Zoeken naar cultuur in Nederland
 
  Reis door cultuur in Nederland
 
  over cultuurwijs abonneer
 
home
terug
opnieuw zoeken
opnieuw zoeken

Kleding 1964 - 1970: De Beatles

Dit is een onderdeel van een serie over Kledingstijlen van eind 19de eeuw en 20ste eeuw: 1890 - 1980

1964 was een belangrijk jaar voor de ontwikkelingen in de mode. In Parijs trachtte Courrèges, geïnspireerd door de ruimtevaart, met zijn astronauten-look, het tanende gezag van de haute couture te herstellen. Hij kon echter niet verhinderen dat de sympathie van de jeugd uitging naar het 'swinging London' van Mary Quant, de Beatles en boetieks als Biba.
Het schoonheidsideaal van zowel Quant als Courrèges was een slanke, jongensachtige vrouw in een minijurk.
De weg naar een fantasievollere mannenmode werd gebaand door de Beatles, van wie de lange haardos en de kraagloze pakken (Cardin) door miljoenen fans werden geïmiteerd Andere invloeden op de mode kwamen uit liet Verre Oosten (India), dat een mystieke aantrekkingskracht had op jonge 'hippe' mensen uit de hele wereld.

      Inhoud

 

 © Centraal Museum Utrecht
Afb. 1, driedelig mantelpak, 1965, crème Thai-zijde, knopen en gesp met strass, ontworpen door Dick Holthaus (geb. 1928) © Centraal Museum Utrecht
 © Centraal Museum Utrecht
Afb. 2, jumpsuit, 1970, gele dubelgeweven wollen crêpe (Gérondeau, Parijs)
ontworpen door Frans Molenaar (geb. 1940) © Centraal Museum Utrecht
 © Centraal Museum Utrecht
Afb. 3, halssieraad, 1968, aluminium, diameter 38 cm, vervaardigd door Emmy van Leersum (1930-1984) © Centraal Museum Utrecht
 © Centraal Museum Utrecht
Afb. 4, japon met halssieraad, 1966, witte kunststof en perspex; zilver
vervaardigd door Emmy (Emmy Jetty) van Leersum (1930-1984) © Centraal Museum Utrecht
 © Centraal Museum Utrecht
Afb. 5, cirkeljurk, ca. 1970, crème katoen, bedrukt met blauwe vormen
ontworpen door Vuokko (Vuokko Eskolin-Nurmesniemi) (geb. ca. 1948) © Centraal Museum Utrecht

De kleding van de VROUW was revolutionair kort, ongeveer twintig centimeter boven de knie (afb. 1 en 4). De minijurk was recht, vaak met halflange ingezette mouwen en een accent op de heupen. Typerend waren de 'uitgeknipte' cirkels of rechthoeken en het gebruik van twee afstekende kleuren in één kledingstuk.
Pas na 1968 kwam als reactie een langere mode: de midi (halflang) en de maxi (lang).
Er ontstond een verward modebeeld, waaruit de pantalon als noodoplossing naar voren kwam. De verschillende vormen: het broekpak (St. Laurent), het safaripak (Bohan) of het tuniekpak, een samenvoeging van pantalon en minijurk. Nieuw was ook het bermuda pak en de mouwloze maxi-jas.
De mantel: kort, smal iets gerend model. Na 1968 de maxi-jas en de ,lange cape of de korte bontjas, voor het eerst ook van synthetisch bont. Regenjas van lakplastic en doorzichtig plastic (Courrèges).
De avondkleding: de formele avondjurk van kostbare stof werd vervangen door een rechte lange jurk (jersey of lurex), een fluwelen broekpak of een smokingpak (St. Laurent), een doorkijkblouse of een jumpsuit.( afb. 2) 
De sportieve kleding: kleine bikini's; badpakken met 'uitgeknipte' stukken.
De onderkleding: als direct gevolg van de minimode de panty-nylon (kousen en broekje aaneen) en de body-stocking (panty en truitje aaneen). Netkousen.
Weinig en dun ondergoed, beha's zonder vulling of versteviging.
Het haar: kort pagekapsel of halflang haar met een golf naar buiten. Rage: pruiken van echt of synthetisch haar. Veel oogmake-up.
De hoed: grote pet (uit de film 'Bonny and Clyde' die zich afspeelde in de jaren dertig) of klein astronautenkapje, wollen muts met bijpassende shawl.
De accessoires: sieraden van zilver en (van Paco Rabane) halsornamenten (afb. 3), oorhangers en zelfs jurken van hardplastic plaatjes en metalen ringetjes. De jeugd droeg Indiase sieraden. Kleine schoudertassen en zeer grote zonnebrillen.
De schoenen: vooral opvallend dat laarzen in deze periode ook binnenshuis werden gedragen, o.a. zomerlaarzen van vinyl en linnen.

De kleding van de MAN kreeg onder invloed van Italië meer variatie: onconventionele stoffen als fluweel en ribfluweel, gekleurde hemden met dessins, zijden en dunne wollen coltruien. Pierre Cardin ontwierp voor de Beatles pakken met kraagloze jasjes. De nieuwe tendens in de mannenmode en de mode van de broekpakken voor de vrouwen, leidden tot het begrip uni-sex.
De mantel: na 1968 ook midi-jassen voor mannen. In plaats van een jas vaak een kort suède jack.
De avondkleding: bij een smoking vaak een brede gekleurde gordel (cummerbund) en een speciaal hemd met kantjes. Een fluwelen pak met zijden coltrui kon de smoking vervangen.
Het haar: langer haar, bakkebaarden. Jonge mannen soms tot op of over de schouders.
De schoenen: suède booties, molières en instapschoenen.

De hippe kleding, voor jonge mensen in navolging van de 'hippies': spijkerpak, Indiaas hemd, Afghaanse jas (geborduurde jas van langharig schapebont), lange Indiase jurken met oosterse sieraden. Dit alles met sandalen of laarzen.

 

De STOFFEN: kunstvezels (trevira, dralon, orlon enz.),jersey op schuimplastic, crêpe voor s avonds; lakplastic, vinyl, leer en suède. De kleuren: vooral rood, oranje, wit en zwart.
De dessins: cirkels en rechthoeken, gebruik van twee stoffen (veel rood-wit), geschulpte randen.

© Tirions kostuumgids, Marian Conrads en Gerda Zwartjes
 

 

Lees verder over de kleding in de vorige periode:
Rock 'n' Roll 1955 - 1964
Lees verder over de kleding in de volgende periode:

Nostalgie 1970 - 1980

 



Hoofdartikel:
•  Kledingstijlen van eind 19de en 20ste eeuw: 1890 - 1980
 
Instelling:
Digitaal Erfgoed Nederland