Eigenlijk is het postmoderne denken begonnen in de Kunst, de architectuur. In de veertiger jaren was de Bouwkunst nog allemaal recht toe recht aan, alles keurig recht, de ramen recht en harmonieus. Binnen de Kunst kwam er een stroming, die zich daartegen verzette. Een gebouw kan dan uit diverse stijlen opgebouwd zijn; Romaanse Kunst met Gotische Kunst, enz. Het is niet vanuit één werkwijze gebouwd, hoewel het wel functionele gebouwen kunnen zijn. Maar je ziet er alle stijlen in terug. Het is niet logisch, niet harmonisch, het heeft van alles wat.

De postmoderne Kunst heeft zijn wortels ook in de Jaren Vijftig en zestig, toen Kunstenaars een enorme diversiteit aan alternatieve kunstvormen creëerden als Alternatief voor de modernistische Kunst. Er ontstonden land art, Environments, Happenings, Performances, Body Art, Videokunst en later ook de computerkunst. Het technologische in de Kunst is volgens Lucy Lippard een kenmerk van het Postmodernisme. Dit is met name het geval bij de Amerikaanse Pop Art met zijn industriële invloeden. Andy Warhol is een voorbeeld van een Popartkunstenaar, die door het seriematige in zijn werk het massaculturele en het industriële benadrukte. Zijn atelier noemde Warhol nota bene The Factory en hij gaf ooit te kennen dat hij graag een machine wilde zijn.

Vanaf ongeveer het midden van de jaren zeventig is er een generatie van vormgevers opgestaan, die zich nogal massaal verzet tegen de puristische en functionalistische uitgangspunten van de modernisten. Zij worden de postmodernisten genoemd. Waren de modernisten bijna altijd doodserieus, de postmodernisten etaleren graag een zeker gevoel voor humor. Dat maakt ze overigens ook zeer ongrijpbaar en dubbelzinnig. Want niet alleen zijn meubels utilitaire producten (modern) of rituele totems (postmodern), het lijken immers ook vaak polemische argumenten te zijn in een debat voor ingewijden omtrent de kwestie van goede Vormgeving. hierin schuilt de dubbelzinnigheid van het Postmodernisme: het is vaak niet duidelijk wat precies de bedoeling is, een ironisch argument of een serieus Alternatief.