zoeken
mail a friend








Het prenten-ABC

een uitgave van het Rijksmuseum Amsterdam

A B  C  D  E  F  G  H  I  J  K  L  M  O  P  R  S  T  U  V  W  X  Y Z

P

Papier

Werd al ± 105 na Christus in China vervaardigd; in West-Europa pas in de 13de eeuw. In de 16e eeuw werd er voor het eerst in Nederland papier gemaakt. Het papier was handgeschept; het formaat was afhankelijk van de gebruikte papierzeef. Het papier werd gemaakt van plantaardige vezels of lompen. Vanaf ca. 1800 werd ook hout als grondstof gebruikt. Dit papier verkleurt snel. Toen ook kwam de papiermachine in gebruik, waardoor grotere formaten papier mogelijk werden.

Pasgat

Registermerk Nodig bij kleurendiepdruk. Meestal zijn er 3 of 4 pasgaten; ze moeten alle op precies dezelfde plaats in de verschillende platen zijn gemaakt. Meestal zitten ze in de hoeken van de voorstelling of in de randen van de plaat. In de gaten worden z.g. passpelden gestoken en het papier wordt er overheen geprikt. Het papier met de gaatjes wordt bij de volgende plaat weer over de spelden gelegd.

Paskruis

Registermerk. Nodig bij kleurenlithografie. Meestal zijn er twee paskruisen. Ze worden buiten het beeldvlak op precies dezelfde plaats op de verschillende stenen aangebracht. Nadat het papier door de eerste steen is bedrukt wordt het met twee naalden door het snijpunt van de kruistekens op de juiste plaats van de tweede steen gelegd.

Pastelmanier

Diepdruk. Etstechniek om pastels na te bootsen. Zie crayonmanier.

Peintre-graveur

Kunstenaar die originele grafiek maakt.

Perkament

Onthaarde, gespannen, gedroogde en gladgeschuurde huid van een kalf, geit of schaap. In de 17e eeuw wel gebruikt om prenten op af te drukken, terwille van het speciale effect.

Pingebat

zie pinxit.

Pinxit / P.

'Schilderde het'. Toevoeging bij de naam van de kunstenaar die de voorstelling schilderde waarnaar de prent werd gemaakt.

Plaat

Metalen plaat gebruikt als drukvorm. Vnl. bij diepdruk. Is meestal van koper, soms van ijzer, zink, staal, messing of van een ander metaal.

Plaatdrukpers

Drukpers voor diepdruk. Ook wel etspers genoemd. De bodemplaat met daarop de metalen drukvorm, een vel ingevocht papier en een dikke lap vilt wordt tussen twee walsrollen door gedraaid. Gebruikt vanaf de 16de eeuw.

Plaatrand

Rand van metalen drukvorm. Bij diepdruk is de plaatrand als moet in het papier zichtbaar.

 

Plaattoon Lichte tint op een afdruk, ontstaan door een waas inkt op de plaat. Vooral aan het einde van de 19de eeuw werd dit waas opzettelijk aangebracht over het gehele oppervlak van de plaat. Ontstaat ook plaatselijk als de plaat niet geheel glad of schoon was. Komt voorbij diepdruk.

Pochoir

Sjabloon van karton.

Polyautografie

Naam voor de eerste litho's in Engeland, 1803/'07.

Polijststaal of -ijzer

Rond of ovaal staafje met een stomp, gebogen uiteinde. Gebruikt bij diepdruk om een braam te verwijderen of ruwe plekken glad te maken.

Ponsoen

IJzeren staafje met een spitse punt. Gebruikt om putjes mee in de plaat te slaan. De goudsmid Jan Lutma maakte hiermee in de 17e eeuw vier gravures. Zie ook stippelgravure.

Poupée, á la

Methode om met een kleine tampon of met een rolletje vilt een bewerkte koperplaat in verschillende kleuren te inkten. Zo kon men kleurendrukken van één plaat maken. Toegepast vanaf het einde van de 17de eeuw.

Preegdruk

Blinddruk

Prent

Afdruk, meestal op papier, van een drukvorm die met een drukpers of door een andere drukwijze vermenigvuldigd kan worden. Naar het geëigende drukprocédé zijn de prenttechnieken verdeeld in hoogdruk, diepdruk en vlakdruk. De oudste West-Europese prenten zijn houtsneden uit het einde van de 14de eeuw.

Prentenkabinet

Zelfstandige instelling of onderdeel van een museum of bibliotheek waar prenten en tekeningen worden verzameld en bewaard. Vanwege de lichtgevoeligheid van inkt, verf en papier gebeurt dit laatste meestal in dozen en kasten. Bezoekers kunnen in studieruimten de prenten en tekeningen op aanvraag bekijken.

Privilege

zie cum privilegio.

Proefdruk

Druk door de kunstenaar gemaakt vóór de voltooiing van de plaat ter controle van zijn vorderingen. Zeldzaam, dus gezocht. Daarom drukte men in de 18e eeuw grote aantallen prenten met de vermelding 'proefdruk' voordat het opschrift of de titel op de plaat waren aangebracht.

Punteermanier

Etstechniek waarbij om toon te verkrijgen gaatjes in de etsgrond worden geprikt; door het bijten ontstaan onregelmatige puntjes in de plaat. De stippels op de afdruk lijken sterk op die van de gravure met ponsoen en van de stippelgravure. Gebruikt bij de ets, de crayon- en pastelmanier.


Hoofdartikel:
Prenten ABC

Instelling:
Rijksmuseum Amsterdam

Publicatiedatum:
17 juli 2003