KUA: Massacultuur in de tweede helft van de twintigste eeuw

Invalshoek 6.1: Inleiding, kunst en religie, levensbeschouwing 

[invalshoek 1]  [invalshoek 2]  [invalshoek 3[invalshoek 4]  [invalshoek 5]  [invalshoek 6]

6.0.0.- Pelgrims en toeristen     [ Wij verkopen geen yoghurt, maar moederliefde ]

6.0.1.- Postmodernisme

Opdracht 6.1 Inleiding

6.0.2.- Modernisme tegenover Postmodernisme

modernisme  Postmodernisme

6.1.0.- De negatieve beeldvorming verbonden met de termen 'massa' en 'consumptie' is veel ouder dan de begrippen 'massacultuur' en 'consumptie-cultuur'. De begrippen mogen dan in déze eeuw ontstaan zijn, de negatieve beeldvorming is juist een product van de vroege negentiende eeuw en verbonden met de opkomst van dat wat in West-Europa de stedelijke 'massa' ging heten. [Lees verder.....]

6.1.1.- Aanvaarding van de massamedia veronderstelt een verandering in onze ideeën over het wezen van de cultuur. In plaats van dit woord te reserveren voor alleen de hoogste creaties en gedachten van de 'top tien' der wereldgeschiedenis, zou het in een veel wijder betekenis gebruikt moeten worden als een beschrijving van 'wat de samenleving doet'.  [Lees verder...]

Opdracht 6.1.A.- Invalshoek 1: Inleiding, kunst en religie, levensbeschouwing

6.1.1.1.- Al in 1936, tijdens de opkomst van de gedrukte media en de radio als snelle populaire nieuwsbron, publiceerde Walter Benjamin daarover een baanbrekend essay: ''Het kunstwerk in het tijdperk van zijn technische reproduceerbaarheid''. De Duitse filosoof betoogde namelijk dat hoe meer iets wordt afgebeeld, hoe minder iconische waarde die afbeelding zal krijgen. [Lees verder]

6.1 3.- De analyse van Baudrillard is relevant voor de kunstfilosofie en met name voor het postmodernisme in de kunst, omdat zij een kritiek behelst op de massacultuur en de culturele industrie, die de laatste decennia een belangrijke plaats heeft verworven binnen de kunst.  [Lees verder...]
6.1.2.- De term Postmodernisme werd waarschijnlijk voor het eerst gebruikt door de architectuurcriticus Charles Jencks in zijn boek The Language of Post-Modern Architecture uit 1977.[Lees verder........]

Opdracht 6.1.H. Postmodernisme

6.1.3.1.- De gekte bereikte een voorlopig hoogtepunt toen Frank Sinatra in mei1943 in Paramount Theater op Times Square een optreden verzorgde. Onder het gegil van uitzinnige pubers werden niet alleen rozen het toneel op gesmeten: Sinatra kreeg nu ook een regen van panty’s en beha’s over zich heen. Zong hij I’ll walk alone, zo schreef een ooggetuige, dan riepen honderden meisjes in de zaal: ik ga wel met je mee, Frankie. [Lees verder...]

6.1.4.- De term 'consumptiecultuur' die in de jaren zestig in Amerika opduikt maar spoedig internationaliseert - is een cultuurkritische typering van de westerse cultuur als geheel. Een cultuur die haar ontstaansgrond ontleent aan de 'materiële' massaproductie en -consumptie die al in het negentiende eeuwse kapitalistische systeem tot ontwikkeling kwamen. [Lees verder........]

6.1.5.- Het zijn onmiskenbaar tekenen des tijds en ze wijzen allemaal dezelfde kant op. Waar men vroeger alleen maar bang voor was, is nu een feit: de low culture heeft de high culture verdrongen. Het nulpunt lijkt bereikt, de platheid heeft gewonnen.  [Lees verder....]

 Opdracht 6.1.B.- Zij gelooft in mij

6.1.6.- Een samenvattende beschrijving van de functies die muziek in de massamedia vervult is niet eenvoudig te geven. Wij noemen de vier volgende kenmerken. [Lees verder...........]

