Diaserie Naar het leven?

Een onderzoek naar 'realisme' in de beeldende kunst

Centraal Schriftelijk Eindexamen Beeldende Vakken VWO 1991 (gescand en beschikbaar gesteld door: Peter Vermaas Penta College) De diaseries zijn samengesteld door het LOKV evenals de begeleidende tekst.

[Dia 1-10] [Dia 11-20] [Dia 21-30] [Dia 31-40] [Dia 41-50] [Dia 51-54]

realisme41.jpg (149040 bytes)

41.    Richard Estes (Kewana/Evanston, Ill. 1936) Chinese lady, ca 1971. Detail rechterhelft zeefdruk, 64,5 x 119, Rotterdam, Museum Boijmans‑van Beuningen

 

realisme42.jpg (150945 bytes)

42.    Richard Estes (Kewana/Evanston, Ill. 1936) Grand Lucheonette, 1969 doek, 129,5 x 175,9, part. coll.

Net als Hopper sluit Estes aan bij de Amerikaanse realistische traditie. Zelf refereert hij ook aan de stadsgezichten van Canaletto en Bellotto uit de 18de eeuw (die waarschijnlijk met behulp van de camera obscura gemaakt zijn). Foto's vormen zijn uitgangspunt maar daarbij maakt hij vaak talrijke aquarellen ter plekke. Het straatbeeld van New York is zijn inspiratiebron. Bij alle dubbelzinnige gegevens van spiegelingen op oppervlakken in glasruiten, glanzend metaal of plastic geven fragmenten van beletteringen, hetzij in leesbare stand of gespiegeld, een oriëntatiepunt voor de beschouwer. De grondslag van het schilderij blijft steeds de wisselwerking tussen abstracte geometrische vormen.

Aanbiedingstekst p. 51, 53‑54 Bronnenbundel p. 124~126

realisme43.jpg (102679 bytes)

43.    Chuck Close (New York 1940) Bob, 1970 acryl op doek, 275 x 213, New York, part. coll

Close schildert geen portretten maar foto's van mensen. In zijn koppen maakt hij duidelijk hoe de camera 'ziet': met één oog. Dat levert vertekeningen op, die hij niet wegwerkt maar juist aanzet door het gebruik van speciale lenzen met als doel de beschouwer op het fotografische oorsprong van zijn schilderij te attenderen.

Aanbiedingstekst p. 51‑53 Bronnenbundel p. 126‑128

 

realisme44.jpg (128663 bytes)

44.    Duane Hanson (Alexandria Minn. 1925) Footballplayer, 1981 met olieverf beschilderd polyvinyl met accessoires, levensgroot, Miami, Lowe Art Museum, University of Miami

In de jaren '80 ging Hansons interesse op meer ontspannen wijze uit naar sportieve figuren. Ietwat ironisch benadert hij de beweegredenen, die hen aanzetten om te presteren.

 

realisme45.jpg (97395 bytes)

45. Duane Hanson (Alexandria Minn. 1925) Man in stoel met blikje bier, 1970 met olieverf beschilderd polyester en glasvezel accessoires, levensgroot, part. coll.

Hanson begon met beeldengroepen van ongelukken of relletjes, die zijn verontwaardiging over bepaalde misstanden in Amerika vertolkten. Langzamerhand werd hij wat milder in zijn uitbeeldingen van types uit de minder bedeelde lagen van de Amerikaanse samenleving. Zijn beeld van hen is zo volledig, dat zij vrijwel geen 'omgeving' nodig hebben: zij staan (of zitten) voor zichzelf.

Aanbiedingstekst p. 54‑56 Bronnenbundel p. 128‑132

realisme46.jpg (89491 bytes)

46.   Robert Longo (Brooklyn, New York City 1953)

The American soldier, 1977 glanslak op gegoten aluminium, 71 x 41 x 12,5, Frankfurt, part. coll.

realisme47.jpg (84223 bytes)

47. Robert Longo (Brooklyn, New York City 1953) Zonder titel, 1981 houtskool, grafiet, inkt, tempera op papier, 244 x 142, part. coll.

Het thema van Longo's werk is geweld, of dat nu in een oorlogssituatie of in het alledaagse leven is. Geweld raakt bekend door middel van de taal en de beelden van de media. Op het eerste gezicht lijken die geloofwaardig, immers vastgelegd met objectieve, technische middelen. Door haar oncontroleerbaarheid creëert deze beeldtaal echter ook nieuwe mythes. Door zich deze beeldtaal toe te eigenen en in een andere context te zetten betwist Longo met de eigen overtuigingskracht van het beeld tegelijkertijd de waarheid van de voorstelling.

Aanbiedingstekst p. 56‑57 Bronnenbundel p. 132‑137

realisme48.jpg (90701 bytes)

48.    Rob Scholte (Amsterdam 1958) Reproductie verplicht, 1986 doek, 175 x 175, Keulen, part. coll.

Op het doek staan twee vechtende cherubijnen afgebeeld boven een nageschilderde Kodak‑kleurenkaart, die gebruikt wordt bij het reproduceren van schilderijen. De kwaadaardige kereltjes zijn in zwart‑wit geschilderd. Daar overheen worden de kleuren van de Kodak‑kaart getrokken: in rechte banen en transparant. Alleen de appel, waar de engeltjes om vechten, blijft ongekleurd. (Uit: Lien Heyting, De abstracte kunst is doodgebloed, in: NRC Handelsblad 28 februari 1986)

Aanbiedingstekst p. 57‑58 Bronnenbundel p. 137‑141

realisme49.jpg (90605 bytes)

49.    Cindy Sherman (Glen Ridge, New Jersey 1954) Zonder titel 92, 1981

kleurenfoto

realisme50.jpg (104063 bytes)

50.    Cindy Sherman (Glen Ridge, New Jersey 1954) Zonder titel 97, 1982 kleurenfoto

Zoals de waard is, vertrouwt hij zijn gasten, zou het motto geweest kunnen zijn van Cindy Shermans '90' serie. 1 Ik wil dat de kijker iets van zichzelf herkent en niet van mij'. De door Cindy Sherman gecreëerde foto's bouwen een beeld op van het begrip 'vrouwelijk', dat diep lijkt te graven en tegelijk ondoorgrondelijk is. Zit het meisje bij de telefoon te dromen of is ze in bange afwachting van een telefoontje? Deze foto's ontlenen hun opbouw vooral aan reclamefoto's; de werking berust op het samenspel van kleding, belichting en de gezichtsuitdrukking, die voor meer dan één uitleg vatbaar lijkt.

Aanbiedingstekst p. 58‑59 Bronnenbundel p. 141‑144

[Dia 1-10] [Dia 11-20] [Dia 21-30] [Dia 31-40] [Dia 41-50] [Dia 51-54]