KUA: De cultuur van romantiek en realisme in de negentiende eeuw 

Invalshoek 4.3: Kunstenaar en opdrachtgever; politieke en economische macht

[invalshoek 1]  [invalshoek 2]  [invalshoek 3]  [invalshoek 4]  [invalshoek 5]  [invalshoek 6]

4.3.0.- Met de Salons was voor het eerst in de geschiedenis van Frankrijk een groot publiek in de gelegenheid zelf kennis te nemen van de bezienswaardigheden waar 'men' het over had. Niet alleen de betere burgerij, maar een publiek van werklieden, boeren en middenstanders ging op pad. [Lees verder.........]

Opdracht 4.3.A.- Kunstenaar en opdrachtgever

4.3.9.- Als in het Parijs van de 19de eeuw een verzamelaar een schilderij wil kopen, dan bekijkt hij eerst heel grondig de achterkant van het doek en het spieraam: als daar ergens een grote 'R' staat, dan ziet hij in de regel af van de aankoop. Zo'n schilderij is immers 'gerefuseerd' [Lees verder....]

Opdracht 4.3.B.- Het oordeel van de salon 

4.3.1.- Napoleon III, zo gaat het verhaal, beende de hallen van het Palais d'lndustrie in Parijs door, regelrecht op een grote stapel schilderijen af. Het was 1863, en de jury van de jaarlijkse Salon, de meest prestigieuze tentoonstelling van het land, ja, zelfs de grootste tentoonstelling van Europa en Amerika samen, had maar liefst vierduizend werken geweigerd. [Lees verder....]
4.3.2.- In de tweede helft van de 19de eeuw ontwikkelt zich niet alleen een nieuwe kunstopvatting en een nieuw type kunstenaar, maar ook ontstaan nieuwe vormen van kunstbemiddeling en kunsthandel. [Lees verder...]
4.3.2.1.- Verzamelen. Hoe ging men om met de voorwerpen die men uit de pas ontdekte culturen meebracht? Immers, in de eerste eeuwen van de ontdekkingsreizen werden hele scheepsladingen vreemde planten, dieren en door vreemde volkeren vervaardigde objecten naar Europa gebracht [Lees verder...]
4.3.2.2.- De Europese mogendheden zijn na de napoleontische oorlogen een ware oudhedenwedloop begonnen. Het zijn de wilde beginjaren van de archeologie, wanneer diplomaten en kooplieden nog enorme collecties van Griekse en Egyptische kunst kunnen opbouwen en avonturiers rijk worden met de smokkel van gestolen cultuurschatten.  [Lees verder.........] 

 

4.3.3.- Café's en brasserieën waren de nachtelijke podia, waarop de gedachtewisseling tussen schilders, schrijvers en journalisten, die binnen de traditierijke Académie des Beaux- Arts zo pijnlijk gemist werd, kon plaatshebben. [Lees verder...]
4.3.3.1.- In Parijs had men al in 1791 voorgesteld om de leerlingen van de Académie des Beaux-Arts les te geven in landschapskunst en een aparte Prix de Rome in te stellen voor het 'historische landschap'. [Lees verder.............]
4.3.3.2.- Omstreeks 1820 trokken veel schilders naar het gehucht Barbizon, op de grens van het Woud van Fontainebleau en de glooiende vlakte van Chailly.[Lees verder.......]

4.3.3.3.- Café's en herbergen speelden vaak een belangrijke rol als ontmoetingsplaatsen voor kunstenaars die verkozen in de vrije natuur te werken. In het Franse stadje Honfleur aan de monding van de Seine lag de herberg La Ferme Saint-Siméon, waar mère Toutain haar gasten met gulle hand ontving. [Lees verder.........]
4.3.4.- Wereldtentoonstellingen. De 19de eeuw is het tijdperk van de uitvindingen en de euforie van de vooruitgang. De donkere steden krijgen stadsverlichting, gloednieuwe netwerken voorzien de bewoners van water en gas, spoorwegen en stoommachines verhogen de snelheid van transport en productie, nieuwe fabricagetechnieken maken dat het aanbod van consumptiegoederen explosief kan stijgen.[Lees verder...]
4.3.5.- Tussen 1851, het jaar van het Crystal Palace in Londen, en 1900 zijn er tien wereldtentoonstellingen van betekenis geweest. Er was maar een handjevol Europese steden groot genoeg om onderdak te bieden aan zulke massale evenementen.[Lees verder...]
4.3.6.1.-Dat in het midden van de negentiende eeuw de kwaliteit en vormgeving van die kunstnijverheidsproducten van verschillende landen tot een bedroevend laag niveau was gezakt, daar waren de kritische commentatoren van de Londense wereldtentoonstelling in 1851 het wel over eens. Vooral het oneigenlijke materiaalgebruik en de smakeloze toepassing van aan de natuur ontleende versieringsmotieven werden herhaaldelijk in deze kritieken genoemd. [Lees verder.....]
4.3.6.2.- Vanaf 1835 ontplooide de Engelse regering initiatieven om 'the knowledge of the arts and of the principles of design' te ontwikkelen onder de bevolking en ambachtslieden. Hoewel in de aanbevelingen van een in dat jaar speciaal aangesteld Committee on Arts and Manufactures het plan werd ontvouwd om voor publiek toegankelijke collecties van voorwerpen te openen, bleef het in eerste instantie bij het oprichten van kunstnijverheidstekenscholen, zoals de Government School of Design in Londen in 1837 en later scholen in de provincies. [Lees verder.....]
4.3.6.3.- Gottfried Semper speelde een bescheiden rol in de organisatie van de wereldtentoonstelling als inrichten van de afdelingen van Zweden, Denemarken, Canada en Egypte.  [Lees verder...]
4.3.7.- In 1908 publiceerde Alfons Paquet een economische theorie over het tentoonstellen:'Das Ausstellungsproblem in der Volkswirtschaft'. De bedoeling hiervan was kennelijk om de economische functie van wereldtentoonstellingen nog eens duidelijk te omschrijven en te verdedigen. [Lees verder...]
4.3.8.- In Engeland heeft men ongeveer halverwege de 18e eeuw een voorliefde voor oude meesterwerken van Italiaanse, Franse en Nederlandse schilders, zoals Rafaël, Michelangelo, Titiaan, Poussin, Lorrain, Rembrandt en Rubens.  [Lees verder.....]

Opdracht 4.3.C.- Het grootste museum ter wereld

Opdracht 4.3.D.- Een van de eerste Nederlandse openbare kunstcollecties

4.3.9.- De architect P.J.H. Cuypers (geboren te Roermond) volgde zijn opleiding eerst in Antwerpen aan de academie en vervolgens van de Franse architect Viollet-le-Duc.  [Lees verder.....]

Opdracht 4.3.E.- Het Rijksmuseum

[invalshoek 1]  [invalshoek 2]  [invalshoek 3]  [invalshoek 4]  [invalshoek 5]  [invalshoek 6]


Samenstelling bronmateriaal uitsluitend en alleen ten behoeve van het nieuwe vak ckv-2 uit het profiel C & M voor havo en atheneum en tehatex. Meewerken aan deze site? Opsturen via e-mail is voldoende. Is er zonder uw toestemming en zonder bronvermelding gebruik gemaakt van uw teksten? Onze verontschuldigingen hierover. Laat het ons weten en wij geven een juiste bronvermelding of halen het materiaal van internet. Een financiele vergoeding kunnen wij helaas niet geven.

12-12-2014