zoeken
mail a friend








Het prenten-ABC D

een uitgave van het Rijksmuseum Amsterdam

A B  C  D  E  F  G  H  I  J  K  L  M  O  P  R  S  T  U  V  W  X  Y Z

D

Deegdruk

Blinddruk op papier dat bestreken is met een dun laagje deeg. Toegepast in de 15e eeuw.

Degelpers

Drukpers voor hoogdruk. De eenvoudigste handdrukpers waarbij de degel, een vlakke plaat, op de drukvorm wordt gedrukt zodat de hele drukvorm in één keer op het papier wordt afgedrukt. In gebruik vanaf het midden van de 15de eeuw.

Delineavit / Del.

'Tekende het'. Toevoeging bij de naam van de maker van de tekening waarnaar de prent werd gemaakt.

Designavit / Des.

'Tekende het of ontwierp het'. Toevoeging bij de naam van de maker van de tekening waarnaar de prent werd gemaakt.

Diepdruk

Druk waarbij dé lijnen en vlakken die afgedrukt moeten worden verdiept in een plaat liggen. Met een tampon wordt de taaie drukinkt over de bewerkte plaat verspreid en in de groeven gewreven. Daarna wordt het oppervlak van de plaat schoongeveegd met kaasdoek, of met de muis van de hand 'afgeslagen'. De plaat met een vel papier er op en een laag vilt erover, wordt tussen de rollen van de plaatdrukpers doorgedraaid. Het papier is vochtig en neemt daardoor de inkt uit de groeven gemakkelijk op. Door de randen van de plaat ontstaat een moet, kenmerk van de diepdruk. O.a. aquatint, crayonmanier, ets, gravure, vernis mou en zwarte kunst.

Direxit / Dir.

'Begeleidde het'. Vermelding bij de naam van het hoofd van de werkplaats waar de prent werd gemaakt.

Divulgavit / Div.

'Gaf het uit' of 'Verspreidde het'. Toevoeging bij de naam van de uitgever.

Doordruk

Diepdruktechniek om krijttekeningen na te bootsen. O.a. toegepast door Cornelis Ploos van Amstel (1726-1798). Van een tekening maakte hij dmv. calqueren een nauwkeurige copie die hij vervolgens op een vel stevig papier afdrukte. Zo kreeg hij de tekening in spiegelbeeld. Hij bestreek de achterkant van die afdruk met lijm en strooide er een fijn, hard poeder over. Met de bepoederde kant naar beneden legde hij het papier op een plaat met etsgrond. De tekening trok hij dan na met een stift zodat de korrels van het poeder door de etsgrond werden gedrukt. Dit gaf bij het bijten een korrelige lijn waardoor bij het afdrukken een krijteffect werd bereikt.

Doubleren

Een dunne, gescheurde of beschadigde prent ter versteviging plakken op een ander vel papier.

Droge naald

Diepdruktechniek waarbij de lijnen met een scherpe naald direct in de metalen plaat zijn getekend. Aan de zijkant van de lijn ontstaat daarbij een randje metaal, de braam. De inkt blijft daar hangen en zo krijgen de lijnen op de afdruk een fluwelig effect. Door het snelle slijten van de braam kunnen van een droge naald maar ca. 10 fraaie en 20 redelijke afdrukken worden gemaakt. Vanaf ca. 1450 door de Meester van het Amsterdamse Kabinet toegepast. In de 17e eeuw veel door o.a. Rembrandt, meestal in combinatie met de ets.

Droogstempel

Blindstempel

Drukinkt

Samengesteld uit een oplosbare kleurstof, een oplosmiddel en een bindmiddel om de kleurdeeltjes te binden en te laten hechten op de afdruk. Of uit een niet oplosbare kleurstof, een drager en een bindmiddel. Tot de 19de eeuw maakte een drukker zelf zijn inkt met natuurlijke pigmenten, daarna werd de inkt in de fabriek en met synthetische kleurstoffen gemaakt

Drukvorm

Houtblok, koper- of zinkplaat, lithosteen enz. met een voorstelling. Van de drukvorm wordt de voorstelling afgedrukt op papier. Voor iedere afdruk moet de drukvorm opnieuw worden ingeïnkt


Hoofdartikel:
Prenten ABC

Instelling:
Rijksmuseum Amsterdam

Publicatiedatum:
2 november 2005