zoeken
mail a friend








Romeinse grens langs de Rijn

Bijna vijf eeuwen lang maakte het zuiden van Nederland deel uit van het Romeinse rijk en behoorde tot de provincie Germania Inferior.

 

Illustratie: Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (Amersfoort)

Vanaf de eerste eeuw v. Chr. tot in de vijfde eeuw n. Chr. was het grondgebied ten zuiden van de toenmalige Rijn (nu Neder-Rijn, Oude Rijn en Kromme Rijn) een grensgebied. Die grens werd door Tacitus als eerste 'Limes' genoemd (uitgesproken als 'lie-mès'). Deze liep vanuit Duitsland naar de kust bij Katwijk. Langs de rivier liep een grensweg, die plaatsen, wachttorens en forten met elkaar verbond en die aansloot op de wegen in het binnenland. Dankzij Romeinse schrijvers , een Romeinse wegenkaart  en archeologisch onderzoek is inmiddels veel bekend over de inheemse bevolking die hier leefde, de Romeinen die hier verbleven, en de historische gebeurtenissen waarvan zij deel uitmaakten.

Zo'n tweeduizend jaar later is deze voormalige grens weer actueel. Opnieuw is er sprake van expansiedrift, maar nu van de Nederlanders zelf, door middel van bebouwing en infrastructuur. In het kader van grote bouwprojecten en een wijziging in de Nederlandse monumentenwet (2005) werpen archeologische onderzoeken nieuw licht op de Limes. Een bijzondere grens, die in het landschap en in de steden nog veel sporen heeft nagelaten.

Voorgeschiedenis
Portretkop van Caesar, mogelijk gevonden te Nijmegen. Foto: Rijksmuseum van Oudheden te Leiden
Diverse momenten en personen zijn van belang geweest bij het ontstaan van de Limes. Om te beginnen Gaius Julius Caesar, die tussen 58 en 50 v. Chr. Gallië veroverde. Hij probeerde om ook in het zuiden van onze streken voet aan de grond te krijgen en roeide daarbij het volk van de Eburonen uit. Maar zijn legers liepen vast in het natte eilandachtige rivierengebied, waar de bevolking niet netjes georganiseerd vocht, maar zich bediende van guerrillatechnieken waar het Romeinse leger weinig greep op kreeg. Naar zijn eigen zeggen bereikte hij de Rijn, maar tegenwoordig gaat men ervanuit dat hij de Waal de Rijn noemde. Omdat Caesar het gebied niet direct nodig had -de handelsroute naar Engeland vanuit Bretagne was immers korter- liet hij de situatie op zijn beloop.

Tussen 50 en 20 v. Chr. hadden zich nieuwe stammen in het gebied van de Eburonen gevestigd: de oorspronkelijk uit Duitsland afkomstige Bataven en Cananefaten. Door bondgenoten van de Romeinen bij elkaar langs de Rijn te plaatsen en hen zelfbestuur te geven naar Romeins model, creëerden de Romeinen een bufferzone waar zij geen eigen troepen hoefden in te zetten. En de bevolking werd tegelijkertijd geromaniseerd.

Toen keizer Augustus, de opvolger van Caesar, zijn stiefzoon Drusus in 12 v. Chr. de opdracht gaf Germanië te veroveren, was de politieke situatie danig veranderd. Augustus wilde heel Germanië tot aan de rivier de Elbe (Duitsland) bij het Romeinse rijk inlijven: zo zou de provincie Germania Magna (groot Germanië) ontstaan, met Keulen als hoofdstad. In Nijmegen werd daarvoor al vroeg een legerkamp aangelegd. Kleinere versterkingen volgden in Arnhem-Meinerswijk, mogelijk in Driel, in Bunnik-Vechten (Fectio), Velsen (Flevum) en iets later in Valkenburg (Z-H). En zo begon de Romeinse tijd in ons land in 12 v. Chr.

Augustus'  plan mislukte en het zou nog tot 47 n. Chr. duren voordat keizer Claudius de pogingen staakte om het gebied boven de Rijn te veroveren. Hij riep generaal Corbulo en zijn troepen terug ten zuiden van de Rijn. En dat terwijl deze net op dreef was om de Friezen in te lijven bij het Romeinse rijk. De Rijn werd in 47 n. Chr. de formele grens.

De bloeiperiode
Keizer Claudius, aan de macht van 41 - 54 n. Chr., was degene die de Limes voorzag van nieuwe militaire versterkingen. Dit omdat hij de grens wilde verstevigen voordat hij zijn veroveringstocht naar Brittannië ondernam. In een snel tempo ontstonden grensforten (castella) bij Duiven, Utrecht (Traiectum), Leidsche Rijn/Vleuten-de Meern, Woerden (Laurum), Zwammerdam (Nigrum Pullum), Alphen aan den Rijn (Albaniana) en Leiden-Roomburg (Matilo).

De Romeinse Rijksgrens langs de Rijn werd kort na het ontstaan ernstig bedreigd door de Bataafse opstand in 69/70 n. Chr. De forten gingen in vlammen op. Na de opstand bouwden de Romeinen de forten opnieuw en voegden er bovendien nieuwe aan toe om de laatste gaten in de verdediging te dichten: Kesteren (Carvo), Maurik (Mannaricium), Rijswijk (Lefevanum) en Katwijk-Brittenburg (Lugdunum). Aan het eind van de eerste eeuw n. Chr. telde het grensgebied in Neder-Germanië zo'n dertig grensforten en legerplaatsen. Vervolgens brak er een langdurige periode van rust en vrede aan, ook wel de Pax Romana genoemd. De verschillende bevolkingsgroepen mengden zich en de economie maakte een bloeiperiode door.

Het einde van de Limes
Al het goede heeft een eind, en dat gold ook voor de Pax Romana. In de tweede helft van de derde eeuw n. Chr. vielen de Franken het gebied ten westen van Nijmegen binnen en werden veel forten verlaten. In de twee eeuwen die volgden, werden toch nog bouwactiviteiten ondernomen door de dan heersende keizers. Een aantal castella is zelfs in de vierde eeuw n. Chr. weer in gebruik genomen: Meinerswijk, Utrecht en Valkenburg. Toch naderde het einde van de Limes langzaam maar zeker. Ruim voordat de Franken de hoofdstad Keulen innamen (440 n. Chr.) zullen de laatste troepen zijn teruggetrokken. Hoe dat precies is gegaan, is nog altijd niet bekend. De plaatselijke bevolking nam zijn intrek in de verlaten kampen.

Internationale context 
 
Illustratie: Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (Amersfoort)

In de tweede eeuw n. Chr. bereikte het Romeinse rijk de grootste omvang. De grens liep vanaf de Muur van Hadrianus (Hadrian's Wall) in Engeland, via Nederland naar Duitsland (Limes-strasse), Oostenrijk en verder door naar Oost-Europa (langs de Rijn en de Donau). De Eufraat en de Tigris begrensden het rijk in het oosten en de Afrikaanse Saharawoestijn deed dat in het zuiden. De Romeinse overheersing heeft voor een gedeelde culturele achtergrond in de veroverde gebieden gezorgd. 

De Limes is een plaats op de UNESCO Werelderfgoedlijst waard. Hadrian's Wall in Groot-Brittanië staat daar sinds 1987 op, het Duitse gedeelte volgt binnenkort.


Instelling:
Digitaal Erfgoed Nederland

Publicatiedatum:
11 januari 2005