zoeken
mail a friend








Het prenten-ABC

een uitgave van het Rijksmuseum Amsterdam

A B  C  D  E  F  G  H  I  J  K  L  M  O  P  R  S  T  U  V  W  X  Y Z

S

Schraapstaal of -ijzer

Spits toelopend, in doorsnede driehoekig staafje in een handvat. Wordt gebruikt bij gravure en zwarte kunst om oneffenheden, b.v. de braam, te verwijderen.

Schrootblad

Afdruk van een metalen plaat in hoogdruk. In zacht metaal worden met een burijn lijnen gestoken; vlakken worden met priemen van puntjes voorzien. De hoogliggende delen worden afgedrukt zodat de voorstelling wordt gevormd door witte lijnen en puntjes tegen een donkere achtergrond. Voornamelijk tussen ca 1430 en 1490 gemaakt in de omgeving van Keulen.

Scripsit / Scrip.

'Schreef het'. Vermelding bij de ontwerper van het schoonschrift op prenten met schrijfvoorbeelden.

Sculpsit / Scalp.

'Graveerde het' of etste het. Toevoeging bij de naam van de kunstenaar.

Signatuur

Naam van de kunstenaar die de prent maakte, gedrukt of geschreven op een afdruk. De eerste signaturen komen voor op 15de eeuwse prenten; het zijn monogrammen, gesneden of gestoken in de drukvorm. Vanaf de 16de eeuw signeert de kunstenaar de drukvorm ook wel met zijn volledige naam. Ca 1860 beginnen kunstenaars iedere afdruk apart met de hand te signeren.

Sjabloon

Plaat van blik of karton waarin een vorm is uitgesneden. O.a. gebruikt om prenten in te kleuren door met kleur over het sjabloon heen te rollen.

Sleutelblok

Bij kleurenhoutsneden het houtblok waarin de basisvoorstelling is gesneden. Afdrukken van het sleutelblok dienen als voorbeeld bij het snijden van de overige blokken. Zie clair-obscur houtsnede en Japanse kleurenhoutsnede.

Staalgravure

Diepdruk. Ca. 1820 werd het mogelijk in staal te graveren dankzij de uitvinding van een methode om staal zachter te maken. Na het aanbrengen van de voorstelling werd het staal weer verhard. Van een staalgravure kan een veel grotere oplage gedrukt worden dan van een gravure op koper.

Staat

Elk stadium van bewerking van een drukvorm dat is vastgelegd op een afdruk. Als een drukvorm na verandering in voorstelling, in het adres of onderschrift weer wordt afgedrukt, is een nieuwe staat tot stand gekomen.

Steendruk Lithografie  
Steenpapier Autografisch papier  

Stippelgravure

Diepdruk. Gravure met een voorstelling die niet uit lijnen maar uit puntjes is opgebouwd. De driehoekige puntjes worden gestoken met de burijn. Veel toegepast in 18de eeuwse kleurendrukken. Vaak verward met de gravure met ponsoen of de ets in punteermanier.

Suikeraquatint

Diepdruk. Methode om lijnen en vlakken met een lichte toon te verkrijgen. De lijnen en vlakken worden op de plaat getekend met dekkende waterverf of inkt vermengd met Arabische gom en suiker. Daarna wordt de plaat bedekt met etsgrond. In een waterbad lost de suiker op en op die plaatsen laat de etsgrond los. De oorspronkelijk getekende stukken, nu blank metaal, krijgen door ze te bestrooien met bv. harspoeder bij het bijten een aquatintgrein.


Hoofdartikel:
Prenten ABC

Instelling:
Rijksmuseum Amsterdam

Publicatiedatum:
17 juli 2003