Diaserie Naar het leven?

Een onderzoek naar 'realisme' in de beeldende kunst

Centraal Schriftelijk Eindexamen Beeldende Vakken VWO 1991 (gescand en beschikbaar gesteld door: Peter Vermaas Penta College) De diaseries zijn samengesteld door het LOKV evenals de begeleidende tekst.

[Dia 1-10] [Dia 11-20] [Dia 21-30] [Dia 31-40][Dia 41-50] [Dia 51-54]

realisme31.jpg (110207 bytes)

31.    George Segal (New York City 1924) Times Square at night, 1970 gips, hout plastic, gloei‑ en neonlampen, 274 x 244 x 152, Omaha Nebr., Joslyn Art Museum

De beelden van Segal uit de jaren '60 zou je realistische genre thema's kunnen noemen. De figuren zijn uitgebeeld op een moment, waarop zij niet meer aktief zijn en zich op zichzelf hebben teruggetrokken. Omstreeks 1970 komt er meer 'beweging' in de figuren. Dit beeld van twee jonge mannen die rondslenteren in de nachtelijke stad met als achtergrond de felle lichten en het opwindend gedoe van Times Square, laat al de aanzet daartoe zien. Deze keuze voor figuren in beweging valt min of meer samen met een andere techniek, die Segal begin 1971 ging toepassen. Voor die tijd gebruikte hij de om het model aangebrachte gipslagen aan de buitenkant door ze vrij te modelleren (zie de beschrijving in de thema‑aanbieding). Daarna koos hij voor een meer duurzame vloeibare, industriële gipssoort. Door de mallen nu wel aan de binnenkant vol te gieten werd de figuur meer exact en verfijnd. (afb. p. 45 thema‑aanbieding)

realisme32.jpg (102642 bytes)

32.    George Segal (New York City 1924) Sidney Janis met Mondriaans 'Compositie met blauw en rood' uit 1933 op een ezel, 1967 gips, hout, metaal en doek, 170 x 127 x 84, New York, Museum of Modern Art, Sidney Janis coll.

In Segals werk gaat het steeds om de subtiele spanning tussen twee realiteiten: de in gips uitgevoerde mensfiguur en een cruciaal deel uit zijn directe omgeving. Hier bewondert een bekende New Yorkse kunstverzamelaar een schilderij van Mondriaan uit zijn collectie.

Aanbiedingstekst p. 44‑45 Bronnenbundel p. 105‑109

realisme33.jpg (185539 bytes)

33.    Arman (Fernandez, Nice 1928) L'Attila des violons, 1968

accumulatie van violen, 218 x 169 x 9, Keulen, Museum Ludwig

 

realisme34.jpg (234254 bytes)

34.      Arman (Fernandez, Nice 1928) Accumulation Renault nr 138, 1968 auto‑onderdelen in giethars De 'toevallige' verdeling van de door Arman gekozen voorwerpen, hetzij klein of groot, leidt tot overallcomposities, die vergeleken zouden kunnen worden met Pollocks drippings.

Aanbiedingstekst p. 47‑48 Bronnenbundel p. 112‑116 (vooral p. 114‑116)

realisme35.jpg (117822 bytes)

35. Arman (Fernandez, Nice 1928) Jim Dine's poubelle, 1961 'objecten' in plexiglasomhulsel, 51 x 30 x 30, Parijs, Coll. Sonnabend

Arman heeft een portret gemaakt van de Amerikaanse pop art kunstenaar Jim Dine met behulp van diens achtergelaten rommel. Deze werkwijze is vergelijkbaar met sommige werken van Dadakunstenaars.

Aanbiedingstekst p. 47‑48 Bronnenbundel p. 112‑113

realisme36.jpg (112846 bytes)

36.   Daniel Spoerri (Galati, Roemenië 1930) Wie slaapt eet, Hommage aan Robert Rauschenberg, 1963 diverse materialen en objecten, 73 x 152 x 30, Amsterdam, Stedelijk Museum

In dit tableau~piège is de ondergrond nu eens geen tafelblad maar een (fake) bed. Robert Rauschenberg is eveneens een Amerikaanse pop art kunstenaar. De banden tussen pop art en nouveau réalisme behelsden niet alleen een verwantschap in thematiek, de kunstenaars lieten zich ook inspireren door elkaars persoonlijkheden en werkwijzen.

Aanbiedingstekst p. 48 Bronnenbundel p. 116‑118

realisme37.jpg (118713 bytes)

37.  Anna Verwey (Rotterdam 1935 ‑ Rotterdam 1980) Imagine, A rose garden 1, 1979 textiele materialen, 60 x 160

Het uitgangspunt is een bestaand gangkleed van chenillestof met een Hollands landschap van bollenvelden, sloten molens en koeien. De onderlaag bestaat uit een flanel met roosjesmotief. Op de bovenste laag is eerst met krijt de gewenste lijn aangebracht. Op de machine zijn de contouren hiervan met een festonsteek gestikt. Het aldus bewerkte kleed is vervolgens op de onderlaag gelegd en nog een keer gestikt. Daarna is de smalle strip uit de bovenste laag geknipt en nog eens omgenaaid om al te hard uitrafelen te voorkomen. Het clichélandschap is als het ware 'uitgehaald' om flarden van een denkbeeldige rozentuin, symbool van geluk, te laten doorschemeren.

realisme38.jpg (99382 bytes)

38. Anna Verwey (Rotterdam 1935 ‑ Rotterdam 1980) Fragmenten van een nieuwe lente, 1979 textiele materialen op ondergrond, levensgroot

De silhouetfiguren hielden voor Anna een nieuw thema in, waar ze veel van verwachtte. Hier ontdoet de silhouetfiguur zich van zijn winterse uiterlijk zoals een slang van vel verwisselt, symbool voor een nieuw begin.

Aanbiedingstekst p. 49‑50 Bronnenbundel p. 118‑120

 

realisme39.jpg (158391 bytes)

39. Leslie Gabriëlse (Rotterdam 1940) Uitkijk op de rivier, 1970 applicatie, plakkaatverf, 110 x 160

  Bij het vastzetten van de stoffen en het borduren met wol ligt het kleed plat op een grote werktafel. Alleen voor het aan elkaar stikken van de voering wordt een naaimachine gebruikt. De basisstof is hoedengaas. De stoffen worden, effen en gedessineerd, uitgezocht op basis van de ingekleurde voorstudie. Opvallend is de intensieve bewerking van het oppervlak, hetzij door borduursteken, het bijschilderen met verf of door het opleggen van transparante stoffen.

Aanbiedingstekst p. 50‑51 Bronnenbundel p. 120‑122

realisme40.jpg (91301 bytes)

40.   Margot Rolf (Amsterdam 1940) Uitgaande van vier kleuren XXXVIII nr 24, 1982 geweven doek in vier kleuren en wit

De balans tussen horizontale en verticale draden kan beïnvloed worden door de constructie en het materiaal te veranderen. Ik stel mijn kleuren op dezelfde manier samen als mijn weefsels. Door uit te gaan van groen, geel, rood, blauw en wit creëer ik veelkleurige velden met verschillende structuren, die oneindig vele indrukken oproepen. Holland is een land met veel wind. Luchten veranderen er heel snel van helder blauw met witte wolken tot zware, dramatische grijzen. Door het weer en het licht kan het uitzicht elke vijf minuten veranderen. Hoewel de compositie hetzelfde blijft is de atmosfeer totaal verschillend.

Aanbiedingstekst p. 48‑49 Bronnenbundel p. 122‑123

[Dia 1-10] [Dia 11-20] [Dia 21-30] [Dia 31-40] [Dia 41-54]