kunstELO        Cultuur van de kerk in de 11de tot en met 14de eeuw 

 

Invalshoek 1.3: Kunstenaar en opdrachtgever; politieke en economische macht

[invalshoek 1]  [invalshoek 2]  [invalshoek 3]  [invalshoek 4[invalshoek 5]  [invalshoek 6]

1.3.0.- Evenals nu kwamen openbare werken in de middeleeuwen heel vaak tot stand door de dynamiek en de energie van één bezielde figuur. [Lees verder....]

 

1.3.1.- Het woord klooster is afgeleid van het Latijnse woord cloustrum, dat omsloten plaats betekend. Al in de eerste eeuwen van het christendom ontstonden leefgemeenschappen waarbinnen men zich hoofdzakelijk met het geloof bezig hield.[Lees verder....]

 

  1.3.1.A. NIEUW Het klooster van Poblet (Spanje)

Het Real Monasterio de Santa María de Poblet is een prototype van een Spaans Cisterciënzer klooster. In 1991 werd het klooster opgenomen op de lijst van het werelderfgoed van de UNESCO. Poblet is een van de grootste en mooiste exemplaren van de cisterciënzer klooster

 

1.3.1.1.- Waarin is de enorme culturele bijdrage van de kloosters uit de middeleeuwen gelegen? Om deze vraag te kunnen beantwoorden, zullen we eerst stil moeten staan de driedeling van de standen, die voor de middeleeuwse opvatting over samenleving en mens van grote invloed was. [Lees verder.....]
1.3.2.- In 910 werd op het landgoed Cluny in Bourgondie een nieuw klooster gesticht. Het lag in de bedoeling vanuit dit klooster hervormingen aan te brengen. Dit klooster stond direct onder het gezag van de paus. Wereldlijke machthebbers konden er zo geen invloed op uitoefenen.  [Lees verder....]

 

1.3.3.- De Cisterciënzerorde wordt ook wel de Orde van Cîteaux genoemd, naar de vestiging van de moederabdij. De belangrijkste figuur is de H. Bernardus, in 1115 stichter van het Cisterciënzerklooster te Clairvaux (Champagnestreek).[Lees verder....]
1.3.5.- In de beginperiode van het christendom werd de liturgie vaak gevierd bij of boven het graf van een heilige. Later werden de relieken opgegraven en verheven tot in de altaren, een deel werd in schrijnen bijgezet. Naarmate de behoefte groeide om de relieken ook daadwerkelijk te kunnen zien werden er glazen reliekhouders gemaakt.[Lees verder....]
1.3.6.- De schatkamer van de kerk. De reliekhouders en schrijnen, het liturgisch vaatwerk, de kerkelijke gewaden en de boeken vormen de rijkdom uit de schatkamer van de kerk.[Lees verder....]

 

1.3.7.- Het gouden huis. De tweede helft der 12de eeuw is de tijd der grote pelgrimages, niet alleen naar Santiago de Compostela of Rome, maar ook naar Keulen, Aken en Maastricht. [Lees verder....]

 

1.3.8.- Paramenten. Liturgische gewaden zijn sinds de instelling van de Kerk en de erkenning ervan in 313 aan verandering onderhevig geweest. Ze zijn gebaseerd op de hofkledij tijdens het Romeinse keizerrijk [Lees verder....]

 

 

1.3.9.- In kerkelijke context worden met de term vaatwerk alle voorwerpen aangeduid die gebruikt worden tijdens de heilige mis. Ze worden onderverdeeld in twee categorieën: gewijd vaatwerk (vasa sacra) en niet-gewijd vaatwerk (vasa non sacra).[Lees verder....]

1.3.10.- In de middeleeuwse samenleving vormden de geestelijkheid en hoofse adel een elitegroep, die de macht volledig in handen had. Rond 1200 kwam daar echter verandering in, doordat de geldeconomie langzaam weer opkwam. .[Lees verder................]

 

[invalshoek 1]  [invalshoek 2]  [invalshoek 3]  [invalshoek 4[invalshoek 5]  [invalshoek 6]


Samenstelling bronmateriaal uitsluitend en alleen ten behoeve van het nieuwe vak ckv-2 uit het profiel C & M voor havo en atheneum. Meewerken aan deze site? Opsturen via e-mail is voldoende. Is er zonder uw toestemming en zonder bronvermelding gebruik gemaakt van uw teksten? Onze verontschuldigingen hierover. Laat het ons weten en wij geven een juiste bronvermelding of halen het materiaal van internet. Een financiele vergoeding kunnen wij helaas niet geven.

17-02-2018