Diaserie Ver Gezocht

Ver gezocht, Oriëntaties op andere culturen in de beeldende kunst

Centraal Schriftelijk Eindexamen Beeldende Vakken VWO 1990 (gescand en beschikbaar gesteld door: Peter Vermaas Penta College) De diaseries zijn samengesteld door het LOKV evenals de begeleidende tekst.

[Dia 1-10] [Dia 11-20] [Dia 21-30] [Dia 31-40] [Dia 41-50] [Dia 51-56]

90-41.jpg (130873 bytes)

41.   Amadeo Modigliani (Livorno 1884 ‑ Parijs 1920) Kariatide, 1911‑1912 olieverf/doek, gehoogd met potlood en gouache, 72,5 x 50, Düsseldorf, Kunstsammlung Nordrhein‑Westfalen

Van 1910 tot 1914 hield Modigliani zich vooral met beeldhouwen bezig: koppen en vrouwelijke naaktfiguren. De vormproblematiek, die zich daarbij voordeed werkte hij ook in schetsen en schilderijen uit. Hij ontwikkelde een heel eigen roestachtig' koloriet. Zelf noemde hij zijn kariatiden colonnes de tendresse'.

Aanbiedingstekst p. 43 Bronnenbundel p. 98‑101

90-42.jpg (113523 bytes)

42.   Paul Poiret (Parijs 1879 ‑ Parijs 1944) Paul Poiret en zijn vrouw Denise als sultan en haremvrouw tijdens het feest '1002de nacht' op 24 juni 1911.

Aanbiedingstekst p. 44‑45 Bronnenbundel p. 102‑104

 
90-43.jpg (114946 bytes)

43.   Paul Poiret (Parijs 1879 ‑ Parijs 1944) Oranje zijden avondmantel met motieven in oriëntaalse stijl, uitgevoerd in goudbrokaat en gevoerd met groene changeant zijde. Grote groene trensen met zes vergulde knopen dienen als sluiting. De mantel is aan kraag en mouwen afgezet met bont. ca 1913, Parijs, UFAC coll.

Aanbiedingstekst p. 44‑45 Bronnenbundel p. 101‑102

 
90-44.jpg (133920 bytes)

44.   Helen Dryden Omslag 'Vogue', 1917

Aan de modeplaten werd in deze jaren veel aandacht besteed. Alle exotische trekjes van de opeenvolgende modes zijn er in terug te vinden, niet alleen in de kleren maar vooral in de stilering. In deze plaat komt de inspiratie duidelijk uit Japanse prenten (vergelijk dia 18 en 22), zij het op een wat luchtiger manier.

Aanbiedingstekst p. 31 Bronnenbundel afb. op p. 75 en 77

 

90-45.jpg (73727 bytes)

45.   Interieur Katsura Paleis, Kyoto

De grootte van de matten bepaalt de indeling van de woonruimte. De verplaatsbare wanden met wijde openingen naar buiten behoren al eeuwen tot de Japanse manier van bouwen. Daar zijn praktische redenen voor, de warmte en de hoge vochtigheidsgraad, maar het betekent ook een directe verbinding met het landschap (vergelijk ook de houtsnede van Hiroshige, 18).

 

Aanbiedingstekst p. 45‑46, 51‑52 Bronnenbundel p. 60, 74, 105~108

90-46.jpg (100063 bytes)

46.   Theehuis in de tuin van het Katsura Paleis, Kyoto

Vooral de theehuizen 'ademen', omdat zij aan alle kanten open zijn. Het brede zadelvormige dak rust op kolommen, die de natuurlijke vorm van de stam niet verloochenen. De dakbedekking bestaat uit dunne plankjes van bast. Het dak beschermt tegen zon en regen; toch is het gebouw 'buiten'.

Aanbiedingstekst p. 45‑46 Bronnenbundel p. 105‑108

90-47.jpg (208219 bytes)

47.   Mark Tobey (Centerville Wisc. 1890 ‑ Basel 1976) Electric dimensions, 1960 tempera, 24,5 x 17, Basel, Galerie Beyeler

Tobey's schilderkunst is een synthese tussen oost en west. Zijn 'White Writings' begon hij in 1942; daarin riep hij een onbegrensde wereld op: J De dimensie waar het bij de creatieve mens op aan komt is de ruimte, die hij in zijn innerlijk weet te scheppen. Die innerlijke ruimte is dichterbij het oneindige dan de ruimte buiten. De evenwichtige mens behoort de innerlijke ruimte evengoed te kennen als de uiterlijke.'

Aanbiedingstekst p. 47‑48 Bronnenbundel p. 109‑110

Geheel hiermee in tegenspraak lijkt de opvatting van die andere door de kalligrafie geïnspireerde schilder, Georges Mathieu. Bronnenbundel p. 115‑116

90-48.jpg (138686 bytes)

48.   Pierre Alechinsky (Brussel 1927) Geografisch schouwtoneel, détail, 1983 acryl en Oost-Indische inkt/luchtvaartkaarten, geplakt op doek, part. coll.

Aanbiedingstekst p. 48‑49 Bronnenbundel p. 110‑115

90-49.jpg (295734 bytes)

49.   Pierre Alechinsky (Brussel 1927) Smaak van de afgrond, 1980‑1982 acryl en oostindische inkt/papier, geplakt op doek, 153 x 240, coll. van de kunstenaar

Aanbiedingstekst p. 48‑49 Bronnenbundel p. 110‑115

90-50.jpg (73212 bytes)

De volgende drie hedendaagse keramisten borduren op een eigen wijze voort op de lessen uit het Verre Oosten, zoals Bernard Leach en zijn school die in het Westen hebben bekend gemaakt.

Aanbiedingstekst p. 50 Bronnenbundel p. 117‑120

50.   Jeff Mincham (Australië 1950) Pot met hengsel raku aardewerk, h. 28

Mincham werkt uitsluitend in de raku techniek. Raku is de naam van een zacht aardewerk met een lood‑borax glazuur, dat bij lage temperaturen wordt gebakken. Vanaf de 16de eeuw is dit aardewerk in Japan gemaakt, vooral voor vaatwerk voor de theeceremonie. Hij begint de vorm op het wiel maar bewerkt daarna de pot verder. Zijn werk heeft geen enkele gebruiksfunctie. Hij maakt quasi‑ritueel vaatwerk voor een tijd, die geen geloof meer heeft.

[Dia 1-10] [Dia 11-20] [Dia 21-30] [Dia 31-40] [Dia 41-50] [Dia 51-56]