havo/tehatex renaissance 

te vergroten

printversie
 

Vroeg Renaissance — Florence — 15e eeuw

Hoog- en Laat-Renaissance — Rome — 16e eeuw

Maniërisme — Italië, Frankrijk, Duitsland en de Nederlanden — 16e eeuw

inleiding 

 

De Renaissance (wedergeboorte) is een periode, gedurende de 15e en 16e eeuw waarin letteren, kunst en wetenschappen tot grote bloei kwamen. De ontwikkeling begon in de late 14e eeuw in Italië, maar breidde zich snel uit over Europa. Aan het ontstaan van de Renaissance hebben een groot aantal factoren meegewerkt, o.a:

  • ontstaan van een groter zelfbewustzijn van de mens

  • opkomst van het natuurwetenschappelijk onderzoek (ontstaan van universiteiten)

  • ontdekkingsreizen en veroveringstochten

  • geldeconomie gaat ruilhandel overheersen

  • ridderstand verliest macht en aanzien

  • burger neemt een steeds belangrijker plaats in in het maatschappelijk leven

  • religieuze eenheid wordt doorbroken — Reformatie

  • veranderde levensfilosofie — opkomst van het Humanisme

  • (her)ontdekking van de schoonheid van de organische natuur (natuur en menselijk lichaam)

  • opkomst van staten en landsgrenzen

Kenmerken van de Renaissance zijn oa:

  • kunstuitingen werden geënt op voorbeelden uit:

  • de laat-klassieke periode

  • Vroeg-Christelijke en Byzantijnse Kunst

  • voorliefde voor harmonie en maatgevoel

  • proportieleer

  • gulden snede

  • menselijke maat wordt maat der dingen

  • symmetrie

  • verovering van de 3e dimensie

  • Iineair perspectief, Italië

  • atmosferisch perspectief en olieverftechnieken, benoorden de Alpen

  • volplastisch beeldhouwwerk

  • voorkeur voor naturalisme in schilder- en beeldhouwkunst

  • mens en natuur als inspiratiebron

  • de kunstenaar treedt uit de anonimiteit

  • universeel kunstenaar

  • sterke ontwikkeling van profane naast kerkelijke kunst

Het woord humanist ontstond in de vijftiende eeuw als een studentenwoord voor een docent aan de universiteit die les gaf in de studia humanitatis, de menswetenschappen. [Lees verder....]

Willen we de herleving van de klassieke vormen in bijvoorbeeld de bouwkunst of in de toneelkunst, of de geestdrift voor de ontdekking en uitgave van klassieke manuscripten begrijpen, dan moeten we ze zien als onderdelen van een veel ambitieuzere onderneming. [Lees verder.....]

De centrale vraag in de kunsttheorie van de vijftiende tot de zeventiende eeuw was hoe de schoonheid in de kunst moest worden verwezenlijkt.[Lees verder..........]

De natuur zelf, verklaart Alberti, verheugt zich boven alle andere het meest in de ronde vorm, zoals door haar scheppingen, de wereldbol, de sterren, de bomen, de dieren en hun nesten en nog veel meer zaken, wordt bewezen  [Lees verder..........]

de beeldende kunst

Bouwkunst
  • streven naar evenwichtige verhoudingen tussen hoogte, breedte en diepte van een bouwwerk n.a.v. geschriften van Vitruvius. Toepassing van modulen. Gulden snede.

  • bundelpijler wordt vervangen door zuilen en pilasters naar antieke voorbeelden

  • de zuilen worden vaak afgedekt door rondbogen (Vroeg-Christelijk)

  • voorkeur voor compacte bouwvolumes — eenvoudig herkenbare vormen (cylinder, kubus en halve bol). Muren zijn dragend en afsluitend

  • omlijsting van vensters, deuren en muurnissen door een fronton

  • voorkeur voor overzichtelijke ruimtes. Centraalbouw: schoonheid van het gebouw werd boven het praktische gebruik ervan gesteld (bv. eisen van de liturgische eredienst)

  • vlakke casetteplafonds, doorlopende tongewelven of koepelruimtes (koepels met dubbele schil!)

