|
|
|
|
Het medium film wordt door voor
kunstenaars aanvankelijk als ‘leuk trucje’ weggehoond.
Al in de jaren dertig blijkt de film echter een serieuze concurrent
te zijn voor de theaterwereld. Populaire theateracteurs worden internationaal
bekend door hun filmoptreden. De kracht van de massamedia schuilt hierin
dat op een relatief gemakkelijke manier een groot (internationaal)
publiek bereikt kan worden.
De uitvinding van de grammofoonplaat vergroot de beschikbaarheid van muziek en
de radio brengt haar nog dichterbij. Met één draai aan de knop
is er de hele dag muziek van Amerikaanse jazz tot een klassiek concert. Vooral
Amerikaanse blanke jongeren is dit een buitenkans: zij kunnen nu kennismaken
met zwarte muziek, zonder naar een club in het streng afgescheiden ‘zwarte
circuit’ te hoeven gaan.
Aanvankelijk wordt de kracht van de massamedia nogal een onderschat. Zo moet
de uitzending van het hoorspel ‘War of the Worlds’ (1930) onder regie
van Orson Welles (1915-1985) door de politie worden stopgezet. Het verhaal over
marsmannetjes die met laserstralen de aarde aanvallen is zo realistisch verteld
dat duizenden Amerikanen in paniek raken.
Televisie blijkt een nog grotere invloed te hebben op het dagelijks leven. De
televisie wordt het belangrijkste meubelstuk in iedere huiskamer. Het is een
bron van informatie, maar vooral van allerlei soorten van vermaak. Televisiekijken
is niet te vergelijken met een theaterbezoek of het bijwonen van een concert.
Je kunt er gewoon doorheen praten of even koffie gaan zetten. Daarom ontwikkelt
de televisie een eigen taal die kenmerkend is voor massacultuur: pakkende ‘informatie’ met
veel afwisseling in korte blokken. Ieder onderdeel moet de kijker verleiden om
verder te kijken. Hiermee beschikt de tv over een ongekende macht. Het medium
kan op grote schaal smaak en koopgedrag beïnvloeden. |
|
|
|
|
|