Zoeken naar cultuur in Nederland
 
  Reis door cultuur in Nederland
 
  over cultuurwijs abonneer
 
home
terug
opnieuw zoeken
opnieuw zoeken

Kleding 1970 - 1980: Nostalgie

Dit is een onderdeel van een serie over Kledingstijlen van eind 19de eeuw en 20ste eeuw: 1890 - 1980

De mode van de jaren zeventig was een afspiegeling van het verschil in mentaliteit met de voorafgaande perioden.
Europa werd geconfronteerd met de Derde Wereld, met milieuvervuiling en oliecrises. Niet dat men zuiniger ging leven; integendeel, aan kleding werd meer uitgegeven dan ooit. In de mode zien we veel uitheemse en folkloristische elementen en een voorkeur voor natuurlijke vezels.
Nostalgie was 'in' en dat werd zichtbaar in mode en interieurs uit grootmoeders tijd. Voor het eerst in de geschiedenis van het kostuum werd tweedehands kleding een statussymbool voor originaliteit.
Vanaf 1970 speelde de grote confectiebeurs in Parijs 'Le Salon du Prêt á Porter' een belangrijke rol naast die van de haute couture.

      Inhoud

 

 © Centraal Museum Utrecht
Afb. 1, tweedelig damespak, najaar 1980, oranje nylon kreukelstof, ontworpen door Fons van Raay (geb.1940) voor de `Verenigde Mode Industrieën' © Centraal Museum Utrecht
 © Centraal Museum Utrecht
Afb. 2, japon `Tuschinsky', 1975, rood kunstzijden satijn met applicaties in paars, groen en blauw, groene voile
ontworpen door Fong Leng (Carla Maria Fong Leng Tsang) (geb. 1941) © Centraal Museum Utrecht
 © Centraal Museum Utrecht
Afb. 3, paar schoenen, 1974, zwart en rood , lakleer, lengte 24 cm, vervaardigd door The Chelsea Cobbler © Centraal Museum Utrecht
 © Centraal Museum Utrecht
Afb. 4, armband, 1971, fluoriserend oranje en roze perspex, diameter 8 cm, vervaardigd door Arthur de Rijk (geb. 1946) © Centraal Museum Utrecht
 © Centraal Museum Utrecht
Afb. 5, overall, voorjaar 1980, grijs katoen
ontworpen door Annemiek Andringa-Klijnsmit (AA Styling) voor éQuip © Centraal Museum Utrecht

De kleding van de VROUW was gevarieerder dan tijdens de periode van de mini-mode.
Vlak na 1970 bestond de trend om kledingstukken over elkaar te dragen; een voorbeeld hiervan was de robe housse.
Engelse invloeden op de mode hadden Mary Quant met hotpants en Laura Ashley met Victoriaanse romantische jurken. Parijs deed van zich spreken door de japanse ontwerper Kenzo die Tibetaanse volksdracht tot mode maakte: doorgestikte jakken, overkousen en pofbroeken.
Broeken werden overigens in allerlei lengten en modellen gedragen. De roklengte varieerde van net onder de knie tot halverwege het been.
Typisch voor deze tijd is kleding afgeleid van werkmanskleding: spijkerbroeken, tuinbroeken, voorschoten en overalls.
Tegen het eind van de periode werd de mode sterk beïnvloed door de modelijn uit de oorlogsjaren: sterk verbrede schouders.
De mantel: ruime mantels en regenjassen, poncho's en bontjassen.
De avondkleding: kaftans, lurex truitjes en discokleding.
De sportieve kleding: skikleding voor het koude jaargetijde; trainingspakken om in te trimmen, maar ook voor in huis.
De onderkleding: dun, klein, doorzichtig. Lycra als nieuw elastisch materiaal. jonge vrouwen droegen vaak geen beha.
Het haar: rond 1970 nog veel pruiken. Daarna halflang haar. In 1974 afro-kapsels, onder invloed van de trend 'black is beautiful'. Na 1975 kort in model geföhnd haar. Na 1978 lang, gepermanent haar en kapsels uit de oorlogsjaren.
Veel kleine vlechtjes.
De hoed: shawls om het hoofd geknoopt. Weinig echte hoeden, wel allerlei mutsen.
De accessoires: vingers vol ringen, armen vol armbanden (oosterse invloeden), speldjes (punk en disco). Ivoor, hout en zilver.
Oorbellen door gaatjes in de oren: kleine knopjes en lange hangers.
De schoenen: geïnspireerd op de oorlogsjaren waren de plateauzolen en schoenen met sleehakken.
Ook schoenen met bandjes en pumps met hoge hakken. Verder Zweedse muilen, bergschoenen en enkellaarsjes. Laarzen bij japonnen bleven mode.

 

De kleding van de MAN: invloeden van de jaren twintig en dertig met getailleerde krijtstreepkostuums. Verder ribfluwelen pakken, blazers en colbertkostuums. Vrouwelijke tendensen: gebloemde overhemden, fantasietruien, shawls. Voor de vrije tijd bleef het spijkerpak populair.
De mantel: jassen van leer, suède en bont. Veel jacks. De jeugd droeg legerkleding.
Het haar: jongeren soms zeer lang.
Na 1977 is lang haar geen mode meer. Men droeg veel korte baarden.
De accessoires: schoudertas of polstas. Meer verzorgingsartikelen voor mannen.
De schoenen: evenals bij de vrouw (tot 1974) verhoogde zolen. Halfhoge en hoge laarzen.

 

De kleding van het KIND was een kopie van die van de ouders, vaak wat kleuriger en uit praktischer materialen.

 

De STOFFEN: kwaliteitsbewuste mensen kozen natuurlijke materialen zoals wol, linnen, zijde en katoen o.a. in crêpe weefsels, denim, ribfluweel, loden.
De kleuren: steeds wisselend, maar opvallend veel wit en beige.
De dessins: folkloristische dessins (Peru, Mexico), Liberty dessins. Tegen 1980 kubistische motieven.

© Tirions kostuumgids, Marian Conrads en Gerda Zwartjes 

 

Lees verder over de kleding in de vorige periode:
De Beatles 1964 - 1970
Lees verder over de kleding in de volgende periode:

De jaren tachtig 1980 - 1985

 



Hoofdartikel:
•  Kledingstijlen van eind 19de en 20ste eeuw: 1890 - 1980
 
Instelling:
Digitaal Erfgoed Nederland