havo/tehatex gotiek  ± 1150 - 1500

te vergroten

printversie 

inleiding 

 

De Gotiek kan gezien worden als een overgang van een samenleving beheerst door het geloof naar een samenleving, waarin de mens ontdekt, dat zijn lot mede door hemzelf bepaald wordt

De Gotiek ontstaat in Frankrijk, lle-de-France. Gedurende deze periode:

  • ontwikkeling van de steden tot zelfstandige leefgemeenschappen met eigen bestuur en eigen rechtspraak
  • opkomst van de universiteiten. De wetenschap werd op dogmatische wijze bestudeerd
  • ontwikkeling van het internationaal handelsverkeer
  • ontwikkeling van de internationale stijl in de kunst
  • verdieping van het godsdienstige leven: ontstaan van de bedelorden (Franciscanen, Dominicanen), ontwikkeling van kerkbouw, devotie en Mariaverering
  • bij de adel: ontstaan van de hoofse liefde, verdedigers van het geloof: kruistochten

In de middeleeuwse samenleving vormden de geestelijkheid en hoofse adel een elitegroep, die de macht volledig in handen had. Rond 1200 kwam daar echter verandering in, doordat de geldeconomie langzaam weer opkwam. .[Lees verder................]

de beeldende kunst

Religieuze Bouwkunst
  • kathedralen en kloosterkerken
  • gelijktijdige toepassing van spitsboog en kruisribgewelf
  • muur verliest dragende functie (glas-in-loodramen). Deze functie wordt overgenomen door: ribben, dragende pijlers, luchtbogen en steunberen
  • opbouw schip: arcaden, galerij boven het schip, triforium, ramen (glas-in-lood) gevat in stenen maaswerk
  • plattegrond: kruisvorm met kooromgang en straalkapellen

Profane Bouwkunst

  • vanaf l4de eeuw belangrijk
  • raadhuizen (steen)
  • stadshuizen (hout)

De verschillende technische en visuele verworvenheden van de gotiek zijn voor de eerste maal in St. Denis in een systeem samengevat. De Kerk in St. Denis, vlak bij Parijs, is dan ook het eerste echte voorbeeld van gotische architectuur. [Lees verder..........]

De bouw van een kathedraal [Lees verder..........]

Tijdens de hooggotiek probeerde men zoveel mogelijk steen uit de muurvlakken te verwijderen, in zoverre dat de stabiliteit van de muur net niet in gevaar kwam. Door dit desintegreren van de muurmassa wordt de muur herleid tot een stenen kantwerk. [Lees verder..........]
  Beeldhouwkunst
  • aanvankelijk ondergeschikt aan de architectuur; vaste iconografische programma’s

  • ontwikkeling van de stramme pilaarfiguur naar beweeglijke en los van de achtergrond komende figuren

  • emoties worden uitgebeeld

  • benoorden de Alpen: houtsnijwerk: altaarstukken, kruisbeelden, madonna’s, heiligenfiguren, het houtsnijwerk was gepolychromeerd en meestal belegd met bladgoud

  • in de late gotiek: portretten en grafmonumenten

De bedevaarten deden veel mensen dwars door Europa naar de graven van de apostelen Petrus en Paulus in Rome, naar het graf van de apostel Jacobus de Oudere in Santiago de Compostela in het uiterste noordwesten van Spanje reizen. [Lees verder......] 

Opdrachten zijn te vinden bij de brontekst.

Kloosters hadden een geheel andere culturele en maatschappelijke betekenis dan tegenwoordig. Het waren de belangrijkste centra van kennis en beschaving, essentieel voor bijvoorbeeld de ontwikkeling van de landbouw, zoals in het geval van Bernards Cisterciënzers. Maar ze waren ook onmisbaar bij de opkomst van de stadscultuur.[Lees verder.........]
 