  • triomfboogmotief toegepast in portalen

  • opbouw van de gevel volgens het principe van de opbouw van de zuil (basement — schacht — kapiteel)

  • de zuilenorden Dorisch — lonisch — Corintisch en Toscaans worden door elkaar toegepast

  • afsluiting van de gevel door veruitstekende, zwaar geprofileerde kroonlijst, waardoor het dak nauwelijks zichtbaar was

  • naast kerkelijke bouwkunst, stadspaleizen (palazzi) en landvilla’s

  • opdrachtgevers: kerk, gilden, patriciërs en kooplieden

Scamozzi behoort tot de Italiaanse renaissancearchitecten die in de zestiende eeuw de schoonheid van de klassieke bouwkunst herontdekten. Net als zijn leermeester Andrea Palladio (1508- 1580) zette hij zich af tegen de gotiek.[Lees verder.........]

Met leesfragment uit: Dell' idea dell' architettura universale (1615)

Het was een architect, Filippo Brunelleschi, waaraan de Europese beeldende kunst één van de belangrijkste vernieuwingen te danken heeft. [Lees verder......]
  Beeldhouwkunst

ontwikkelde zich als een zelfstandige kunstuiting

  • streven naar een juiste (niet: ideale) weergave van de menselijke figuur, naar levend model. Anatomieleer

  • vol-plastisch en vrijstaand beeldhouwwerk met grote uitdrukkingskracht

  • bijbelse figuren en taferelen

  • mythologische figuren en scenes

  • allegorieên

  • portretbusten, ruiterstandbeelden, grafmonumenten, fonteinen

  • materialen: vooral marmer, brons, terracotta

  • opdrachtgevers: kerk, gilden, patriciërs en handelslieden.

Beeldhouwkunst benoorden de Alpen

Tot ± 1400 Frankrijk toonaangevend in de beeldhouwkunst. Na 1400 invloed van de Nederlanden (Vlaanderen)

  • sterk realisme en expressionisme

  • veel houtsnijwerk: altaren, retabels

  • polychromie

  • tot in de 16e eeuw meer Gotische dan Renaissance elementen

Deze David is het eerste, vrijstaande beeldhouwwerk van een naaktfiguur sinds de Oudheid. De oorspronkelijke bestemming van het beeld - vermoedelijk op een fontein is omstreden. Onmiskenbaar is Donatello's bewondering voor de werken uit de Klassieke oudheid terug te vinden in de berekende uitdrukking en de naaktheid van de gestalte. [Beeldhouwkunst Renaissance en Barok]
 

Schilderkunst

  • ontwikkelde zich als een zelfstandige kunstuiting

  • ontwikkeling van het lineair perspectief:

  • verkortingen

  • ruimtewerking

  • plastische, natuurgetrouwe vormgeving

  • weergave van de natuurlijke lichtval, sfumato en clair obscur

  • sober kleurgebruik

  • temperapanelen

  • olieverfpanelen

  • fresco muurschildering

  • secco muurschildering

  • bijbelse taferelen, mythologische scenes, portretten, allegorieën

  • ontwikkeling boekdrukkunst: houtgravure, kopergravure

  • behalve de kerk, nu ook wereldlijke opdrachtgevers (gilden, patriciërs en handelslieden)

Nog niet zo lang geleden is deze Brancacci kapel gerestaureerd, waarbij men tot allerlei nieuwe conclusies is gekomen over wie precies de fresco's heeft geschilderd. Vasari vermeldt dat Masaccio de opdracht kreeg na de dood van Masolino maar daar heeft hij zich in vergist. Masolino overleed later dan Masaccio en ze moeten in 1423 samen de opdracht hebben gekregen en de te beschilderen stukken muur onderling hebben verdeeld. [Masaccio: De Brancaccikapel te Florence]

