Thema
|
Beschrijving van het thema
De uit Spakenburg afkomstige kunstenaar Job Koelewijn (1962) heeft in de afgelopen 20 jaar een zeer gevarieerd oeuvre opgebouwd. Als eindexamenproject aan de Gerrit Rietveld Academie liet hij zijn moeder en tantes, gekleed in traditioneel Spakenburgs kostuum, het Rietveldpaviljoen schoonmaken. Vanaf 1995 exposeert hij regelmatig in Galerie Fons Welters, waar hij steeds opnieuw spraakmakende projecten bedenkt. Zo haalde hij voor het werk ‘The World is my Oyster’ in 1996 een gedeelte van de galeriemuur weg. De galerie vormde een lijst om het uitzicht op de tuin van de achterburen, die deed denken aan een 19e-eeuws schilderij.
Job Koelewijn laat zich inspireren door poëzie en verwerkt die in zijn kunst door middel van tekst. Maar ook kiest hij vaak voor materialen die naar de verbeelding spreken en de zintuigen prikkelen. Zo maakte hij een robuuste muur en een grafsteen van babypoeder, een ruimte waarin bouillonblokjes verpakt in gedichten lagen en een voetbal van pepermunt. Door de geur krijgen de werken een extra dimensie met als resultaat een intensievere beleving. Ook in andere werken zoekt Job Koelewijn naar een interactie met de bezoeker. Hij laat hen lopen over een met spaghetti bedekte museumvloer, springen op een trampoline en likken aan ijslolly’s.
Job Koelewijn neemt het kunstenaarsschap zeer serieus en wil zichzelf steeds blijven vernieuwen. Hij denkt lang na over zijn kunstwerken en schroomt niet om voor arbeidsintensieve technieken te kiezen. In de toekomst wil hij graag een enorm flatgebouw ontwerpen in de vorm van een spiraal, en is hij bezig met het ontwikkelen van een wereldburger, waarbij vaders van verschillende etniciteit samen een nieuw kind maken bij één vrouw.
Hoewel de werken van Job Koelewijn zeer uiteenlopen, worden zij volgens kunstcriticus Hans den Hartog Jager allen gekenmerkt door eenzelfde ingetogen, subtiele en indringende sfeer. De juryleden van de Dr. A.H. Heinekenprijs voor de Kunst sluiten zich hier bij aan door het werk van Job Koelewijn te prijzen om zijn ‘fragiliteit en zuiverheid’.
Interessante vragen
- Moet een kunstenaar zich tijdens zijn carrière steeds blijven vernieuwen?
- Is kunst van een tijdelijke aard gelijk aan vaste kunst? Of dient deze anders beoordeeld te worden?
- Hoe ver mag een kunstenaar gaan? Mag hij zich ook gaan begeven op andere vakgebieden zoals bijvoorbeeld bouwkunde en gentechnologie?
Naar Uitwerking
|
|
|