Schilderkunst

In de vroege Gotiek stond de schilderkunst hoofdzakelijk ten dienste van de kerk:

  • fresco’s, secco’s

  • geschilderde panelen van altaarluiken

  • effen, ondoorbroken gouden achtergrond

  • grote mate van symbolische voorstellingen

Deze symbolische weergave verandert in de late Gotiek in een groter realisme. De eigen belevingswereld gaat een belangrijke rol spelen bij de uitbeelding van bijbelse taferelen. Schenkers en stichters worden bij of in de voorstelling afgebeeld

  • ruimte-uitbeelding in de vorm van atmosferisch perspectief

  • toepassing van olieverf (late Gotiek) in de paneelschilderkunst

  • miniatuurschilderkunst (lekenateliers en kloosterateliers)

  • uitvinding van de boekdrukkunst: blokboeken, drukken met losse letters

  • ontstaan van hout- en kopergravure

Hiëronymus Van Aken werd geboren omstreeks 1450 in 's Hertogenbosch. Bosch werd geboren in een kunstenaarsfamilie, zo waren zijn vader Anthonis en zijn grootvader Jan ook schilders. Het is echter pas vanaf 1480 dat hij in bronnen vermeld staat als Jeroen die maelre. Over zijn bezigheden voor die tijd is niets bekend. [Lees verder......]

Al nemen in de kunst van Bosch zonde en dwaasheid een voorname plaats in, toch kan men hun betekenis alleen naar waarde schatten binnen de context van een belangrijk middeleeuws thema, het Laatste Oordeel. [Lees verder......]

Dit werk toont direct de essentie van het werk van Pietro Lorenzetti, namelijk het zoeken naar een overtuigende ruimtelijke illusie. Hij was erg vernieuwend op dit gebied. De verticale verdelingen van de triptiek worden verlengd in de diepte als muren. [Lees verder.....]

Hier zie je een altaarstuk of retabel van Matthias Grünewald, 1460- 1528, die, afkomstig uit Würzburge, aan de Boven-Rijn in de Elzas heeft gewerkt. Het middelste deel van zo een altaarstuk of retabel noemen we middenstuk. Links en rechts ervan zien we zijstukken, die scharnierend aan het middenstuk vastzitten. [Lees verder......]

toegepaste kunsten

Gebruiksvoorwerpen

edelsmeedkunst:         

  • kerkelijk vaatwerk

  • reliekschrijnen

  • monstransen

  • gebruiksvoorwerpen voor de adel

  • toepassing van emailles en ongeslepen edelstenen

glas:                           

  • voor de groter wordende ramen in de kerk: glas-in-lood

meubilair en interieur: toepassing van ornamentversiering:

  • pinakels en kruisbloem

  • driepas en vierpas

  • visblaas

  • briefpaneel (vanaf ± 1400)

Mode-/textielvormgeving

kostuum:                    

  • ± 1340 einde van T-vormige tuniek, ontwikkeling van het armsgat en mouw met kop. Taillering mogelijk.

  • vrouw: decolleté tot ± 1500

hennin: puntige, kegelvormige hoofdtooi

  • man en vrouw:

houppelande: wijde mantel

  • man:

wambuis: kort jak

beenlingen: strak om het been zittende genaaide kousen

poulaines: schoenen met lange neuzen

kaproen: muts

borduurkunst:              

  • veel kostbaar borduurwerk aan de kleding (Bourgondische mode), parels. gouddraad, gouden plaatjes, edelstenen en belletjes

weven:                                 

  • grote uitvinding in Italië was het fluweelweven (poolweefsel) in patronen. De monumentale, rijk van relief voorziene granaatappelfluwelen zijn veelvuldig door

  • Italiaanse en Vlaamse schilders afgebeeld.

wandtapijten:               

  • wanden in kastelen en paleizen worden behangen met geweven wandtapijten met Milles Fleurs, heldendaden of Bijbelse voorstellingen en voorstellingen uit de mythologie

De schatkamer van de kerk. De reliekhouders en schrijnen, het liturgisch vaatwerk, de kerkelijke gewaden en de boeken vormen de rijkdom uit de schatkamer van de kerk.[Lees verder....]

Het gouden huis. De tweede helft der 12de eeuw is de tijd der grote pelgrimages, niet alleen naar Santiago de Compostela of Rome, maar ook naar Keulen, Aken en Maastricht. [Lees verder....]

In kerkelijke context worden met de term vaatwerk alle voorwerpen aangeduid die gebruikt worden tijdens de heilige mis. Ze worden onderverdeeld in twee categorieën: gewijd vaatwerk (vasa sacra) en niet-gewijd vaatwerk (vasa non sacra).[Lees verder....]

Wandtapijtenserie;"Apocalypse van Johannes" Frankrijk, ± 1385.
  Hand-out De Gotische Kunst (kb,kg) [Samenstelling M Stamsnijder]
  De Digitale School 2008
  Bron: Beeldende Vorming mei 1988. Samenstelling Commissie Dijkstra (VLH, NVTO, AVDTEX)