zoeken
mail a friend








Nijmegen (Kops Plateau)

Niet ver van de Hunerberg, op dezelfde stuwwal, ligt het plateau dat de Romeinen gebruikten voor de bouw van een commandopost. Mogelijk verbleven hier kopstukken als Drusus, Tiberius, Varus en Germanicus. De commandantwoning was daarin elk geval luxe en groot genoeg voor. Rond het midden van de eerste eeuw n. Chr. verandert de rol van het kamp. Het wordt een van de reguliere versterkingen langs de Limes. Nog voor de Bataafse Opstand wordt het kamp verlaten. Nieuwbouw verschijnt op de naburige Hunerberg na de opstand .

Langs de Romeinse grens (Limes)
Rond 10 v. Chr verliet het Romeinse leger het kamp op de Hunerberg. In dezelfde periode bouwden de soldaten op het Nijmeegse Kops Plateau een commandocentrum. Net als op de Hunerberg waren er in dit kamp geen hulptroepen, maar legioensoldaten gelegerd.
Pot met ingelegde zanglijsterborstjes uit de Ardennen, destijds een lekkernij. De vogels waren kennelijk bedorven, want de pot met inhoud belandde in een latrinekuil. Foto: Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek, Amersfoort
Bovendien was het niet zomaar een onderkomen voor soldaten. Dit valt af te lezen aan een zeer luxueuze commandantwoning (praetorium) en veel onderkomens voor officieren. De opzet wijst erop dat dit het kampement was van een bevelhebber met zijn staf en lijfwacht, misschien wel van Drusus tijdens de eerste Germaanse veldtochten. Mogelijk hebben na zijn dood, in 9 v. Chr., ook Tiberius (de latere keizer), gouverneur Varus of Germanicus hier hun intrek genomen.

In 10 n. Chr. bouwden de Romeinen een nieuw en groter fort (castellum) voor hulptroepen (auxilia) op het terrein. Deze veranderingen hingen samen met de reorganisatie in het Romeinse leger die plaatsvond na de veldslag van 9 n. Chr., waarbij Varus een nederlaag leed tegen de Germanen in het Teutobergerwoud (Dld). De rol van het kamp bleef in deze periode hetzelfde als hiervoor; ze fungeerde als commandopost in het Rijnland.
De bemanning van de post bestond in deze periode voor een groot deel uit cavalerie. Volgens graffiti op vondsten kunnen andere soldaten kunnen afkomstig zijn geweest uit het noorden van Frankrijk of België, en mogelijk uit Spanje.
Buiten het kamp kwamen er kleine tijdelijke kampementen voor speciale eenheden. Bij het Trajanusplein lag ook een detachement soldaten. Mogelijk had dit te maken met de veldtochten van Germanicus van 14 - 16 n. Chr.

Tussen 30 en 40 n. Chr. pasten de Romeinen na een verandering in militaire strategie het kamp nogmaals aan. Het werd een stuk kleiner dan de periode hiervoor. Het deed dienst tot in de jaren zestig van de eerste eeuw. De functie van het kamp werd anders. In plaats van commandocentrum werd het een reguliere verdedigingspost langs de Rijn, bemand door een ruitereenheid. Het is zeer goed mogelijk dat Bataven deel uitmaakten van deze hulptroepen. Ze hadden een eigen afdeling ruiterij, de Ala Batavorum. Deze afdeling werd in 68 n. Chr. naar Gallië overgeplaatst. In 69 lag de afdeling bij Xanten en liep vanaf daar over naar de opstandelingen in de Bataafse Opstand.

Het leger verliet het Kops Plateau voor de Bataafse opstand in 69-70 n. Chr. en de Bataven lieten het kamp opvallend genoeg intact. Het leger koos na de opstand voor nieuwbouw op de Hunerberg. Het plateau zelf is daarna gebruikt als akkerland.

Wat is hier gevonden?
Op het Kops Plateau zijn grootschalige opgravingen verricht tussen 1986 en 1995. Dit leverde veel informatie op over de drie bouwperiodes van het kamp. De oudste fase, het commandocentrum uit ongeveer 10 v. Chr., had een oppervlakte van 4 - 5 ha.
Bronzen lepel, gevonden op het Kops Plateau. Foto: Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek
Het was onregelmatig van vorm omdat het kamp het reliëf van het plateau volgde. Een wal van hout en aarde en twee droge v-vormige grachten omringden het terrein. Binnen liepen twee hoofdwegen van grind door het kamp, de zijwegen waren gewone zandpaden. Op het kruispunt van de hoofdwegen zijn sporen van het hoofdgebouw (principia) teruggevonden. De commandantwoning (praetorium) had een oppervlakte van meer dan 2000 vierkante meter. Binnen het kamp vonden archeologen resten van tenten en houten barakken voor de soldaten. Ook troffen zij een groot aantal officiersverblijven, een graanschuur en werkplaatsen van een smid, een bronsgieter en twee pottenbakkersovens aan.

De verbouwingen die plaatsvonden na de veldslag van 9 n. Chr. waren ingrijpend. De gebouwen werden aangepast aan de nieuwe bewoners. Het wegenpatroon bleef grotendeels hetzelfde. Ook de commandantwoning en het hoofdgebouw bleven in gebruik.

Buiten de grachten van het kamp waren kampementen voor tijdelijke troepen ingericht. Ten zuiden van het kamp zijn restanten van een stallencomplex gevonden. De vondsten daar hebben veelal met paarden te maken en er is zelfs een enkel paardengraf gevonden. Aan de oostzijde van het kamp stond een groot gebouw waarvan de functie niet meer te achterhalen was omdat de grondsporen te veel waren verstoord.

Tussen 30 en 40 n. Chr. is het kamp nog een keer grondig verbouwd. Archeologen concludeerden op basis van de grote hoeveelheid gevonden paardentuig dat het om een ruiterkamp moest gaan.

Standbeeld van Trajanus (98 - 117 n. Chr), gevonden in Utica, collectie Rijksmuseum van Oudheden, Leiden
Langs de weg in oostelijke richting zijn graven gevonden uit de periode 50 - 150 n. Chr. Opvallend is dat ze nooit binnen een kampement lagen, zelfs niet als het terrein inmiddels niet meer in gebruik was. Veel grafmonumenten hebben zijn in de loop van de vierde eeuw gesloopt om als bouwmateriaal te dienen voor de versterking op het Valkhof.

Wat is hier ter plaatse te zien? 
Museum het Valkhof vertoont een multimediapresentatie over de commandantwoning van het kamp op Kops Plateau, waarin onder meer de hoofdingang en de privé-vertrekken van de commandant te zien zijn. Op het Trajanusplein staat een bronzen standbeeld van Keizer Trajanus, als herinnering aan het stadsrecht dat hij aan de stad in Nijmegen verleende.


Instelling:
Digitaal Erfgoed Nederland

Publicatiedatum:
30 november 2004