|
CSE tehatex HAVO 2009 |
|
4.- De
20ste eeuw/eerste helft |
|
De
werkelijkheid was voor de kunstenaars niet langer het doel dat nagestreefd
werd, maar hooguit het vertrekpunt bij het maken van een kunstwerk. |
 |
4.1.- De Verzoeningskerk van de Sagrada Familia
vertegenwoordigt een groot deel van het werk van Gaudi. De toegangsdeuren van
de ''gevel van het lijden'' bevatten reliefs, die hoofdzakelijk bestaan
uit teksten. |
 |
4.2.- Toen Mondriaan in 1913/14 zijn ‘Compositie in ovaal II’ schilderde, was de werkelijkheid niet langer het doel dat
nagestreefd werd, maar hooguit het vertrekpunt bij het maken van een
schilderij. |
 |
4.3.-
In het schilderij “Een
Engelsman in Moskou” van Kasimir Malewitch springen letters en teksten groot en felgekleurd van het
doek |
 |
4.4.- In 1911 introduceerde Georges Braque
voor het eerst een paar letters in een schilderij en daarna verwerkten
hij en zijn collega’s Picasso en Juan Gris in bijna al hun kubistische composities typografische
elementen. |
 |
4.5.- Vanaf 1918 ontstaan de eerste collages en
assemblages van de kunstenaar Kurt Schwitters. Het werk dat op deze
technieken was gebaseerd, gaf hij de benaming ‘Merz'.
|
 |
4.6.- Hoewel het futurisme in
1909 door de dichter en toneelschrijver Filippo Tomasso Marinetti als
literaire beweging werd gelanceerd, bezorgde het vernieuwingselan dat uit
zijn oprichtingsmanifest sprak, hem vrijwel direct aanhangers uit alle
artistieke disciplines.
[Lees verder.....] |
 |
4.7.-
Woorden en afbeeldingen: twee heel verschillende manieren om naar de dingen om
ons heen te verwijzen, twee aparte systemen waarmee we zo vertrouwd zijn, dat we
ons verschil niet altijd bewust zijn. De Belgische schilder René Magritte was
dat wel. |
 |
4.8.- In de tekening van Paul Klee uit 1918 is ook het
uitgangspunt een regelmatige structuur van letters. Bij Klee is echter de
directe leesbaarheid niet meer het doel.
|
|
|