Diaserie Naar het leven?
Een onderzoek naar 'realisme' in de beeldende kunst
Centraal Schriftelijk Eindexamen Beeldende Vakken VWO 1991 (gescand en beschikbaar gesteld door: Peter Vermaas Penta College) De diaseries zijn samengesteld door het LOKV evenals de begeleidende tekst.
[Dia 1-10] [Dia 11-20] [Dia 21-30] [Dia 31-40] [Dia 41-50] [Dia 51-54]
41.
Richard Estes (Kewana/Evanston, Ill. 1936) |
|
42.
Richard Estes (Kewana/Evanston, Ill. 1936) Net als Hopper sluit Estes aan
bij de Amerikaanse realistische traditie. Zelf refereert hij ook aan de
stadsgezichten van Canaletto en Bellotto uit de 18de eeuw (die
waarschijnlijk met behulp van de camera obscura gemaakt zijn). Foto's
vormen zijn uitgangspunt maar daarbij maakt hij vaak talrijke aquarellen
ter plekke. Het straatbeeld van New York is zijn inspiratiebron. Bij alle
dubbelzinnige gegevens van spiegelingen op oppervlakken in glasruiten,
glanzend metaal of plastic geven fragmenten van beletteringen, hetzij in
leesbare stand of gespiegeld, een oriëntatiepunt voor de beschouwer. De
grondslag van het schilderij blijft steeds de wisselwerking tussen
abstracte geometrische vormen. Aanbiedingstekst
p. 51, 53‑54 |
|
43.
Chuck Close (New York 1940) Close schildert geen
portretten maar foto's van mensen. In zijn koppen maakt hij duidelijk hoe
de camera 'ziet': met één oog. Dat levert vertekeningen op, die hij niet
wegwerkt maar juist aanzet door het gebruik van speciale lenzen met als
doel de beschouwer op het fotografische oorsprong van zijn schilderij te
attenderen. Aanbiedingstekst
p. 51‑53
|
|
44.
Duane Hanson (Alexandria Minn. 1925) In de jaren '80 ging Hansons
interesse op meer ontspannen wijze uit naar sportieve figuren. Ietwat
ironisch benadert hij de beweegredenen, die hen aanzetten om te presteren. |
|
45. Duane Hanson (Alexandria
Minn. 1925) Hanson begon met
beeldengroepen van ongelukken of relletjes, die zijn verontwaardiging over
bepaalde misstanden in Amerika vertolkten. Langzamerhand werd hij wat
milder in zijn uitbeeldingen van types uit de minder bedeelde lagen van de
Amerikaanse samenleving. Zijn beeld van hen is zo volledig, dat zij
vrijwel geen 'omgeving' nodig hebben: zij staan (of zitten) voor zichzelf. Aanbiedingstekst
p. 54‑56 |
|
46.
Robert Longo (Brooklyn, New York City 1953) The
American soldier, 1977 |
|
47. Robert Longo (Brooklyn,
New York City 1953) Zonder titel, 1981 houtskool, grafiet, inkt, tempera
op papier, 244 x 142, part. coll. Het thema van Longo's werk is
geweld, of dat nu in een oorlogssituatie of in het alledaagse leven is.
Geweld raakt bekend door middel van de taal en de beelden van de media.
Op het eerste gezicht lijken die geloofwaardig, immers vastgelegd met
objectieve, technische middelen. Door haar oncontroleerbaarheid creëert
deze beeldtaal echter ook nieuwe mythes. Door zich deze beeldtaal toe te
eigenen en in een andere context te zetten betwist Longo met de eigen
overtuigingskracht van het beeld tegelijkertijd de waarheid van de
voorstelling. Aanbiedingstekst p.
56‑57 Bronnenbundel p. 132‑137 |
|
48.
Rob Scholte (Amsterdam 1958) Op het doek staan twee
vechtende cherubijnen afgebeeld boven een nageschilderde
Kodak‑kleurenkaart, die gebruikt wordt bij het reproduceren van
schilderijen. De kwaadaardige kereltjes zijn in zwart‑wit
geschilderd. Daar overheen worden de kleuren van de Kodak‑kaart
getrokken: in rechte banen en transparant. Alleen de appel, waar de
engeltjes om vechten, blijft ongekleurd. (Uit: Lien Heyting, De abstracte
kunst is doodgebloed, in: NRC Handelsblad 28 februari 1986) Aanbiedingstekst
p. 57‑58 |
|
49. Cindy
Sherman (Glen Ridge, New Jersey 1954) kleurenfoto |
|
50.
Cindy Sherman (Glen Ridge, New Jersey 1954) Zoals de waard is, vertrouwt
hij zijn gasten, zou het motto geweest kunnen zijn van Cindy Shermans '90'
serie. 1 Ik wil dat de kijker iets van zichzelf herkent en niet van mij'.
De door Cindy Sherman gecreëerde foto's bouwen een beeld op van het
begrip 'vrouwelijk', dat diep lijkt te graven en tegelijk ondoorgrondelijk
is. Zit het meisje bij de telefoon te dromen of is ze in bange afwachting
van een telefoontje? Deze foto's ontlenen hun opbouw vooral aan
reclamefoto's; de werking berust op het samenspel van kleding, belichting
en de gezichtsuitdrukking, die voor meer dan één uitleg vatbaar lijkt. Aanbiedingstekst
p. 58‑59 |
[Dia 1-10] [Dia 11-20] [Dia 21-30] [Dia 31-40] [Dia 41-50] [Dia 51-54]