KUA: Burgerlijke cultuur van Nederland in de 17de eeuw 

Invalshoek 3.4: Kunst en vermaak

[invalshoek 1[invalshoek 2]  [invalshoek 3]  [invalshoek 4]  [invalshoek 5]  [invalshoek 6]

3.4.1.- Het toneel in de 17de eeuw was zeer toegankelijk. Er werden geen hoge toegangsprijzen gevraagd en er was maar een beperkt aantal plaatsen voor het betere publiek dat zich van het 'grauw' wilde onderscheiden. [Lees verder.......]
3.4.2.- De doorbraak van de burgerlijke toneelspelen Als tegenwicht tegen het heldenepos dat in de hoofse kunst de toon aangaf, ontstond in navolging van de Vlaamse dichter Jacob van Maerlant een dichtkunst die vooral de burgerlijke waarden propageerde: deugdzaamheid, ijver en godvruchtigheid.  [Lees verder.......] 
3.4.2.1.- De Amsterdamse schouwburg viel onder het toezicht van het Burgerweeshuis en het Oudemannenhuis. Deze beide charitatieve instellingen genoten de winsten die het toneel opbracht, maar droegen ook de zorg voor eventuele kosten, zoals de grootscheepse bouwcampagne waarmee in 1637 werd begonnen. [Lees verder.............]
3.4.3.- Inwijding van de schouwburg t'Amsterdam De opening van de verbouwde schouwburg te Amsterdam. Van suggestie naar illusie, kunst- en vliegwerken in de Amsterdamse schouwburg [Lees verder.......]

Opdracht 3.4.B.- De Amsterdamse Schouwburg Het blijspel "Moortje"

Opdracht 3.4.C.- De Amsterdamse Schouwburg "Gysbreght van Aemstel"

3.4.4.- Het zien gaat voor het zeggen Jan Vos was in Nederland een der eersten die over kunst- en vliegwerken schreef. 'Het zien gaat voor het zeggen', was zijn motto. [Lees verder.......]

Opdracht 3.4.D.- De Amsterdamse Schouwburg "0 Kersnacht schooner dan de daegen"

3.4.5.- Gebruik en misbruik des Tooneels In 1681 verscheen er nog een geschrift: Gebruik -en misbruik- des Tooneels van A. Pels. Merkwaardig is dat Pels hierin fel van leer trekt tegen de spelen met kunst- en vliegwerken, die nu juist zoveel succes hadden gebracht.  [Lees verder.......]

 
3.4.6.- In het begin van de 17de eeuw kon men muziek op een podium beluisteren in de Amsterdamse rederijckerskamer De Egelantier: deze kamer had vanaf 1612 haar deuren voor publiek geopend. Vanaf 1638 nam de eerste Nederlandse schouwburg haar taak over. [Lees verder.......]
3.4.7.- In de tweede helft van de 17de eeuw kwam de instrumentale muziek voor de huiskamer in zwang. (Zachte) instrumenten als viool, clavecimbel en cither waren in veel huizen aanwezig. In deze periode werden ook in Nederland instrumenten gebouwd en verbeterd. [Lees verder.......]
3.4.8.- Het ontluikende concertleven aan het einde van de 17de eeuw hing vooralsnog aan elkaar van allerlei losse initiatieven; er was nog geen sprake van een vaste structuur en vaste concertruimten. In de 18de eeuw tekenden zich de contouren af van het concertleven, zoals wij dat nu kennen.  [Lees verder.......]   

3.4.9.- Toneelmuziek in de schouwburg. De schouwburgen hieven entree, allereerst ten behoeve van weeshuizen of een onderkomen voor oude mannen, maar natuurlijk ook om de toneelspelers te betalen. Het publiek bestond voornamelijk uit middenstanders: handwerklieden, verkopers en ook artsen.  [Lees verder.......] Opdracht 3.4.A.  De Amsterdamse Schouwburg  De rol van de muziek tijdens de voorstellingen

Opdracht 3.4.E.- De Amsterdamse Schouwburg  Interieur  

[invalshoek 1[invalshoek 2]  [invalshoek 3]  [invalshoek 4]  [invalshoek 5]  [invalshoek 6]


Samenstelling bronmateriaal uitsluitend en alleen ten behoeve van het nieuwe vak ckv-2 uit het profiel C & M voor havo en atheneum en tehatex. Meewerken aan deze site? Opsturen via e-mail is voldoende. Is er zonder uw toestemming en zonder bronvermelding gebruik gemaakt van uw teksten? Onze verontschuldigingen hierover. Laat het ons weten en wij geven een juiste bronvermelding of halen het materiaal van internet. Een financiele vergoeding kunnen wij helaas niet geven.

17-12-2014