In zijn jeugd wijdde Piero zich aan de wiskunde en hoewel op zijn vijftiende beslist werd dat hij schilder moest worden bleef hij toch altijd zijn vroegere studies trouw. Het was ook juist door zijn talenten als schilder en wiskundige dat hij voor Guidobaldo da Montefeltre werkte, de vroegere Hertog van Urbino, voor wie hij veel erg mooie schilderijen op paneel maakte die voor het grootste gedeelte verwoest zijn bij een van de vele gelegenheden dat de staat door oorlogshandelingen geteisterd werd. [Piero della Francesca]

Zijn geboorteplaats is omstreden, hoewel zijn naam wel op Venetië wijst. Voor 1438, toen hij de Medici zijn diensten aanbood, is niets van zijn leven bekend. Van 1439 tot 1445 werkte hij samen met Piero della Francesca aan fresco's in de Sant' Egidio in Florence. [Domenico Veneziano]

toegepaste kunsten

De ontdekking van het Domus Aurea te Rome (in 1490) leidde tot grote populariteit van de ornamentversiering oa:

  • arabesken

  • grotesken

  • kandelabers

Gebruiksvoorwerpen

meubelen:                   

  • kist (cassone) met beschilderde panelen

  • tafels met pietre dure (marmer met marmer en edelstenen ingelegd)

  • versiering met intarsia

  • wangentafels

  • kast, naast kist krijgt belangrijke opbergfunctie in het interieur

keramiek:

  • beschilderd tingeglazuurd aardewerk: majolica

  • lustergeglazuurd aardewerk Spanje, Italië

  • gebruiksaardewerk, ontstaan van bij elkaar passende serviezen, apothekerspotten

glas:

  • centra te Venetië en Murano, monopolie vanaf het einde van de 13e eeuw

  • bokalen, wijnglazen, schalen, karaffen en kroonluchters

edelsmeedkunst:

  • centrum: Florence

  • driedimensionale vormgeving

  • sculpturaal: gietwerk en gedreven vormen

  • voorliefde voor detaillering

  • zeer nauwkeurige afwerking

  • naast vaatwerk voor de liturgische eredienst veel prof aan vaatwerk, borden en drinkbekers

  • opdrachtgevers uit een brede laag van de bevolking

  • veel zilveren (uit Amerika) naast gouden voorwerpen

  • vervaardiging was een gilde aangelegenheid: hofkunstenaars vielen niet onder de gildebepalingen

Mode-/textielvormgeving

mode:                   

vrouw:

  • vierkante halsuitsnijding

  • strak lijfje

  • strakke mouwen, maar ook pofmouwen

  • taille op de natuurlijke plaats

  • wijde, in de taille gerimpelde rokken

  • horizontale accentuering

  • kostbare stoffen, zoals: brokaat, fluweel, zijde en satijn

man:

  • kenmerkend was de zimarra, lange schoudercape van kostbaar materiaal: bont, fluweel, brokaat

  • hieronder een korter jack: doublet

  • lange hozen

kleding man en vrouw:

  • het hemd wordt zichtbaar en groeit uit tot de maag
textielvormgeving wandtapijtkunst:               
  • bloeide vooral onder vorstelijk mecenaat
  • centra:

  • Noord Frankrijk

  • Zuidelijke Nederlanden

  • voorstellingen:

  • figuratief aansluitend bij de schilderkunst

  • heraldische motieven

  • milles fleurs

  • grootte van de tapijten (nog) niet aangepast aan de ruimten waarvoor ze werden ontworpen

  • opdrachten werden vaak verstrekt als investeringen en statussymbolen

Wandtapijtenserie; "Dame met eenhoorn", ± 1480 - 1490. Detail van"De smaak".

Wandtapijt; "Het aanbieden van het hart", begin 15e eeuw.

  Hand-out Renaissance en Manierisme (kb,kg) [Samenstelling M Stamsnijder]
  De Digitale School 2008
  Bron: Beeldende Vorming mei 1988. Samenstelling Commissie Dijkstra (VLH, NVTO, AVDTEX)