Langs de Romeinse grens (Limes)
Rond 15 v. Chr bouwden de Romeinen op de Hunerberg bij Nijmegen een omvangrijk kamp (40 ha) dat plaats bood aan minstens twee legioenen (bijna 12.000 soldaten). Het was de enige plek in ons land waar legioenen verbleven i.p.v. hulptroepen (auxilia) en daarom was het de enige plek waar de legerkampen castra heetten. Het was niet vreemd dat de Romeinen juist in Nijmegen castra bouwden. Er waren goede verbindingen met het achterland, zowel over land als over water. De locatie lag strategisch op een stuwwal, en het lag bovendien op de uiterste rand van het op dat moment veroverde gebied.
Het oudste kamp was een verzamelpunt van troepen voor de veldtochten tegen de Germanen, die Drusus in 12 v. Chr. begon. Na een aantal jaren gaf het leger het kamp op, maar bleef wel in de buurt actief. In dezelfde periode bouwden de soldaten iets naar het oosten, op het Kops Plateau, een klein kamp dat als commandocentrum dienst deed.
De Hunerberg lag in het woongebied van de Bataven. Vanwege de goede verhoudingen leverde dat weinig problemen op. De Romeinen stichtten in 10 - 20 n. Chr. vlak bij het kamp een hoofdplaats (civitas) van de Bataven: Oppidum Batavorum. De vesting op de Hunerberg betekende voor de Bataven dat het machtige Romeinse leger altijd dichtbij was. Toch gaat het ernstig mis met de verhoudingen tijdens de Bataafse Opstand van 69/70 n. Chr. Het legerkamp en het Oppidum werden verwoest.
|
Ligging castra van het 10de legioen. Illustratie: Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek, Amersfoort |
Na de Bataafse opstand bouwden de Romeinen in 70 n. Chr. op de Hunerberg een nieuw kampement als duidelijke waarschuwing. Er komt ook een nieuwe stad, aangelegd door het leger. Deze kreeg van keizer Marcus Ulpius Trajanus (98 - 117 n. Chr.) marktrechten en heette vervolgens Ulpia Noviomagus. Tussen 71 en 104/5 n. Chr. huisvestte het kamp nog bijna een volledig legioen, Legio X Gemina: het beroemde 10de legioen; daarna alleen nog kleinere legereenheden.
Het leger ontruimde het legerkamp waarschijnlijk rond 175 n. Chr. toen de invallen van de Germanen frequenter werden. Pas rond 300 n. Chr. bouwden de Romeinen weer een nieuwe versterking in Nijmegen. Dit keer bij het Valkhof, de locatie van het oude Oppidum Batavorum. Twee grachtsystemen beschermen het castellum, dat een belangrijke rol speelt in de laat-Romeinse tijd. De Romeinen verlieten het fort, na een aantal verbouwingen, rond 400 n. Chr.
Wat is hier gevonden?
|
Overzicht van opgraving van het hoofdkwartier (principia) in 1967. Foto: Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek, Amersfoort |
Sinds 1917 zijn er regelmatig opgravingen gedaan, waarbij archeologen grote delen van het terrein onderzochten. Het oudste kamp had een oppervlakte van 40 ha en bood plaats aan minstens twee legioenen. Het kamp had een veelhoekige vorm en was omgeven door een spitsgracht met een lengte van 2 km. Er waren massieve houten poorten met brede doorgangen. Binnen het kamp vonden archeologen funderingsgreppels van het hoofdkwartier (principia) en de commandantwoning (praetorium). Ook troffen zij barakken voor soldaten aan. Naast de watervoorziening, een hospitaal (valetudinarium), een wapenmagazijn (armamentarium), graanpakhuizen (horrea) en werkplaatsen (fabricae), beschikt de castra over een auguratorium. Het kampement dat na de Bataafse Opstand werd gebouwd was veel kleiner: 16 ha. Dit betekent dat er geen ruimte was voor een volledig legioen. Deze castra kende twee bouwfasen.
Rond de legerplaats lag een kampdorp (canabae legionis) en een begraafplaats. Soldaten en bewoners van het kampdorp hebben hun eigen grafvelden.
|
Voorbeeld van grafgiften. Foto: Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek, Amersfoort |
Die zijn groot: tussen 15 v. Chr. en 150 n. Chr. zijn hier duizenden doden bijgezet. Aan de oostzijde van het legerkamp lag een enorme, stenen markthal (forum), ten westen een herberg (mansio) of magazijn. Er was ook een amfitheater, ten zuidwesten van het kamp. Het amfitheater bestond uit een ovale arena, met in het midden een houten kelder. Een hoge muur vormde de afscheiding met de tribunes die op een aarden onderlaag waren gebouwd. Richting Berg en Dal lag een grote militaire pottenbakkerij, bij landgoed de Holdeurn. Behalve baksteen vervaardigen de soldaten hier ook oranje aardewerk, zogenaamd Holdeurns aardewerk. Na het vertrek van de Legio X Gemina en de steeds kleinere troepeneenheden die erna kwamen, werd het economische belang van kamp en dorp steeds kleiner.
Het fort dat de Romeinen rond 300 n. Chr. bij het Valkhof bouwden, was maar 2,6 ha groot. Rond 350 n. Chr. wordt dit fort in steen herbouwd. De laatste verbouwing van de vesting stamt uit het laatste kwart van de vierde eeuw en was tot ongeveer 400 n. Chr. in gebruik.
Wat is hier ter plaatse te zien?
|
Ommuring van het amfitheater, weergegeven in afwijkende bestrating. Foto: Paleo Terra |
In de Mesdagstraat en Rembrandtstraat is de ommuring van het amfitheater met een afwijkende steensoort (kinderkopjes) aangegeven. De toegang naar het amfitheater is zichtbaar op de kruising tussen beide straten. De dubbele spitsgracht ( woordenlijst ) rond het legerkamp is met gele klinkers aangegeven. Op het Kelfkensbos zijn voor het Museum het Valkhof de laat-Romeinse grachten en de ommuring van het kamp met een afwijkende steensoort aangegeven. Op het binnenhof van de Faculteit Gezondheid, Gedrag en Maatschappij van de Hogeschool aan de Ubbergseveldweg 101 is een reconstructie te zien van de bovenbouw van een waterput die daar is opgegraven. Op korte termijn zullen de gebouwen gesloopt worden om plaats te maken voor nieuwbouw. De archeologische resten krijgen dan waarschijnlijk een nieuwe plaats.
De mansio (herberg) die in het kampdorp van de het fort lag, kunt u op ware grootte bezichtigen in het Archeon .
Museum het Valkhof heeft een grote collectie Romeinse archeologie. De gemeente heeft een informatieve website met recent archeologisch nieuws. Voor de liefhebber is er een wandel en fietsroute tussen Nijmegen en de Duitse grens: de Via Romana.