|
|
|
|
Van het rebelse karakter van de
rock-‘n-roll is rond 1960 weinig meer over. Pas rond 1963 beleeft
de popmuziek een doorstart. De aanval op de platenmarkt wordt ditmaal
niet ingezet vanuit de Verenigde Staten, maar vanuit Engeland. In het
kielzog van The Beatles en The Rolling Stones veroveren in snel tempo
tientallen Briste bands eerste West-Europa en iets later de Verenigde
Staten. Anders dan de rockers van het eerste uur, treden deze bands
op als een collectief. De basisbezetting van deze bands is drums, sologitaar,
slaggitaar en basgitaar. Dit is nog steeds norm voor beginnende bandjes.
Als niemand van de gitaristen de zang voor z’n rekening neemt, wordt dit
viertal uitgebreid met een solozanger, zoals Mick Jagger bij The Rolling Stones.
De beatmuziek, zoals het in die
jaren heet, is nogal simpele, ongepolijste muziek met een eenvoudige
en aanvankelijk onschuldige teksten. De beat bestaat uit accenten op
de tweede en vierde tel van de vierkwartsmaat. Invloeden van rock-‘n-roll
en blues zijn herkenbaar vooral in de muziek van The Rolling Stones.
De vaste schema’s van deze oervoorbeelden worden door de eerste
popbands vermengd met veel andere bronnen, wat tot een gevarieerde
en moeilijk definieerbare stijl leidt.
Wat een popband tot popband maakt, wordt vooral bepaald door zichtbare kenmerken.
Lang haar, draait het om in deze dagen. Kappersbezoek bepaalt zowel bij de sterren
als de fans de waterscheiding tussen de jonge incrowd en de generatie die de
vernieuwing niet meer kan bijbenen.
|
|
|
|
|
|