Opdracht 6.1.C.- What a wonderful world         Opdracht 6.1.D.- De culturele bijlage

6.1.6.1.- Rond 1970,  toen de hippiebeweging grote invloed had en men muzikale experimenten ondernam, volgde er een roep om eenvoudige amusementsmuziek. De spiritual (tijdens de slavernij door de negerbevolking aangepast christelijk kerklied) sprak wel aan, maar moest aangepast worden. Zo ontstond de Soul. Omdat men vooral danste op Soul, kwam de nadruk te liggen op de dansbare elementen van de muziek: ritme en herhaling. Soul ontwikkelde tot Funk, een ritmischer variant.[Lees verder.....]

6.1.6.2.- Popmuziek is eigenlijk een afkorting van 'popular music': muziek voor het volk. Popmuziek zou dus alle populaire muziek kunnen zijn, maar met popmuziek bedoelt men de 'rockmusic', de muziek die in de vijftiger jaren in Amerika is ontstaan uit de Rhythm and Blues en zich speciaal richt op jongeren en alle muziek die daaruit voortgekomen is. [Lees verder....]

6.1.7.- Via de film West Side Story, die dateert van 1961 deed het 'jazzballet' zijn intrede in de hele danswereld, een genre dat gretig in dansscholen werd overgenomen. Jazzdans werd een furore. Het geeft de jonge amateurdansers een prettig gevoel, er wordt op leuke muziek gedanst en men gelooft dat er sneller resultaat geboekt wordt dan met klassiek ballet. [Lees verder.....] 

6.1.8.- Via de film West Side Story, die dateert van 1961 deed het 'jazzballet' zijn intrede in de hele danswereld, een genre dat gretig in dansscholen werd overgenomen .[Lees verder..........]

6.1.9.- Glamourfotografie. Helmut Newton werd een van de best betaalde fotografen. Geen enkele fotograaf wist zijn werk zó knap van een mix van glamour, luxe, erotiek en geweld te voorzien. En de enige plek waar Guy Bourdin zijn werk tentoonstelde was op de pagina's van damesbladen. [Lees verder........]  

6.1.10.- Vivienne Westwood dreef in de jaren zeventig, samen met Malcolm McLaren, de kledingzaak Sex, met een rijke collectie strakke kleren met veel ritsen en (kunst-) leer. Omwille van de publiciteit trok McLaren de ruige popgroep Sex Pistols aan. Hun kledingstijl werd overgenomen door jongelui die zich wilden afzetten tegen de gewone burgers.[Lees verder.........]

6.1.11.- Jake en Dinos Chapman behoren tot de generatie Britse kunstenaars die vooral in de jaren negentig nogal wat stof deed opwaaien met geruchtmakende (groeps)tentoonstellingen. De broers Chapman werden bekend door hun werken met anatomisch bizarre etalagepoppen over seksueel misbruik. [Lees verder.......]

Opdracht 6.1.G.- Hell

6.1.12.- Videoclips tonen kennelijk wat de meesten willen zien. Wat ons getoond wordt, is dat wat onze wensen verlangen te zien, en waarvoor wij de wens opwekken om het te zien. Oorspronkelijk dienden videoclips om de verkoop te ondersteunen van produkten, namelijk grammofoonplaten.  [Lees verder...........]  

Opdracht 6.1.F.- Clipcultuur

6.1.13.- Was voor 1940 de traditie van het kermistheater nog levend, na 1945 was daar niet veel meer van terug te vinden. Er stond er nog wel eens een op de kermis, wat een marginaal bestaan opleverde dat voor de meeste artiesten geen perspectief bood.  [Lees verder.......]

Opdracht 6.1.E.- Amusement in Nederland

[invalshoek 1]  [invalshoek 2]  [invalshoek 3[invalshoek 4]  [invalshoek 5]  [invalshoek 6]


Samenstelling bronmateriaal uitsluitend en alleen ten behoeve van het nieuwe vak ckv-2 uit het profiel C & M voor havo en atheneum en tehatex. Meewerken aan deze site? Opsturen via e-mail is voldoende. Is er zonder uw toestemming en zonder bronvermelding gebruik gemaakt van uw teksten? Onze verontschuldigingen hierover. Laat het ons weten en wij geven een juiste bronvermelding of halen het materiaal van internet. Een financiele vergoeding kunnen wij helaas niet geven.

09-12-2014