voor de bezoeker gemakkelijk af te lezen
omdat de gekozen code voor iedereen begrijpelijk is. Zo zijn in deze
ruimte te vinden: een paviljoen met een baldakijn in de vorm van een
tropenhelm, waar bezoekers rustig iets kunnen doorkijken en een
renaissancistisch toneeldecor als theaterbureau. De kassier zit achter een
loket in de vorm van de grille van een Rolls Royce. Onder het glazen
dak In roosterpatroon staat een zuil, die half afkomstig lijkt uit een
Griekse tempelruine maar die uitloopt in een gladde stalen schacht die
meer thuishoort in de machineesthetiek. En als referentie aan de tropen en
de woestijn (maar misschien ook aan Engeland) staat er een herboren versie
in koper en staal van de bronzen zuilen uit de keuken van het Royal
Pavilion in Brighton.
Aanbiedingstekst p.
25‑27
Bronnebundel p. 52‑56
|