zoeken
mail a friend








Romeinen onderweg

Voor de Romeinse tijd waren er in onze streken ook wel wegen, vooral paden, maar die vormden geen samenhangend geheel. De Romeinen legden in ons land voor het eerst in de geschiedenis een uitgebreid wegennet aan.

Klik voor een grotere afbeelding
Archeologen meten de Romeinse weg op tijdens de opgraving in Utrecht (Leidse Rijn). De lichte baan is het wegdek, de houten palen vormen de beschoeiing. Foto: Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek, Amersfoort

De rode lijnen tonen de belangrijke Romeinse wegen. Illustratie: Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek, Amersfoort

Wegen
De belangrijkste weg was de Limes-weg, die over de zuidelijke oever van de Rijn liep en die samen met de rivier een natuurlijke grens vormde.  Pas na 47 n. Chr. werd de Rijn de officiële noordgrens van het rijk, omdat keizer Claudius veroveringen ten noorden ervan niet zinvol meer vond. Vanaf die tijd werden er in een snel tempo forten (castella) gebouwd om de grens te verdedigen. Ook de eerst nog simpele Limes-weg wordt in die tijd een belangrijke verkeersader, compleet met een verhard wegdek van aangestampt grint of schelpen en eikenhouten verstevigingen aan de zijkanten. De weg kwam vanuit Duitsland en eindigde in bij het grensfort in Katwijk (Lugdunum). Dit eindpunt noemden de Romeinen Caput Germaniarum, het eindpunt van de beide provincies Germania.
 
Pal langs de kust liep vanuit Katwijk (Lugdunum) in zuidelijke richting een weg door het Zuid-Hollandse duingebied, naar Helinium (de monding van de Maas en de Waal). Bijna parallel daaraan, maar achter de duinen, liep nog een weg in dezelfde richting. Voorburg (Forum Hadriani) lag aan deze weg. Beide eindigden bij een weg daar haaks op stond en die vanuit de kust via het zuidelijke rivierengebied naar het oosten liep in de richting van Nijmegen (Noviomagus). Deze weg had een aftakking die direct naar Tongeren liep. Ook vanuit Nijmegen kon de reiziger daar komen. Via Cuijk en de linker Maasoever leidde de weg naar Maastricht. Maastricht en Heerlen lagen bovendien als knooppunten op de weg tussen de hoofdstad van Germania Inferior: Keulen en Boulogne-sur-Mer (Frankrijk). Momenteel wordt die weg aangeduid met de naam Via Belgica.

Klik voor een grotere afbeelding
De Romeinse weg bij Valkenburg (Z-H). Foto: Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek, Amersfoort
Bij de aanleg van wegen moesten de bouwers een evenwicht zien te vinden tussen een korte verbinding, een goede fundering en een veilige afstand tot de rivier. Het gevecht met het water zorgde voor een eindeloze geschiedenis van verbeteringen en reparaties. De grootschalige bouwcampagnes in 100 n. Chr. en 125 n. Chr. vonden plaats na de keizerlijke bezoeken van Trajanus in 98 n. Chr. en Hadrianus in 122 n. Chr.

Reisgidsen
Het Romeinse wegennet kende diverse typen: van de onverharde boerenweg (diverticulum) tot de geplaveide hoofdweg (via). Over de kleinere wegen bestaan geen schriftelijke bronnen. Voor de hoofdwegen zijn die er wel. Allereerst zijn er opschriften op de wegwijzers van toen, de mijlpalen. En met name twee Romeinse 'reisgidsen' zijn voor de archeologen van belang omdat er plaatsnamen en afstanden in zijn genoemd: het Itinerarium Antonini Augusti, een gedetailleerde lijst met plaatsnamen uit de 3de eeuw n. Chr. en de Tabula Peutingeriana, een schematische routekaart van het Romeinse rijk rond het begin van de jaartelling. Deze bronnen maken het mogelijk om originele Romeinse plaatsnamen aan opgegraven forten te verbinden. In sommige gevallen is de reisgids zelfs de enige aanwijzing dat er op een bepaalde locatie een militaire versterking is geweest.

De Romeinen legden de wegen niet alleen aan om hun troepen en materieel beter te kunnen vervoeren, maar ook om de communicatie en handel te bevorderen. De wegen werden dus niet alleen door militairen gebruikt: er was ook handelsverkeer door gewone burgers en koeriers die in het hele rijk berichten bezorgden. De reisgidsen hoeven dus niet per definitie met een militair doel te zijn gemaakt.

Romeinse wegen nu
In het bos Heumensoord (Gemeente Malden) ligt een nog zichtbare Romeinse weg. Dit is ook het geval in de bossen bij de gemeente Swalmen in zuid-Limburg. In Nijmegen is de Romeinse weg inmiddels geasfalteerd en heeft nu achtereenvolgens de naam Driehuizerweg, Heijendaalseweg, Coehoornstraat  en Hertogstraat. Ook in Utrecht-Leidsche Rijn en Valkenburg (Z-H) zijn delen opgegraven van de Limesweg. Langs de N206 (Leiden-Katwijk) is ter hoogte van Valkenburg een reconstructie te zien. 

De provincie Limburg voert een project uit met de naam Via Belgica. Doel van het project is om "de geschiedenis van en langs de bedoelde weg opnieuw beleefbaar te maken".  Een digitale nieuwsbrief  houdt de geïnteresseerde op de hoogte van de ontwikkelingen.


Hoofdartikel:
Verkeer en vervoer

Instelling:
Digitaal Erfgoed Nederland

Publicatiedatum:
11 januari 2005